Home

2011/442/EU: Aanbeveling van de Commissie van 18 juli 2011 betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening Voor de EER relevante tekst

2011/442/EU: Aanbeveling van de Commissie van 18 juli 2011 betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening Voor de EER relevante tekst

21.7.2011

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/87


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 18 juli 2011

betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/442/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om consumenten ten volle gebruik te laten maken van de eengemaakte markt en om ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt naar behoren werkt, is het van essentieel belang te garanderen dat consumenten in de Europese Unie (hierna „de Unie” genoemd) toegang tot betalingsdiensten hebben. Momenteel wordt de beschikbaarheid van essentiële betalingsdiensten niet door betalingsdienstaanbieders verzekerd en evenmin door alle lidstaten in de Unie gegarandeerd.

(2)

Bestaande restrictieve toelaatbaarheidscriteria die door betalingsdienstaanbieders worden gehanteerd voor het openen van betaalrekeningen en verder reiken dan hetgeen de wet voorschrijft, verhinderen mogelijk de volledige toegang tot het recht op vrij verkeer van personen in de Unie. Het gebrek aan toegang tot betaalrekeningen belet consumenten bovendien toegang te hebben tot de gewone markt voor financiële diensten. Dit gaat ten koste van de financiële en sociale inclusie en treft vaak de meest kwetsbare groep van de bevolking. Het maakt het voor consumenten ook moeilijker toegang te hebben tot essentiële goederen en diensten. Daarom moeten beginselen inzake toegang tot elementaire betaalrekeningen worden vastgesteld. Dit is belangrijk voor het bevorderen van sociale inclusie en samenhang, zodat consumenten minimaal van een aantal gemeenschappelijke essentiële betalingsdiensten gebruik kunnen maken.

(3)

Het is van belang ervoor te zorgen dat beginselen inzake toegang tot elementaire betaalrekeningen in de hele Unie op consistente wijze worden toegepast. Om deze beginselen effectiever te maken, zouden deze echter ten uitvoer moeten worden gelegd met inachtneming van de diversiteit aan bankgebruiken in de Unie.

(4)

Deze aanbeveling bevat algemene beginselen voor het verstrekken van elementaire betaalrekeningen in de Unie.

(5)

Deze aanbeveling moet worden toegepast in samenhang met Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt(1). Dienovereenkomstig zijn de regels inzake de transparantie van voorwaarden en informatieverstrekking betreffende betalings-diensten ook op elementaire betaalrekeningen van toepassing.

(6)

De bepalingen van deze aanbeveling mogen de lidstaten of betalingsdienstaanbieders er niet van weerhouden maatregelen te nemen die overeenkomstig het Unierecht gerechtvaardigd zijn op rechtmatige gronden van openbare veiligheid en openbare orde.

(7)

In elke lidstaat moeten consumenten die wettig in de Unie verblijven en in die lidstaat geen betaalrekening hebben, over de mogelijkheid beschikken in die lidstaat een elementaire betaalrekening te openen en te gebruiken. Om voor de breedst mogelijke toegang tot elementaire betaalrekeningen te zorgen, moeten de lidstaten er zorg voor dragen dat consumenten toegang tot een dergelijke rekening hebben ongeacht hun financiële omstandigheden zoals werkloosheid of persoonlijk faillissement. Het recht op toegang tot een elementaire betaalrekening in elke lidstaat moet evenwel worden verleend overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme(2), met name met betrekking tot de „ken-uw-cliënt”-procedures.

(8)

Bovendien doet deze aanbeveling geen afbreuk aan de verplichting van de betalingsdienstaanbieder om het contract voor een elementaire betaalrekening in uitzonderlijke omstandigheden te beëindigen uit hoofde van desbetreffende Unie- of nationale wetgeving, zoals wetgeving inzake het witwassen van geld en terrorisme-financiering, of de preventie van en het onderzoek naar strafbare feiten.

(9)

Om er in het licht van hun specifieke nationale omstandigheden voor te zorgen dat elementaire betaalrekeningen beschikbaar zijn, moeten de lidstaten op grond van het transparantie-, non-discriminatie-, en evenredigheidsbeginsel één, meerdere of alle betalingsdienstaanbieders kunnen aanwijzen. De in dat verband door de lidstaten te nemen maatregelen mogen de concurrentie tussen betalingsdienstaanbieders niet vervalsen en moeten berusten op het transparantie-, non-discriminatie-, en evenredigheidsbeginsel. In dat verband moeten de lidstaten bekendmaken welke rechten en verplichtingen gelden voor de betalingsdienstaanbieders die met het verstrekken van een elementaire betaalrekening belast zijn.

