Home

2011/379/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 juni 2011 betreffende de maandelijkse betalingen uit het ELGF ter vergoeding van de uitgaven die de betaalorganen van de lidstaten hebben gedaan in mei 2011 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 4497)

2011/379/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 juni 2011 betreffende de maandelijkse betalingen uit het ELGF ter vergoeding van de uitgaven die de betaalorganen van de lidstaten hebben gedaan in mei 2011 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 4497)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), en met name artikel 15, lid 2, en artikel 16,

Gezien Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO(2), en met name artikel 9,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op grond van artikel 14, lid 1, en artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 dient de Commissie een besluit te nemen over de maandelijkse betalingen aan de lidstaten ter vergoeding van de uitgaven die de erkende betaalorganen tijdens een bepaalde referentieperiode in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) hebben gedaan, en dient zij hiertoe de nodige financiële middelen ter beschikking van de lidstaten te stellen. Dat besluit wordt genomen aan de hand van de gegevens die de lidstaten aan de Commissie hebben verstrekt op grond van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2006.

  2. Op grond van artikel 17, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kan de Commissie, onverminderd de in de artikelen 30 en 31 van die verordening bedoelde besluiten in het kader van de goedkeuring van de rekeningen, de maandelijkse betalingen aan de lidstaten tijdelijk verlagen of opschorten indien zij uit de door de lidstaten verstrekte uitgavendeclaraties of gegevens niet kan concluderen dat de middelen overeenkomstig de betrokken communautaire voorschriften zijn aangewend. Voordien moet de Commissie de betrokken lidstaten in de gelegenheid hebben gesteld hun opmerkingen te maken.

  3. De Commissie dient erop toe te zien dat de lidstaten voldoen aan de in de Gemeenschapsregelgeving vastgestelde bepalingen en termijnen voor de betaling van steun of premies aan de rechthebbenden, omdat dit een aspect is van de regelmatigheid van de desbetreffende uitgaven. Op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 dient zij betalingen die buiten de in de Gemeenschapsregelgeving vastgestelde termijnen zijn verricht, aan te merken als bedragen die niet voor communautaire financiering in aanmerking komen. Daarbij moet de Commissie het bedrag van de aan de lidstaten toegekende maandelijkse betalingen verlagen en het financiële effect van de verlaging naar evenredigheid van de bij de betaling ontstane vertraging differentiëren door toepassing van de in artikel 9, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 883/2006 vastgestelde percentages. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening past de Commissie evenwel geen verlagingspercentage of een lager dan het vastgestelde verlagingspercentage toe indien voor bepaalde maatregelen sprake is van bijzondere omstandigheden bij het beheer of indien de betrokken lidstaten er gegronde redenen voor aanvoeren.

  4. De Commissie heeft geconstateerd dat België, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk een deel van hun uitgaven tot en met 31 maart 2011 na de voorgeschreven termijn hebben verricht.

  5. De Commissie is van oordeel dat België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk bij het beheer van bepaalde maatregelen bijzondere beheersproblemen hebben ondervonden of gegronde redenen hebben aangevoerd en dat het daarom passend is om in die gevallen geen verlagingspercentage of een lager dan het vastgestelde verlagingspercentage toe te passen, zoals hieronder is gespecificeerd.

  6. De volgende bedragen van de buiten de voorgeschreven termijnen gedane betalingen dienen in mindering te worden gebracht op de te verrichten maandelijkse betalingen aan de betrokken lidstaten: 13 215,75 EUR voor Ierland, 1 599 146,78 EUR voor Griekenland, 1 678 840,21 EUR voor Spanje, 6 820 961,97 EUR voor Frankrijk, 1 238 597,55 EUR voor Italië, 1 840 302,79 EUR voor Portugal, 82 816,73 EUR voor Roemenië, 346 334,22 EUR voor Slowakije en 156 316,53 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

  7. De betrokken lidstaten zijn in kennis gesteld van de voorgestelde verlagingen. Hun is om aanvullende inlichtingen en om hun standpunt gevraagd. De verlagingen zijn berekend met inachtneming van de door de Commissie ontvangen gegevens,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De maandelijkse betalingen ter dekking van de uitgaven die de betaalorganen van de lidstaten in het kader van het ELGF hebben gedaan in mei 2011, worden vastgesteld in de in de bijlage opgenomen tabel.

Het onderhavige besluit laat verdere besluiten die de Commissie in het kader van de boekhoudkundige en de conformiteitsgoedkeuring en in het kader van de procedures van de artikelen 17 en 17 bis van Verordening (EG) nr. 1290/2005 neemt, onverlet.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2011.

Voor de Commissie

Dacian Cioloş

Lid van de Commissie

BIJLAGE

(in EUR)

BELGIË

6 410 000

BULGARIJE

16 630 000

TSJECHIË

1 540 000

DENEMARKEN

1 040 000

DUITSLAND

15 290 000

ESTLAND

560 000

IERLAND

9 640 000

GRIEKENLAND

9 870 000

SPANJE

111 790 000

FRANKRIJK

79 950 000

ITALIË

168 260 000

CYPRUS

1 439 000

LETLAND

2 280 000

LITOUWEN

6 570 000

LUXEMBURG

59 000

HONGARIJE

17 480 000

MALTA

92 000

NEDERLAND

40 450 000

OOSTENRIJK

970 000

POLEN

61 270 000

PORTUGAL

27 190 000

ROEMENIË

58 430 000

SLOVENIË

1 190 000

SLOWAKIJE

4 230 000

FINLAND

300 000

ZWEDEN

–1 470 000

VERENIGD KONINKRIJK

101 780 000