De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1670/2006 bedoelde coëfficiënten voor de granen die in het Verenigd Koninkrijk worden gebruikt voor de vervaardiging van Scotch whisky, worden voor de periode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012 vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1094/2011 van de Commissie van 28 oktober 2011 tot vaststelling, voor de periode 2011/2012, van de coëfficiënten voor de in de vorm van Scotch whisky uitgevoerde granen
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1094/2011 van de Commissie van 28 oktober 2011 tot vaststelling, voor de periode 2011/2012, van de coëfficiënten voor de in de vorm van Scotch whisky uitgevoerde granen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”)(1),
Gezien Verordening (EG) nr. 1670/2006 van de Commissie van 10 november 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad wat de vaststelling en de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen betreft(2), en met name artikel 5,
Overwegende hetgeen volgt:
In artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1670/2006 is bepaald dat de hoeveelheden granen waarvoor de restitutie wordt toegekend, de hoeveelheden zijn die onder controle zijn geplaatst en zijn gedistilleerd en waarop een jaarlijks voor elke betrokken lidstaat vast te stellen coëfficiënt is toegepast. Deze coëfficiënt geeft de verhouding weer tussen de in totaal uitgevoerde hoeveelheden en de in totaal in de handel gebrachte hoeveelheden van de betrokken alcoholhoudende drank, en wel op basis van de ontwikkeling van die hoeveelheden tijdens het aantal jaren dat overeenkomt met de gemiddelde rijpingsperiode van die alcoholhoudende drank.
Volgens de gegevens die het Verenigd Koninkrijk heeft verstrekt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2010, bedroeg de gemiddelde rijpingsperiode van Scotch whisky in 2010 acht jaar.
Verordening (EU) nr. 1113/2010 van de Commissie van 1 december 2010 tot vaststelling, voor de periode 2010/2011, van de coëfficiënten voor de in de vorm van Scotch whisky uitgevoerde granen(3) heeft niet langer effect aangezien zij betrekking heeft op de coëfficiënten voor de periode 2010/2011. Derhalve dienen de coëfficiënten voor de periode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012 te worden vastgesteld.
Op grond van artikel 10 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte mogen geen restituties worden verleend bij uitvoer naar Liechtenstein, IJsland en Noorwegen. Bovendien heeft de EU in overeenkomsten met sommige derde landen afgesproken geen uitvoerrestituties te verlenen. Bijgevolg dient dit overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1670/2006 in aanmerking te worden genomen bij de berekening van de coëfficiënt voor de periode 2011/2012,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel Barroso
BIJLAGE
Periode van toepassing |
Coëfficiënt voor |
|
---|---|---|
de vermoute gerst die wordt gebruikt voor de vervaardiging van malt whisky |
de granen die worden gebruikt voor de vervaardiging van grain whisky |
|
Van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012 |
0,296 |
0,229 |