Home

Besluit van de Commissie van 2 maart 2011 tot wijziging van Beschikking 2008/456/EG tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”, wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het Fonds medegefinancierde projecten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 1160) (Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek) (2011/148/EU)

Besluit van de Commissie van 2 maart 2011 tot wijziging van Beschikking 2008/456/EG tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”, wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het Fonds medegefinancierde projecten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 1160) (Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek) (2011/148/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”(1), en met name artikel 25 en artikel 37, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In het licht van de ervaring die is opgedaan sinds het opstarten van het Buitengrenzenfonds, is het nodig de verplichtingen van Beschikking 2008/456/EG van de Commissie(2) inzake transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie bij de uitvoering van projecten te verduidelijken.

  2. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van hun jaarprogramma’s. Het is bijgevolg nodig duidelijk te maken welke informatie de lidstaten moeten verstrekken.

  3. Om de administratieve lasten voor de lidstaten te beperken en een grotere rechtszekerheid te bieden, moeten de voorschriften inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven voor acties die worden medegefinancierd door het Buitengrenzenfonds, worden vereenvoudigd en verduidelijkt.

  4. De meeste wijzigingen van dit besluit zouden onmiddellijk van kracht moeten worden. Gezien het feit dat de jaarprogramma’s voor 2009 en 2010 lopende zijn, moeten de herziene voorschriften inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven voor acties die worden medegefinancierd door het Buitengrenzenfonds, evenwel ingaan vanaf het jaarprogramma 2011. De lidstaten moeten echter de mogelijkheid krijgen om onder bepaalde voorwaarden deze voorschriften al eerder toe te passen.

  5. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, heeft Denemarken Beschikking nr. 574/2007/EG omgezet in zijn nationale recht en is dit besluit bijgevolg bindend voor Denemarken.

  6. Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis(3) en het daarop volgende Besluit 2004/926/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de bepalingen van het Schengenacquis(4). Dit besluit is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk.

  7. Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis(5). Dit besluit is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland.

  8. Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt Beschikking nr. 574/2007/EG een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(6), die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(7).

  9. Wat Zwitserland betreft, houdt Beschikking nr. 574/2007/EG een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 4, lid 1, van het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van die overeenkomst.

  10. De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het gemeenschappelijk comité „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”, dat bij Beschikking nr. 574/2007/EG is ingesteld.

  11. Beschikking 2008/456/EG dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2008/456/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 9, lid 1, wordt de tweede zin vervangen door:

    „Alle belangrijke wijzigingen van de inhoud van oproepen tot het indienen van voorstellen worden op dezelfde wijze bekendgemaakt.”.

  2. Artikel 11 komt als volgt te luiden:

    Bij het gunnen van opdrachten voor de uitvoering van de projecten handelen de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen gevormd door één of meer van deze lichamen of meerdere van deze publiekrechtelijke instellingen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en beginselen van de Unie en de lidstaten inzake openbare aanbestedingen.

    Andere entiteiten dan de in de eerste alinea genoemde, gunnen opdrachten voor de uitvoering van de projecten na voldoende publiciteit, ten einde de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling na te leven. Opdrachten van een waarde van minder dan 100 000 euro kunnen worden gegund mits de betrokken entiteit ten minste drie offertes aanvraagt. Zonder afbreuk te doen aan nationale voorschriften, gelden voor opdrachten van een waarde van minder dan 5 000 euro geen procedureverplichtingen.”.

  3. Artikel 21, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.

    De verantwoordelijke instantie stelt de Commissie bij formeel schrijven in kennis van elke belangrijke wijziging in het beheers- en controlesysteem en zendt zo spoedig mogelijk een herziene beschrijving van het beheers- en controlesysteem naar de Commissie, uiterlijk tegen de datum waarop de wijzigingen van kracht worden.”.

  4. Artikel 24, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.

    De met de voortgangsverslagen en eindverslagen verband houdende financiële tabellen bevatten een verdeling van de bedragen per prioriteit en per specifieke prioriteit, zoals vastgesteld in de strategische richtsnoeren.”.