(10)

Om voor transparantie en een eerlijke behandeling te zorgen en om de consument in staat te stellen het besluit van de betalingsdienstaanbieder aan te vechten, moet de betalingsdienstaanbieder de consument laten weten op welke gronden en met welke rechtvaardiging hem de toegang tot een elementaire betaalrekening wordt geweigerd.

(11)

In elke lidstaat moet de toegang tot een kernpakket van essentiële betalingsdiensten worden gegarandeerd. Een van de diensten die onlosmakelijk aan elementaire betaalrekeningen verbonden moeten zijn, is de mogelijkheid contant geld op de rekening te storten of van de rekening op te nemen. Deze diensten moeten de consument in staat stellen essentiële betalingstransacties uit te voeren zoals het ontvangen van een inkomen of uitkeringen, het betalen van rekeningen of belastingen en het aankopen van goederen en diensten, onder meer via automatische afschrijving, overmaking en het gebruik van een betaalkaart. Om voor de grootst mogelijke financiële inclusie te zorgen, moeten met deze diensten, indien technisch mogelijk, ook goederen en diensten online kunnen worden aangekocht. Deze diensten moeten de consument ook in staat stellen om, indien technisch mogelijk, via het onlinebank-systeem van de betalingsdienstaanbieder betalingsopdrachten te initiëren. Met een elementaire betaalrekening mogen echter geen betalingsopdrachten kunnen worden uitgevoerd die in een negatief saldo op de rekening zouden resulteren. Toegang tot krediet mag niet als een automatisch onderdeel of een aan een elementaire betaalrekening verbonden recht worden beschouwd.

(12)

Wanneer de betalingsdienstaanbieder aan de consument kosten in rekening brengt voor het openen, gebruikmaken van en sluiten van de rekening en voor het gebruik van diensten die er onlosmakelijk aan verbonden zijn zoals in deze aanbeveling omschreven, moet het totale in rekening gebrachte bedrag redelijk zijn voor de consument en dusdanig zijn dat het de consument in het licht van de specifieke nationale omstandigheden niet belet de elementaire betaalrekening te openen en van de daaraan verbonden diensten gebruik te maken. Alle aanvullende kosten die aan de consument in rekening worden gebracht wanneer hij een van de in de overeenkomst bepaalde voorwaarden niet naleeft, moeten eveneens redelijk zijn.

(13)

Om ervoor te zorgen dat het beginsel van redelijke kosten op consistente en efficiënte wijze ten uitvoer wordt gelegd, moeten de lidstaten vaststellen wat redelijke kosten zijn op basis van de in deze aanbeveling vervatte indicatieve criteria, die tezamen mogen worden overwogen.

(14)

Ter bevordering van financiële inclusie moeten ook maatregelen worden genomen om consumenten beter bewust te maken van de beschikbaarheid van elementaire betaalrekeningen. Daarom moeten de lidstaten en de betalingsdienstaanbieders aan de consumenten algemene, duidelijke en begrijpelijke informatie verstrekken over de belangrijkste kenmerken van en voorwaarden voor het gebruik van dergelijke rekeningen, alsook over de praktische werkwijze die de consument moet volgen om het recht op het openen van een elementaire betaalrekening uit te oefenen. De consument moet er ook van op de hoogte worden gebracht dat het voor de toegang tot een elementaire betaalrekening niet verplicht is aanvullende diensten aan te kopen.

(15)

De naleving van de bepalingen van deze aanbeveling vereist dat persoonsgegevens van consumenten worden verwerkt. Deze verwerking moet geschieden overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(3), met name de artikelen 6, 7, 10, 11, 12 en 17, zodat de verwerking eerlijk en wettig verloopt en het grondrecht op bescherming van de persoonsgegevens in acht wordt genomen, in het bijzonder wat betreft de algemene voorwaarden van noodzakelijkheid en evenredigheid, het recht van de betrokkene op toegang tot zijn eigen gegevens, de correctie en schrapping of blokkering van onjuiste gegevens en artikel 28 betreffende het toezicht op de naleving van Richtlijn 95/46/EG door onafhankelijke openbare gegevensbeschermingsautoriteiten.

(16)

Consumenten moeten toegang hebben tot effectieve buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures voor de schikking van geschillen die voortvloeien uit de in deze aanbeveling vervatte beginselen. Er mag gebruik worden gemaakt van bestaande organen en regelingen, bijvoorbeeld die welke zijn ingesteld voor de beslechting van geschillen betreffende de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit Richtlijn 2007/64/EG.

(17)

De tenuitvoerlegging van de in deze aanbeveling vervatte beginselen moet worden versterkt door toezicht op nationaal niveau. Bevoegde autoriteiten moeten gemachtigd worden om hun toezichttaken efficiënt te vervullen.

(18)

De lidstaten moeten over betrouwbare nationale statistieken beschikken over ten minste het aantal elementaire betaalrekeningen dat geopend is, het aantal weigeringen en sluitingen van elementaire betaalrekeningen en de kosten die aan elementaire betaalrekeningen zijn verbonden. Daartoe wordt de lidstaten verzocht van alle relevante informatiebronnen gebruik te maken. Zij moeten deze informatie jaarlijks en voor het eerst uiterlijk op 1 juli 2012 aan de Commissie verstrekken.

(19)

De lidstaten moet worden verzocht uiterlijk zes maanden na de publicatie van deze aanbeveling de nodige maatregelen te nemen om te zorgen voor de toepassing ervan. Op basis van de rapportage van de lidstaten zal de Commissie tot 1 juli 2012 de genomen maatregelen volgen en beoordelen. Op basis daarvan zal de Commissie eventueel vereiste maatregelen voorstellen, zo nodig van wetgevende aard, om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze aanbeveling ten volle worden verwezenlijkt.

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

AFDELING I

Definities

1.

Voor de toepassing van deze aanbeveling wordt verstaan onder:

a) „consument”: een natuurlijke persoon die voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit handelt;

b) „betalingsdienstaanbieder”: de betalingsdienstaanbieder(s) als omschreven in artikel 4, lid 9, van Richtlijn 2007/64/EG, die overeenkomstig lid 3 belast is (zijn) met het verstrekken van elementaire betaalrekeningen;

c) „betaalrekening”: op naam van één consument aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

d) „betalingstransactie”: een betalingstransactie als omschreven in artikel 4, lid 5, van Richtlijn 2007/64/EG;

e) „geldmiddelen”: geldmiddelen als omschreven in artikel 4, lid 15, van Richtlijn 2007/64/EG;

f) „contract”: een raamcontract als omschreven in artikel 4, lid 12, van Richtlijn 2007/64/EG.

AFDELING II

Recht op toegang

2.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat elke wettig in de Unie verblijvende consument het recht heeft bij een betalingsdienstaanbieder die op hun grondgebied actief is, een elementaire betaalrekening te openen en te gebruiken mits hij op hun grondgebied nog niet over een betaalrekening beschikt waarmee hij gebruik kan maken van de in lid 6 genoemde betalingsdiensten. Dit recht moet ongeacht de financiële omstandigheden van de consument gelden.

3.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat binnen hun rechtsgebied ten minste één betalingsdienstaanbieder met het verstrekken van elementaire betaalrekeningen is belast. Daarbij moeten zij rekening houden met de geografische ligging en het marktaandeel van de betalingsdienstaanbieders in hun rechtsgebied. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat daardoor de concurrentie tussen betalingsdienstaanbieders niet wordt vervalst.

4.

De lidstaten moeten maatregelen nemen om te garanderen dat betalingsdienst-aanbieders transparante, billijke en betrouwbare systemen gebruiken om na te gaan of de consument al dan niet reeds over een betaalrekening beschikt.

5.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat wanneer een aanvraag voor toegang tot een elementaire betaalrekening geweigerd wordt, de betalingsdienstaanbieder de consument onmiddellijk schriftelijk en gratis op de hoogte brengt van de gronden en de rechtvaardiging voor deze weigering. Bij wetgeving kunnen beperkingen op dit recht op informatie worden opgelegd indien de beperking een noodzakelijke en evenredige maatregel vormt ter bescherming van doelstellingen van nationale veiligheid en openbare orde.

AFDELING III

Kenmerken van een elementaire betaalrekening

6.

Een elementaire betaalrekening moet de volgende betalingsdiensten omvatten:

a)

diensten waarmee alle verrichtingen kunnen worden uitgevoerd die nodig zijn voor het openen, gebruiken en sluiten van een betaalrekening;

b)

diensten waarmee geld op een betaalrekening kan worden gestort;

c)

diensten waarmee contant geld van een betaalrekening kan worden opgenomen;

d)

uitvoering van betalingstransacties, met inbegrip van geldovermakingen op of vanaf een betaalrekening bij de betalingsdienstaanbieder van de consument of bij een andere betalingsdienstaanbieder naar aanleiding van:

i)

de uitvoering van een automatische afschrijving;

ii)

de uitvoering van betalingstransacties met een betaalkaart waarmee geen betalingstransacties kunnen worden uitgevoerd die het saldo op de betaalrekening zouden overschrijden;

iii)

de uitvoering van overmakingen.

7.

De toegang tot een elementaire betaalrekening mag niet afhankelijk worden gesteld van het aankopen van aanvullende diensten.

8.

De betalingsdienstaanbieder mag noch expliciet noch stilzwijgend samen met een elementaire betaalrekening overschrijdingskrediet aanbieden. Een betalingsopdracht aan de betalingsdienstaanbieder van de consument mag niet worden uitgevoerd indien dit in een negatief saldo op de elementaire betaalrekening van de consument zou resulteren.

AFDELING IV

Verbonden kosten

9.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat een elementaire betaalrekening hetzij gratis, hetzij tegen een redelijke kostprijs wordt aangeboden.

10.

Wanneer een betalingsdienstaanbieder aan de consument kosten in rekening brengt voor het openen, gebruiken en sluiten van een elementaire betaalrekening of voor de gebruikmaking van één, meerdere of alle in lid 6 genoemde diensten, moet het totale bedrag aan kosten dat ten laste van de consument komt, redelijk zijn.

11.

Alle aanvullende vergoedingen die de betalingsdienstaanbieder in verband met een contract voor een elementaire betaalrekening in rekening kan brengen, ook in geval van niet-naleving van de in het contract bepaalde verbintenissen van de consument, moeten redelijk zijn.

12.

De lidstaten moeten op basis van één of meer van de volgende criteria vaststellen wat redelijke kosten zijn:

a)

nationaal inkomen;

b)

gemiddelde kosten die in die lidstaat aan betaalrekeningen verbonden zijn;

c)

totale kosten voor het verstrekken van een elementaire betaalrekening;

d)

nationaal consumptieprijzen.

AFDELING V

Algemene informatie

13.

De lidstaten moeten campagnes opzetten om het publiek beter bewust te maken van de beschikbaarheid van betaalrekeningen, de prijsvoorwaarden, de te volgen procedures om het recht op toegang tot een elementaire betaalrekening uit te oefenen en de toe te passen methoden om toegang te hebben tot een buitengerechtelijk klachten- en beroepsmechanisme.

14.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat betalingsdienstaanbieders voor de consumenten informatie beschikbaar stellen over de specifieke kenmerken van de aangeboden elementaire betaalrekeningen en de daaraan verbonden kosten en gebruiksvoorwaarden. De consument moet er ook van op de hoogte worden gebracht dat het voor de toegang tot een elementaire betaalrekening niet verplicht is aanvullende diensten aan te kopen.

AFDELING VI

Toezicht en buitengerechtelijke geschillenbeslechtingsmechanismen

15.

De lidstaten moeten bevoegde autoriteiten aanwijzen die ervoor zorgen en erop toezien dat de in deze aanbeveling vervatte beginselen daadwerkelijk worden nageleefd. Deze aangewezen bevoegde autoriteiten moeten onafhankelijk zijn van betalingsdienstaanbieders.

16.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat passende en doeltreffende klachten- en beroepsprocedures worden ingesteld voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen betalingsdienstaanbieders en consumenten betreffende rechten en verplichtingen die op grond van de beginselen van deze aanbeveling zijn vastgesteld, waarbij in voorkomend geval van bestaande instanties gebruik wordt gemaakt. De lidstaten dragen er voorts zorg voor dat alle betalingsdienstaanbieders die belast zijn met het verstrekken van elementaire betaalrekeningen, aangesloten zijn bij één of meer van dergelijke instanties die dergelijke klachten- en beroepsprocedures uitvoeren.

17.

De lidstaten dragen er zorg voor dat de in lid 16 bedoelde instanties actief samenwerken bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen.

AFDELING VII

Statistische informatie

18.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat betalingsdienstaanbieders aan de nationale autoriteiten jaarlijks betrouwbare informatie verstrekken over ten minste het aantal elementaire betaalrekeningen dat geopend is, het aantal aanvragen voor elementaire betaalrekeningen dat geweigerd is, en de redenen daarvoor, het aantal sluitingen van dergelijke rekeningen, alsook de kosten die aan elementaire betaalrekeningen zijn verbonden. Deze informatie moet in een samengevoegde vorm worden verstrekt.

19.

De lidstaten wordt verzocht jaarlijks en voor het eerst uiterlijk op 1 juli 2012 aan de Commissie informatie te verstrekken over het aantal elementaire betaalrekeningen dat geopend is, het aantal aanvragen voor elementaire betaalrekeningen dat geweigerd is, en de redenen daarvoor, het aantal sluitingen van dergelijke rekeningen, alsook de kosten die aan elementaire betaalrekeningen zijn verbonden.

AFDELING VIII

Slotbepalingen

20.

De lidstaten wordt verzocht uiterlijk zes maanden na de publicatie van deze aanbeveling de nodige maatregelen te nemen om te zorgen voor de toepassing van de aanbeveling en de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die overeenkomstig deze aanbeveling zijn genomen.

21.

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2011.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie