Home

Besluit van de Commissie van 16 december 2010 betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 9034) (2010/782/EU)

Besluit van de Commissie van 16 december 2010 betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 9034) (2010/782/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst(1), en met name artikel 36, lid 4, van bijlage II daarbij,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 17 augustus 2010 heeft Kenia overeenkomstig artikel 36 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 verzocht om een afwijking van de in die bijlage opgenomen oorsprongsregels voor een periode van één jaar. Op 26 augustus 2010 diende Kenia aanvullende informatie in met betrekking tot dit verzoek. Het verzoek heeft betrekking op een totale hoeveelheid van 2 000 t tonijnfilets („loins”) van GS-post 1604. Het verzoek is ingediend omdat de vangst en het aanbod van onbewerkte tonijn die aan de oorsprongsregels voldoet, zijn afgenomen.

  2. Volgens de door Kenia verstrekte informatie is de vangst van onbewerkte tonijn die aan de oorsprongsregels voldoet, zelfs rekening houdend met de normale seizoensschommelingen, ongewoon laag waardoor de productie van tonijnfilets („loins”) is afgenomen. Door deze abnormale situatie kan Kenia gedurende een bepaalde periode niet aan de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 voldoen.

  3. Teneinde te garanderen dat de invoer van de ACS-landen naar de Unie niet wordt onderbroken en dat de overgang van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst naar de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een interim-economischepartnerschapsovereenkomst (OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst) vlot verloopt, moet een nieuwe afwijking worden toegestaan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010.

  4. Een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 zou, gezien de invoer in kwestie, geen ernstige schade aan een gevestigde industrie van de Gemeenschap berokkenen, mits aan bepaalde voorwaarden inzake hoeveelheden, toezicht en duur wordt voldaan.

  5. Er kan daarom een tijdelijke afwijking worden toegestaan uit hoofde van artikel 36, lid 1, onder a), van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

  6. Kenia zal automatisch in aanmerking komen voor een afwijking van de oorsprongsregels voor tonijnfilets („loins”) van GS-post 1604 krachtens artikel 41, lid 8, van het oorsprongsprotocol bij de OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst wanneer die overeenkomst in werking treedt of voorlopig wordt toegepast.

  7. Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1528/2007 worden de oorsprongsregels van bijlage II bij die verordening en de afwijkingen daarop vervangen door de regels van de OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst, die naar verwachting in 2011 in werking zal treden of voorlopig zal worden toegepast. De afwijking dient daarom tot en met 31 december 2010 te gelden.

  8. Overeenkomstig artikel 41, lid 8, van het oorsprongsprotocol bij de OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst wordt de automatische afwijking van de oorsprongsregels beperkt tot een jaarlijks contingent van 2 000 t tonijnfilets („loins”) voor de landen die de OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst hebben geparafeerd (Kenia, Uganda, Tanzania, Rwanda, Burundi). Kenia is het enige land in deze regio dat momenteel tonijnfilets („loins”) uitvoert naar de Unie. Het is derhalve passend Kenia een afwijking toe te staan overeenkomstig artikel 36 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 voor 2 000 t tonijnfilets („loins”) omdat deze hoeveelheid niet groter is dan het totale jaarlijkse contingent dat in het kader van de OAG-EU-interim-partnerschapsovereenkomst wordt toegewezen aan de OAG-regio.

  9. Bijgevolg moet een afwijking aan Kenia worden toegestaan voor 2000 t tonijnfilets („loins”) gedurende een periode van één jaar.

  10. Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2) bevat voorschriften voor het beheer van tariefcontingenten. Met het oog op een efficiënt beheer in nauwe samenwerking tussen de autoriteiten van Kenia, de douaneautoriteiten van de lidstaten en de Commissie moeten deze voorschriften van overeenkomstige toepassing zijn op de hoeveelheden die in het kader van de bij dit besluit toegestane afwijking worden ingevoerd.

  11. Om een efficiënt toezicht op de afwijking mogelijk te maken, moeten de autoriteiten van Kenia de Commissie regelmatig nadere gegevens verstrekken over de afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1.

  12. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 en overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder a), van die bijlage worden tonijnfilets („loins”) van GS-post 1604, vervaardigd uit materialen die niet van oorsprong zijn, overeenkomstig de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 6 van dit besluit beschouwd als van oorsprong uit Kenia.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde afwijking geldt voor de in de bijlage vermelde producten en hoeveelheden die van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 vanuit Kenia voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven.

Artikel 3

De in de bijlage bij dit besluit vermelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

Artikel 4

De douaneautoriteiten van Kenia nemen de nodige maatregelen voor het verrichten van kwantitatieve controles op de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten.

In alle certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die zij voor deze producten afgeven, wordt naar dit besluit verwezen.

De bevoegde autoriteiten van Kenia doen de Commissie elk kwartaal opgave van de hoeveelheden waarvoor krachtens dit besluit certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zijn afgegeven, en van de volgnummers van die certificaten.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

BIJLAGE