Home

Besluit van de Commissie van 17 maart 2011 houdende toekenning aan de Republiek Kroatië van beheersbevoegdheden, tijdens de pretoetredingsperiode, betreffende de steun voor de pretoetredingsmaatregelen 301 en 302 in het kader van afdeling V — Landbouw en plattelandsontwikkeling — van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Besluit van de Commissie van 17 maart 2011 houdende toekenning aan de Republiek Kroatië van beheersbevoegdheden, tijdens de pretoetredingsperiode, betreffende de steun voor de pretoetredingsmaatregelen 301 en 302 in het kader van afdeling V — Landbouw en plattelandsontwikkeling — van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

18.3.2011

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 85/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 maart 2011

houdende toekenning aan de Republiek Kroatië van beheersbevoegdheden, tijdens de pretoetredingsperiode, betreffende de steun voor de pretoetredingsmaatregelen 301 en 302 in het kader van afdeling V — Landbouw en plattelandsontwikkeling — van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

2011/C 85/04

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)(1),

Gezien Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)(2), en met name artikel 14,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, (hierna „Financieel Reglement” genoemd)(3), en met name de artikelen 53 quater en 56, lid 2,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „Uitvoeringsvoorschriften” genoemd)(4) en met name artikel 35,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1085/2006 zijn de doelstellingen en de hoofdbeginselen met betrekking tot de pretoetredingssteun voor kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor de periode van 2007 tot en met 2013 vastgesteld en wordt de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van die steun bij de Commissie gelegd.

(2)

De artikelen 11, 12, 13, 14, 18 en 186 van Verordening (EG) nr. 718/2007 bieden de Commissie de mogelijkheid beheersbevoegdheden aan het begunstigde land toe te kennen en bevatten voorschriften voor een dergelijke toekenning op het gebied van afdeling V — Landbouw en plattelandsontwikkeling — van het instrument voor pretoetredingssteun.

(3)

Krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 718/2007 moeten de Commissie en het begunstigde land een kaderovereenkomst sluiten waarin de regels voor de samenwerking met betrekking tot de financiële steun van de EU aan het begunstigde land worden vastgesteld. Indien nodig kan deze kaderovereenkomst worden aangevuld met een of meer sectorale overeenkomsten die bepalingen voor een specifieke component bevatten.

(4)

Aan het begunstigde land kunnen slechts beheersbevoegdheden worden toegekend als wordt voldaan aan de artikelen 53 quater en 56, lid 2, van het Financieel Reglement en aan artikel 35 van de uitvoeringsvoorschriften.

(5)

De kaderovereenkomst tussen de Regering van de Republiek Kroatië en de Commissie van de Europese Unie betreffende de regels voor de samenwerking met betrekking tot de financiële steun van de EU aan de Republiek Kroatië in het kader van de uitvoering van de steun uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) is gesloten op 17 december 2007.

(6)

Het programma voor landbouw en plattelandsontwikkeling van de Republiek Kroatië in het kader van IPA (hierna „IPARD-programma” genoemd), dat overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en artikel 184 van Verordening (EG) nr. 718/2007 is goedgekeurd bij Besluit C(2008) 690 van de Commissie van 25 februari 2008, bevat een plan voor de jaarlijkse bijdragen van de EU, alsmede een financieringsovereenkomst.

(7)

De sectorale overeenkomst die op 12 januari 2009 is gesloten tussen de Commissie van de Europese Unie, welke voor of namens de Europese Unie optreedt, en de regering van de Republiek Kroatië, welke namens de Republiek Kroatië optreedt, vormt een aanvulling op de kaderovereenkomst en bevat specifieke voorschriften voor de implementatie en de uitvoering van het IPARD-programma van de Republiek Kroatië uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

(8)

Op 26 november 2010 is het IPARD-programma laatstelijk gewijzigd bij Besluit C(2010) 8462 van de Commissie.

(9)

Op grond van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie moet het begunstigde land de voor de uitvoering van het IPARD-programma verantwoordelijke instanties en autoriteiten aanwijzen: de voor de erkenning bevoegde functionaris, de nationale ordonnateur, het nationaal fonds, de beheersautoriteit, het IPARD-agentschap en de auditautoriteit.

(10)

De regering van Kroatië heeft het departement „nationaal fonds”, een organisatorische eenheid van de Schatkist binnen het ministerie van Financiën, aangewezen als nationaal fonds dat wordt belast met de in bijlage I bij de sectorale overeenkomst vastgestelde functies en verantwoordelijkheden.

(11)

De regering van Kroatië heeft een onafhankelijke overheidsinstelling, het betaalorgaan voor landbouw, visserij en plattelandsontwikkeling aangewezen als IPARD-agentschap dat wordt belast met de in bijlage I bij de sectorale overeenkomst vastgestelde functies en verantwoordelijkheden.

(12)

De regering van Kroatië heeft de beheersautoriteit voor het programma Sapard/IPARD van het directoraat voor Plattelandsontwikkeling van het ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling aangewezen als beheersautoriteit die wordt belast met de in bijlage I bij de sectorale overeenkomst vastgestelde functies en verantwoordelijkheden.

(13)

Op 12 november 2008 heeft de voor de erkenning bevoegde functionaris de Europese Commissie overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 718/2007 in kennis gesteld van de erkenning van de nationale ordonnateur en van het nationaal fonds.

(14)

De nationale ordonnateur heeft de Europese Commissie op 12 november 2008 overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 718/2007 in kennis gesteld van de erkenning van de operationele structuur voor het beheer en de uitvoering van IPA — Afdeling V — Plattelandsontwikkeling voor de maatregelen 101, 103 en 301. Op 6 mei 2010 heeft de nationale ordonnateur besloten een addendum toe te voegen aan het besluit inzake nationale erkenning voor IPARD-maatregel 301.

(15)

Op 28 mei 2010 heeft de nationale ordonnateur de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 718/2007 in kennis gesteld van de erkenning van de operationele structuur voor het beheer en de uitvoering van IPA — Afdeling V — Plattelandsontwikkeling voor submaatregel 202/1 „Verwerving van vaardigheden”, maatregel 302 „Diversificatie en ontwikkeling van rurale economische activiteiten” en maatregel 501 „Technische bijstand”.

(16)

Op 21 december 2010 heeft de nationale ordonnateur de Europese Commissie in kennis gesteld van de intrekking van de erkenning van de operationele structuur voor het beheer en de uitvoering van IPA — Afdeling V — Plattelandsontwikkeling voor submaatregel 201/1.

(17)

Op 16 maart 2009 hebben de Kroatische autoriteiten overeenkomstig artikel 32, lid 3, van de sectorale overeenkomst de lijst van voor steun in aanmerking komende uitgaven voor de maatregelen 101, 103 en 301 aan de Commissie voorgelegd. De Commissie heeft deze lijst op 8 april 2009 goedgekeurd.

(18)

Op 29 oktober 2010 hebben de Kroatische autoriteiten overeenkomstig artikel 32, lid 3, van de sectorale overeenkomst de laatst gewijzigde lijst van voor steun in aanmerking komende uitgaven voor maatregel 302 aan de Commissie voorgelegd. De Commissie heeft deze lijst op 10 november 2010 goedgekeurd.

(19)

Op 24 november 2009 hebben de Kroatische autoriteiten overeenkomstig artikel 32, lid 3, van de sectorale overeenkomst de lijst van voor steun in aanmerking komende uitgaven voor maatregel 501 aan de Commissie voorgelegd. De Commissie heeft deze lijst op 29 maart 2010 goedgekeurd.

(20)

Het betaalorgaan voor landbouw, visserij en plattelandsontwikkeling, dat als IPARD-agentschap optreedt, en het directoraat voor Plattelandsontwikkeling van het ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling, dat als beheersautoriteit optreedt, zullen belast zijn met de uitvoering van de drie door de nationale ordonnateur erkende maatregelen: 301 „Verbetering en ontwikkeling van de plattelandsinfrastructuur”, 302 „Diversificatie en ontwikkeling van de economische bedrijvigheid op het platteland” en 501 „Technische bijstand” als omschreven in het programma; naast de twee in 2009 toegekende maatregelen, op een totaal van zeven uit het IPARD-programma.

(21)

Om rekening te houden met de eisen van artikel 19, lid 1, van de kaderovereenkomst, komen de krachtens dit besluit gemaakte uitgaven slechts voor cofinanciering door de Gemeenschap in aanmerking als zij niet vóór de datum van het besluit tot toekenning van de beheersbevoegdheden zijn betaald, met uitzondering van maatregel 501 „Technische bijstand” als bedoeld in artikel 19, lid 2, van de Kaderovereenkomst en de algemene kosten als bedoeld in artikel 172, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 718/2007. De uitgaven zijn subsidiabel als zij stroken met de beginselen van goed financieel beheer, met name zuinigheid en kosteneffectiviteit.

(22)

Op grond van Verordening (EG) nr. 718/2007 mag de verplichting tot voorafgaande goedkeuring overeenkomstig artikel 18, lid 2, van die verordening worden afgeschaft op basis van een analyse per geval waaruit blijkt dat de betrokken beheers- en controlesystemen naar behoren functioneren, en zijn nadere voorschriften voor de uitvoering van die analyse vastgesteld.

(23)

Overeenkomstig de artikelen 14 en 18 van Verordening (EG) nr. 718/2007 zijn de in de artikelen 11, 12 en 13 van die verordening bedoelde erkenningen beoordeeld en zijn de procedures en structuren van de betrokken instanties en autoriteiten, zoals omschreven in de door de nationale ordonnateur ingediende aanvraag, onderzocht, onder meer via controles ter plaatse.

(24)

De door de Commissie uitgevoerde controles voor maatregel 301 „Verbetering en ontwikkeling van de plattelandsinfrastructuur” en maatregel 302 „Diversificatie en ontwikkeling van de economische bedrijvigheid op het platteland” zijn gebaseerd op een systeem dat weliswaar voor alle betrokken elementen operationeel is, maar nog niet wordt toegepast.

(25)

Hoewel dit besluit geen betrekking heeft op de auditautoriteit op zich, is aan de hand van controles ter plaatse beoordeeld of deze autoriteit klaar is om als een functioneel onafhankelijke auditinstantie op te treden vanaf het ogenblik dat het pakket te erkennen maatregelen met betrekking tot de overdracht van het beheer bij de Commissie wordt ingediend.

(26)

De inachtneming door Kroatië van artikel 56, lid 2, van het Financieel Reglement en van de artikelen 11, 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 718/2007 is via controles ter plaatse beoordeeld.

(27)

Uit de beoordeling is gebleken dat Kroatië aan de vereisten voldoet voor de maatregelen 301 en 302. Het betaalorgaan voor landbouw, visserij en plattelandsontwikkeling, dat als IPARD-agentschap optreedt, heeft evenwel nog niet naar behoren uitvoering gegeven aan de erkenningscriteria voor de functies die het moet vervullen in het kader van de uitvoering van maatregel 501.

(28)

Het is dan ook passend overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 718/2007 de eis inzake goedkeuring vooraf als bedoeld in artikel 165 van het Financieel Reglement af te schaffen en aan de nationale ordonnateur, het nationaal fonds, het IPARD-agentschap en de beheersautoriteit op een gedecentraliseerde basis beheersbevoegdheden toe te kennen met betrekking tot de maatregelen 301 en 302 van het programma voor Kroatië.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Het beheer van de steun die wordt verleend in het kader van IPA — Afdeling V, met betrekking tot landbouw en plattelandsontwikkeling, wordt aan de betrokken instanties toegekend volgens de in dit besluit vastgestelde voorwaarden.