  5. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Aan lid 1 worden de volgende zinnen toegevoegd:

      „Elke wijziging aan de auditstrategie die wordt ingediend overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder c), van de basisbeschikking en door de Commissie wordt aanvaard, wordt zo spoedig mogelijk naar de Commissie gezonden. De herziene auditstrategie wordt opgesteld volgens het model van bijlage VI, waarbij de ingevoerde wijzigingen worden aangegeven.”.

    2. Lid 2 komt als volgt te luiden:

      „2.

      Behalve wanneer elk van de laatste twee door de Commissie goedgekeurde jaarprogramma’s overeenstemmen met een jaarlijkse bijdrage van de Gemeenschap van minder dan 1 miljoen EUR, dient de auditinstantie vanaf 2010 vóór 15 februari van elk jaar een jaarlijks auditplan in. Het auditplan wordt vastgesteld volgens het model van bijlage VI. De lidstaten zijn niet verplicht de auditstrategie opnieuw in te dienen bij de indiening van de jaarlijkse auditplannen. In het geval van een in artikel 32, lid 2, van de basisbeschikking bedoelde gecombineerde auditstrategie, kan een gecombineerd auditplan worden ingediend.”.

  6. Artikel 26 komt als volgt te luiden:

    1.

    De certificatie met betrekking tot het verzoek om een tweede voorschot bedoeld in artikel 41, lid 4, van de basisbeschikking, wordt door de certificeringsinstantie vastgesteld en door de verantwoordelijke instantie aan de Commissie gezonden volgens het model in bijlage VIII.

    2.

    De certificatie met betrekking tot het verzoek om een saldobetaling bedoeld in artikel 42, lid 1, onder a), van de basisbeschikking, wordt door de certificeringsinstantie vastgesteld en door de verantwoordelijke instantie aan de Commissie gezonden volgens het model in bijlage IX.”.

  7. Artikel 37 komt als volgt te luiden:

    Naast de te ondertekenen papieren versies van de in hoofdstuk 3 bedoelde documenten, wordt de informatie ook langs elektronische weg verstuurd.”.

  8. Artikel 40, lid 3, onder b), komt als volgt te luiden:

    1. voor alle andere extra kosten, tot 30 juni van het jaar N(*) +2.

  9. De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

„Artikel 11 Uitvoeringsopdrachten

Bij het gunnen van opdrachten voor de uitvoering van de projecten handelen de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen gevormd door één of meer van deze lichamen of meerdere van deze publiekrechtelijke instellingen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en beginselen van de Unie en de lidstaten inzake openbare aanbestedingen.

Andere entiteiten dan de in de eerste alinea genoemde, gunnen opdrachten voor de uitvoering van de projecten na voldoende publiciteit, ten einde de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling na te leven. Opdrachten van een waarde van minder dan 100 000 euro kunnen worden gegund mits de betrokken entiteit ten minste drie offertes aanvraagt. Zonder afbreuk te doen aan nationale voorschriften, gelden voor opdrachten van een waarde van minder dan 5 000 euro geen procedureverplichtingen.”.

„Artikel 26 Door de certificeringsinstantie opgestelde documenten

1.

De certificatie met betrekking tot het verzoek om een tweede voorschot bedoeld in artikel 41, lid 4, van de basisbeschikking, wordt door de certificeringsinstantie vastgesteld en door de verantwoordelijke instantie aan de Commissie gezonden volgens het model in bijlage VIII.

2.

De certificatie met betrekking tot het verzoek om een saldobetaling bedoeld in artikel 42, lid 1, onder a), van de basisbeschikking, wordt door de certificeringsinstantie vastgesteld en door de verantwoordelijke instantie aan de Commissie gezonden volgens het model in bijlage IX.”.

„Artikel 37 Elektronische uitwisseling van documenten

Naast de te ondertekenen papieren versies van de in hoofdstuk 3 bedoelde documenten, wordt de informatie ook langs elektronische weg verstuurd.”.

Artikel 2

Artikel 3

BIJLAGE