Vak II.1. |
Gebruik hetzelfde referentienummer als in vak I.2. |
Vak II.2. |
Voor gebruik door de douanediensten, indien nodig. |
Vak II.3. |
Documentencontrole: in te vullen voor alle zendingen. |
Vak II.4. |
De bevoegde autoriteit van het APB geeft aan of de zending wordt geselecteerd voor materiële controles, die gedurende de in artikel 19, lid 1, vermelde overgangsperiode door een ander controlepunt kunnen worden uitgevoerd. |
Vak II.5. |
Gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode geeft de bevoegde autoriteit van het APB na een bevredigende documentencontrole aan naar welk controlepunt de zending kan worden vervoerd om aldaar overeenstemmings- en materiële controles te ondergaan. |
Vak II.6. |
Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de documentencontroles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.7. worden vermeld. |
Vak II.7. |
Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het schip en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.6 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”. |
Vak II.8. |
Breng hier het officiële stempel van de bevoegde autoriteit van het APB aan. |
Vak II.9. |
Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB. |
Vak II.10. |
Niet van toepassing. |
Vak II.11. |
De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de overeenstemmingscontroles in. |
Vak II.12. |
De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de materiële controles in. |
Vak II.13. |
De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de laboratoriumtest in. Vermeld in dit vak de categorie van de stof of de pathogeen waarvoor een laboratoriumtest wordt uitgevoerd. |
Vak II.14. |
Dit vak moet worden gebruikt voor alle zendingen die in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht. |
Vak II.15. |
Niet van toepassing. |
Vak II.16. |
Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de overeenstemming- of materiële controles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.18. worden vermeld. |
Vak II.17. |
Reden voor weigering: gebruik dit vak voor zover nodig om relevante informatie toe te voegen. Kruis het passende vakje aan. |
Vak II.18. |
Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het schip en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.16 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”. |
Vak II.19. |
Gebruik dit vak wanneer het originele zegel op een zending vernietigd is bij het openen van de container. Er moet een geconsolideerde lijst van alle in dit verband gebruikte zegels worden bewaard. |
Vak II.20. |
Breng hier het officiële stempel aan van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt. |
Vak II.21. |
Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de bevoegde autoriteit van het controlepunt. |