Home

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 4 oktober 2011 inzake het Europees register van goedgekeurde spoorwegvoertuigtypen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 6974) Voor de EER relevante tekst

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 4 oktober 2011 inzake het Europees register van goedgekeurde spoorwegvoertuigtypen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 6974) Voor de EER relevante tekst

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap(1), en met name artikel 34, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In overeenstemming met artikel 34, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG dient het Europees Spoorwegbureau een register op te zetten en bij te houden van typen voertuigen waarvoor de lidstaten een vergunning voor indienststelling op het spoorwegsysteem van de Unie hebben afgegeven.

  2. Bepaalde bestaande voertuigen kunnen niet worden gecategoriseerd onder een voertuigtype waarvoor overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn 2008/57/EG een vergunning is afgegeven. De mogelijkheid om de technische eigenschappen van alle in dienst gestelde voertuigen in een enkel register op te nemen, kan echter de spoorwegsector ten goede komen.

  3. Voor de beperkingen ten aanzien van de exploitatiewijze van het rijtuig, waarvan sprake is in artikel 33, lid 2, onder e), van Richtlijn 2008/57/EG, bestaat meestal een specifieke code. Deze beperkingscodes moeten worden geharmoniseerd. Nationale beperkingscodes mogen uitsluitend worden gebruikt voor de beperkingen die het gevolg zijn van bijzondere eigenschappen van het bestaande spoorwegsysteem van een lidstaat en die hoogstwaarschijnlijk niet in dezelfde zin van toepassing zijn in andere lidstaten. Het Bureau moet de lijst van de geharmoniseerde beperkingscodes en nationale codes bijhouden en op zijn website publiceren.

  4. Wanneer, in overeenstemming met artikel 34, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG, een typegoedkeuring in een lidstaat wordt verleend, gewijzigd, opgeschort of ingetrokken, moeten de nationale veiligheidsinstanties van deze lidstaat het Bureau daarvan in kennis stellen, zodat het Bureau het register kan bijwerken. Het register moet voertuigtypen omvatten waarvoor overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn 2008/57/EG een vergunning is afgegeven. Daarom moeten de nationale veiligheidsinstanties, wanneer ze het Bureau in kennis stellen, aangeven welke parameters van het betreffende type werden gecontroleerd overeenkomstig de aangemelde nationale voorschriften. De nationale veiligheidsinstanties gebruiken hiervoor het referentiedocument waarvan sprake is in artikel 27, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG.

  5. Het Europees Spoorwegbureau heeft zijn aanbeveling ERA/REC/07-2010/INT op 20 december 2010 ingediend bij de Commissie.

  6. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 29 van Richtlijn 2008/57/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Doel

Dit besluit stelt de specificatie vast voor het Europees register van goedgekeurde voertuigtypen als bedoeld in artikel 34 van Richtlijn 2008/57/EG.

Artikel 2 Specificatie van het Europees register van goedgekeurde voertuigtypen

1.

Het Bureau ontwikkelt en beheert het Europees register van goedgekeurde voertuigtypen, en houdt dit bij, op basis van de specificaties in de bijlagen I en II.

2.

Het Europees register van goedgekeurde voertuigtypen (ERATV) bevat gegevens over de typen voertuigen waarvoor de lidstaten overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn 2008/57/EG een vergunning hebben afgegeven.

3.

Voertuigtypen waarvoor een lidstaat vóór 19 juli 2010 een vergunning heeft afgegeven en waarvoor minstens één voertuig in minstens één lidstaat overeenkomstig artikel 22 of 24 van Richtlijn 2008/57/EG is goedgekeurd na 19 juli 2010, worden geacht te voldoen aan artikel 26 van Richtlijn 2008/57/EG en worden bijgevolg in het ERATV opgenomen. In dit geval hoeven uitsluitend de parameters te worden opgenomen die tijdens de typegoedkeuringsprocedure zijn gecontroleerd.

4.

De voertuigtypen die vrijwillig kunnen worden geregistreerd, zijn vermeld in deel 1 van bijlage I.

5.

De structuur van het nummer dat aan elk voertuigtype wordt toegekend, is bepaald in bijlage III.

6.

Het register moet uiterlijk 31 december 2012 operationeel zijn. Intussen publiceert het Bureau de informatie over goedgekeurde voertuigtypen op zijn website.

Artikel 3 Door de nationale veiligheidsinstanties te verzenden informatie

1.

De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale veiligheidsinstanties de informatie verstrekken over de typegoedkeuringen die ze hebben afgegeven, zoals bepaald in bijlage II.

2.

De nationale veiligheidsinstanties verstrekken de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie overeenkomstig de voorschriften in punt 5.2 van bijlage I.

3.

De nationale veiligheidsinstanties delen de informatie mee aan de hand van het standaard webformulier waarvan ze de relevante velden invullen.

4.

De nationale veiligheidsinstanties dienen ten laatste vier maanden na de inwerkingtreding van onderhavig besluit de informatie in over de vergunningen voor voertuigtypen die ze na 19 juli 2010 en vóór de inwerkingtreding van onderhavig besluit hebben verleend.

Artikel 4 Beperkingscodes

1.

Geharmoniseerde beperkingscodes zijn geldig in alle lidstaten.

De lijst van de geharmoniseerde beperkingscodes voor het hele spoorwegsysteem van de Unie wordt door het Bureau bijgehouden en op zijn website gepubliceerd.

Indien een nationale veiligheidsinstantie van mening is dat een nieuwe code aan de lijst van geharmoniseerde beperkingscodes moet worden toegevoegd, vraagt ze het Bureau de opname van deze nieuwe code te beoordelen.

Het Bureau beoordeelt het verzoek in overleg met andere nationale veiligheidsinstanties. Het neemt vervolgens een nieuwe beperkingscode in de lijst op indien dit nodig blijkt. Voorafgaand aan de bekendmaking van de aangepaste lijst legt het Bureau de lijst samen met het veranderingsverzoek en zijn beoordeling voor aan de Commissie.

De Commissie licht de lidstaten in via het comité dat is ingesteld conform artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG.

2.

Het Bureau houdt de lijst van nationale beperkingscodes bij. Nationale beperkingscodes mogen uitsluitend worden gebruikt voor de beperkingen die het gevolg zijn van bijzondere eigenschappen van het bestaande spoorwegsysteem van een lidstaat en die wellicht niet in dezelfde zin van toepassing zijn in andere lidstaten.

Voor soorten beperkingen die niet in de in lid 1 bedoelde lijst staan, verzoekt de nationale veiligheidsinstantie het Bureau om een nieuwe code in de lijst van nationale beperkingscodes op te nemen. Het Bureau beoordeelt het verzoek in overleg met andere nationale veiligheidsinstanties. Het neemt vervolgens een nieuwe beperkingscode in de lijst op indien dit nodig blijkt. Voorafgaand aan de bekendmaking van de aangepaste lijst legt het Bureau de lijst samen met het veranderingsverzoek en zijn beoordeling voor aan de Commissie.

De Commissie licht de lidstaten in via het comité dat is ingesteld conform artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG.

3.

De beperkingscodes voor multinationale veiligheidsinstanties worden verwerkt als nationale beperkingscodes.

4.

Niet-gecodeerde beperkingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor beperkingen die omwille van hun bijzondere karakter hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing zijn op meerdere voertuigtypen.

Artikel 5 Slotbepalingen

Artikel 6 Datum van toepassing

Artikel 7 Adressaten

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III