Besluit 2011/640/GBVB van de Raad van 12 juli 2011 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de voorwaarden waaronder piraterijverdachten en in beslag genomen goederen door de Europese Unie geleide zeemacht worden overgedragen aan de Republiek Mauritius, en inzake de positie van de verdachten na de overdracht
Besluit 2011/640/GBVB van de Raad van 12 juli 2011 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de voorwaarden waaronder piraterijverdachten en in beslag genomen goederen door de Europese Unie geleide zeemacht worden overgedragen aan de Republiek Mauritius, en inzake de positie van de verdachten na de overdracht
Besluit 2011/640/GBVB van de Raad
van 12 juli 2011
betreffende de ondertekening en de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de voorwaarden waaronder piraterijverdachten en in beslag genomen goederen door de Europese Unie geleide zeemacht worden overgedragen aan de Republiek Mauritius, en inzake de positie van de verdachten na de overdracht
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 37, en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 218, leden 5 en 6,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 2 juni 2008 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1816 (2008) aangenomen, waarbij alle staten worden opgeroepen samen te werken bij de bepaling van de rechtsmacht en het onderzoek naar en de vervolging van personen die zich schuldig maken aan piraterij en gewapende overvallen in de Somalische wateren. De VNVR heeft deze bepalingen in vervolgresoluties herhaald.
(2) Op 10 november 2008 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB inzake een militaire operatie van de Europese Unie aangenomen, teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust [1] (operatie "Atalanta").
(3) Krachtens artikel 12 van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB kunnen in de territoriale wateren van Somalië gevangen genomen personen die ervan verdacht worden daden van piraterij of gewapende overvallen te beogen, te begaan of te hebben begaan, alsmede de goederen die tot uitvoering van deze daden gediend hebben, met het oog op de uitoefening van rechterlijke bevoegdheden worden overgedragen aan een derde staat die rechtsmacht wil uitoefenen ten aanzien van de bovengenoemde personen en goederen, mits de voorwaarden voor deze overdracht die met deze derde staat zijn overeengekomen, zijn vastgesteld overeenkomstig het toepasselijk internationaal recht, daaronder begrepen het internationaal recht inzake de mensenrechten, om in het bijzonder te waarborgen dat deze personen niet worden onderworpen aan de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling.
(4) Ingevolge het besluit van 22 maart 2010 houdende machtiging door de Raad, heeft de HV onderhandelingen geopend over een overeenkomst, op grond van artikel 37 VEU, tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de voorwaarden waaronder piraterijverdachten en in beslag genomen goederen door de door de Europese Unie geleide zeemacht worden overgedragen aan de Republiek Mauritius, en inzake de positie van de verdachten na de overdracht ("de overeenkomst").
(5) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de voorwaarden waaronder piraterijverdachten en in beslag genomen goederen door de door de Europese Unie geleide zeemacht worden overgedragen aan de Republiek Mauritius, en inzake de positie van de verdachten na de overdracht, wordt namens de Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Unie te binden.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 11, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving [2].
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 12 juli 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
J. Vincent-Rostowski
[1] PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33.
[2] De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
--------------------------------------------------