2. De eis inzake goedkeuring vooraf door de Commissie van de beheers-, betaal- en uitvoeringsfuncties voor maatregel 301 „Verbetering en ontwikkeling van de plattelandsinfrastructuur” en maatregel 302 „Diversificatie en ontwikkeling van de economische bedrijvigheid op het platteland” door de Republiek Kroatië wordt afgeschaft overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 718/2007.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing via de onderstaande structuren, instanties en autoriteiten die door de Republiek Kroatië zijn aangewezen voor het beheer van de maatregelen 301 en 302 van het programma in het kader van IPA — Afdeling V:

a)

de nationale ordonnateur;

b)

het nationaal fonds;

c)

de operationele structuur voor IPA — Afdeling V:

de beheersautoriteit;

het IPARD-agentschap.

Artikel 3

1. De beheersbevoegdheden worden toegekend aan de structuren, instanties en autoriteiten die zijn vastgesteld in artikel 2 van dit besluit.

2. De nationale autoriteiten blijven met betrekking tot de in artikel 2 van dit besluit vastgestelde structuren, instanties en autoriteiten verificaties verrichten om te garanderen dat het beheers- en controlesysteem naar tevredenheid functioneert. Deze verificaties worden verricht vóór de indiening van de eerste uitgavendeclaratie waarmee de vergoeding met betrekking tot de in artikel 1, lid 2, genoemde maatregelen wordt gevraagd.

Artikel 4

1. Uitgaven die vóór de datum van dit besluit zijn betaald, zijn in geen enkel geval subsidiabel, met uitzondering van de algemene kosten als bedoeld in artikel 172, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 718/2007.

2. De uitgaven zijn subsidiabel als zij stroken met de beginselen van goed financieel beheer, met name zuinigheid en kosteneffectiviteit.

Artikel 5

1. Onverminderd besluiten tot toekenning van steun in het kader van het IPARD-programma aan individuele begunstigden, gelden de regels inzake subsidiabiliteit van de uitgaven voor maatregel 301 die door Kroatië zijn voorgesteld bij brief nr. „Class: NP 018-04/09-01/106, Ref. number: 525-12-3-0472/09-2” van 16 maart 2009, geregistreerd door de Commissie op 26 maart 2009 onder nr. 8151.

1. Onverminderd besluiten tot toekenning van steun in het kader van het IPARD-programma aan individuele begunstigden, gelden de regels inzake subsidiabiliteit van de uitgaven voor maatregel 302 die door Kroatië zijn voorgesteld bij brief nr. „Class: NP 011-02/09-01/72, Ref. number: 525-12-3-0473/10-30” van 19 oktober 2010, geregistreerd door de Commissie op 29 oktober 2010 onder nr. 761752.

Artikel 6

1. De Commissie houdt toezicht op de naleving van de in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 718/2007 vastgestelde voorschriften met betrekking tot de toekenning van beheersbevoegdheden.

2. Op elk ogenblik tijdens de uitvoering van dit besluit kan de Commissie, wanneer zij van mening is dat de Republiek Kroatië niet langer aan haar verplichtingen uit hoofde van dit besluit voldoet, de toekenning van de beheersbevoegdheden intrekken of schorsen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 718/2007.

3. Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie zorgt de Republiek Kroatië voor:

onderzoek en effectieve aanpak van vermoede gevallen van fraude of onregelmatigheden en ziet zij toe op het functioneren van een controle- en meldingsprocedure die gelijkwaardig is aan de procedure als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie;

tenuitvoerlegging door haar nationale instanties van maatregelen ter voorkoming van fraude. De vastgestelde maatregelen ter voorkoming van fraude worden eveneens aan de Commissie meegedeeld.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2011.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie