Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1208/2011 van de Commissie van 22 november 2011 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 288/2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1208/2011 van de Commissie van 22 november 2011 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 288/2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”)(1), en met name artikel 103 nonies, onder f), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Gelet op de ervaring die is opgedaan met het beheer van de schoolfruitregeling die is ingesteld bij artikel 103 octies bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en om de uitvoering ervan te vergemakkelijken, moet een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie(2) worden verduidelijkt en worden vereenvoudigd.

  2. Krachtens artikel 103 octies bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 moeten de lidstaten de begeleidende maatregelen aannemen die noodzakelijk zijn voor de doeltreffendheid van hun regeling. Begeleidende maatregelen komen niet in aanmerking voor EU-steun voor de schoolfruitregeling. Derhalve moeten dergelijke maatregelen nauwkeuriger worden onderscheiden van de communicatiemaatregelen die voor EU-steun in aanmerking komen.

  3. Artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 288/2009 bevat een overzicht van de kosten die voor EU-steun in aanmerking komen. Met het oog op een correct financieel beheer en de controle van de uitgaven moet duidelijker worden aangegeven welke kosten voor EU-steun in aanmerking komen. Om de doeltreffendheid van de regeling te waarborgen, moet worden bepaald dat personeelskosten niet voor EU-steun in aanmerking mogen komen, tenzij het gaat om bepaalde personeelskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de uitvoering van de regeling.

  4. Uit de ervaring is gebleken dat de uitvoeringsvoorschriften voor steunaanvragen en voor de betaling van de steun waarin Verordening (EG) nr. 288/2009 voorziet, moeilijk zijn toe te passen op entiteiten die belast kunnen worden met toezichts-, evaluatie- en communicatietaken in het kader van de schoolfruitregeling wanneer deze entiteiten niet betrokken zijn bij de levering van de producten. Daarom moet worden verduidelijkt onder welke voorwaarden steun mag worden verleend voor toezichts-, evaluatie- en communicatiewerkzaamheden.

  5. Ter beperking van de controle-eisen met betrekking tot steunaanvragers die alleen belast zijn met toezichts-, evaluatie- en communicatietaken, moeten de voorschriften voor controles worden vereenvoudigd. Gezien het bijzondere karakter van deze taken moeten zij alleen worden onderworpen aan administratieve controles en niet aan controles ter plaatse.

  6. In artikel 3, lid 5, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 288/2009 is er sprake van een inconsistentie tussen de verschillende taalversies wat betreft de tenuitvoerlegging van de schoolfruitregeling door de lidstaten. In een aantal taalversies moet worden verduidelijkt dat lidstaten die meer dan één regeling ten uitvoer willen leggen, voor elke regeling een strategie moeten opstellen.

  7. Verordening (EG) nr. 288/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd.

  8. Met het oog op de programmering en om te waarborgen dat de voorschriften tijdens de toepasselijke periode niet worden aangepast, moeten de wijzigingen die bij deze verordening worden doorgevoerd, worden toegepast vanaf het begin van de huidige uitvoeringsperiode van de schoolfruitregeling, namelijk 1 augustus 2011.

  9. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Verordening (EG) nr. 288/2009

Verordening (EG) nr. 288/2009 wordt als volgt gewijzigd:

  1. artikel 3, lid 4, wordt vervangen door:

    „4.

    De lidstaten beschrijven in hun strategie welke begeleidende maatregelen zij vaststellen om de geslaagde uitvoering van hun regeling te garanderen. Deze maatregelen zijn van educatieve aard, hebben tot doel de kennis over de groente- en fruitsector of gezonde eetgewoonten bij de doelgroep te verbeteren, en kunnen ook gericht zijn op docenten en ouders.”;

  2. artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

      1. de eerste alinea wordt vervangen door:

        „De volgende kosten komen in aanmerking voor de EU-steun waarin artikel 103 octies bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorziet:

        1. kosten van onder de schoolfruitregeling vallende groente-, fruit- en banaanproducten die aan een onderwijsinstelling worden geleverd;

        2. aanverwante kosten die rechtstreeks verbonden zijn met de uitvoering van een schoolfruitregeling en uitsluitend worden gemaakt voor:

          1. het aankopen, huren en huurkopen van apparatuur, indien de strategie daarin voorziet;

          2. de in artikel 12 bedoelde controle- en evaluatiewerkzaamheden die rechtstreeks verbonden zijn met de schoolfruitregeling;

          3. communicatie die rechtstreeks verbonden is met de verstrekking van informatie over de schoolfruitregeling aan het bredere publiek, met inbegrip van kosten voor de in artikel 14, lid 1, bedoelde poster. Deze kosten kunnen ook betrekking hebben op een of meer van de volgende communicatiemaatregelen en -activiteiten:

            • voorlichtingscampagnes via radio of televisie, elektronische communicatie, kranten en soortgelijke communicatiemiddelen;

            • voorlichtingsbijeenkomsten, conferenties, seminars and workshops waar het bredere publiek wordt geïnformeerd over de regeling, en soortgelijke evenementen;

            • informatie- en promotiemateriaal, zoals brieven, folders, brochures en gadgets.”;

      2. de volgende alinea wordt toegevoegd:

        „Belasting toegevoegde waarde (btw) en personeelskosten komen niet in aanmerking voor de EU-steun waarin artikel 103 octies bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorziet, met uitzondering van personeelskosten die deel uitmaken van de kosten die verbonden zijn met de in de eerste alinea genoemde activiteiten voor zover deze activiteiten zijn uitbesteed.”;

    2. lid 2 wordt vervangen door:

      „2.

      Het totaal van de in lid 1, eerste alinea, onder b), punt iii), bedoelde kosten vormt een vast bedrag dat na de in artikel 4, lid 4, bedoelde definitieve toewijzing maximaal 5 % uitmaakt van het jaarlijkse bedrag aan EU-steun dat aan de betrokken lidstaat is toegewezen.

      Het totaal van de in lid 1, eerste alinea, onder b), punten i) en ii), bedoelde kosten bedraagt na de in artikel 4, lid 4, bedoelde definitieve toewijzing maximaal 10 % van het jaarlijkse bedrag aan EU-steun dat aan de betrokken lidstaat is toegewezen.”;

  3. artikel 7 wordt vervangen door:

    „Artikel 7 Voorwaarden voor de erkenning van steunaanvragers

    1.

    De bevoegde autoriteit koppelt de erkenning van steunaanvragers aan de volgende schriftelijke verbintenissen van de zijde van de aanvrager:

    1. de producten die gefinancierd worden in het kader van een schoolfruitregeling die aan het bepaalde in deze verordening voldoet, worden gebruikt voor consumptie door kinderen die behoren tot de onderwijsinstelling of tot de instellingen waarvoor steun zal worden aangevraagd;

    2. de steun wordt gebruikt voor het toezicht op en de evaluatie van de schoolfruitregeling of voor de communicatie die aansluit bij het doel van de regeling;

    3. ten onrechte betaalde steun voor de betrokken hoeveelheden wordt terugbetaald wanneer is geconstateerd dat de producten niet aan de in artikel 2 bedoelde kinderen zijn verstrekt of dat de steun is betaald voor producten die niet in aanmerking komen voor steun op grond van deze verordening;

    4. bij fraude of ernstige nalatigheid wordt een bedrag betaald dat overeenstemt met het verschil tussen het initieel betaalde bedrag en het bedrag waarop de aanvrager recht heeft;

    5. bewijsstukken worden ter beschikking van de bevoegde autoriteiten gesteld wanneer deze daarom verzoeken;

    6. alle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat vastgestelde controles, met name wat de verificatie van de boekhouding en fysieke inspecties betreft, worden toegelaten.

    2.

    Op de in artikel 6, lid 2, onder e), punt ii), bedoelde steunaanvragers is alleen het onderhavige artikel, lid 1, onder b), d) en e), van toepassing.

    3.

    De in artikel 6, lid 2, onder c) en d) en onder e), punt i), bedoelde steunaanvragers gaan een aanvullende schriftelijke verbintenis aan om een boekhouding te voeren met daarin de naam en het adres van de onderwijsinstellingen of, in voorkomend geval, van de regelende gezagsorganen, alsmede de aan deze instellingen of organen verkochte of geleverde producten en hoeveelheden.

    4.

    Een lidstaat kan de aanvrager verplichten om aanvullende schriftelijke verbintenissen aan te gaan.”;

  4. artikel 8 wordt geschrapt;

  5. artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 wordt vervangen door:

      „1.

      De steunaanvragen worden op de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat voorgeschreven wijze gedaan.

      Steunaanvragen van de in artikel 6, lid 2, onder a) tot en met d) en onder e), punt i), bedoelde aanvragers bevatten ten minste de volgende informatie:

      1. de gedistribueerde hoeveelheden;

      2. de naam en het adres of het identificatienummer van de onderwijsinstelling of het regelende gezagsorgaan waarop de onder a) bedoelde informatie betrekking heeft;

      3. het aantal tot de doelgroep behorende kinderen van de betrokken onderwijsinstelling, zoals omschreven in de strategie van de lidstaat;

      4. de door de lidstaat vast te stellen bewijsstukken.”;

    2. aan lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

      „Voor steunaanvragen voor het overeenkomstig artikel 12 opgestelde evaluatieverslag geldt als uiterste datum de laatste dag van de eerste maand na de in artikel 12, lid 2, bedoelde evaluatietermijn.”;

    3. lid 4, eerste zin, wordt vervangen door:

      „De bedragen die in de aanvraag worden aangevraagd, worden gestaafd met bewijsstukken die ter beschikking van de bevoegde autoriteiten worden gehouden.”;

  6. artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

      „Met betrekking tot in artikel 6, lid 2, onder a) tot en met d) en onder e), punt i), bedoelde steunaanvragers wordt de steun slechts betaald:”;

    2. het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

      "1 bis.

      Met betrekking tot in artikel 6, lid 2, onder e), punt ii), bedoelde steunaanvragers wordt de steun slechts betaald na de levering van de betrokken goederen of diensten en na de indiening van de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlangde bewijsstukken.”;

    3. in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

      „Als de in artikel 10, lid 3, bedoelde termijn met twee maanden wordt overschreden, wordt de steun met nog eens 1 % per extra dag verminderd.”;

  7. artikel 12, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.

    De lidstaten evalueren de uitvoering van hun schoolfruitregeling en beoordelen de doeltreffendheid ervan. Voor de uitvoeringsperiode 1 augustus 2010 – 31 juli 2011 stellen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 29 februari 2012 in kennis van de resultaten van hun evaluatie. Voor de daaropvolgende uitvoeringsperioden dienen de lidstaten uiterlijk eind februari van elk vijfde jaar na 29 februari 2012 bij de Commissie een evaluatieverslag in over de voorgaande uitvoeringsperiode van vijf jaar.”;

  8. artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    1. de leden 1 en 2 worden vervangen door:

      „1.

      De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening te garanderen. Deze maatregelen omvatten een volledige administratieve controle van alle steunaanvragen.

      2.

      In gevallen waarin een in artikel 6, lid 2, onder a) tot en met d) en onder e), punt i), bedoelde steunaanvrager de steun aanvraagt, omvatten de administratieve controles ook een door de lidstaat bepaalde controle van de bewijsstukken met betrekking tot de levering van de producten. De administratieve controles worden aangevuld met controles ter plaatse van met name:

      1. de in artikel 7 bedoelde boekhouding, met inbegrip van de financiële boekhouding, met name aankoop- en verkoopfacturen en bankafschriften;

      2. het gebruik van de gesubsidieerde producten overeenkomstig deze verordening, met name wanneer er redenen zijn voor een vermoeden van onregelmatigheid.”;

    2. het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

      „2 bis

      In gevallen waarin een in artikel 6, lid 2, onder e), punt ii), bedoelde aanvrager de steun aanvraagt, omvatten de administratieve controles ook een controle op de levering van de betrokken goederen of diensten en op de waarachtigheid van de uitgaven waarvoor een vergoeding wordt aangevraagd.”;

    3. in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

      "Voor elke periode van 1 augustus tot en met 31 juli worden ten minste 5 % van de op nationaal niveau verdeelde steun en ten minste 5 % van alle in artikel 6, lid 2, onder a) tot en met d) en onder e), punt i), bedoelde aanvragers ter plaatse gecontroleerd.";

    4. in lid 6, eerste zin, wordt de verwijzing naar punt e) vervangen door een verwijzing naar artikel 6, lid 2, onder e), punt i);

  9. artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 2 wordt vervangen door:

      „2.

      Lidstaten die besluiten geen gebruik te maken van de in lid 1 bedoelde poster, lichten in hun strategie duidelijk toe hoe zij het publiek over de financiële bijdrage van de Europese Unie aan hun regeling zullen informeren.”;

    2. het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

      „2 bis.

      Op websites en bij andere in artikel 5, lid 1, onder b), punt iii), bedoelde communicatie-instrumenten met betrekking tot de schoolfruitregeling van een lidstaat komt in elk geval de Europese vlag voor en wordt de Europese schoolfruitregeling vermeld, alsmede dat deze financieel wordt gesteund door de Europese Unie.”;

  10. artikel 15, lid 1, tweede alinea, onder a) en b), wordt vervangen door:

    1. de resultaten van de op grond van artikel 12, lid 1, verrichte controles, welke per e-mail worden verstuurd naar AGRI-HORT-SCHOOLFRUIT@ec.europa.eu;

    2. de bijzonderheden en bevindingen van de krachtens de artikelen 13 en 16 verrichte controles ter plaatse, welke per e-mail worden verstuurd naar AGRI-J2@ec.europa.eu."

„Artikel 7 Voorwaarden voor de erkenning van steunaanvragers

1.

De bevoegde autoriteit koppelt de erkenning van steunaanvragers aan de volgende schriftelijke verbintenissen van de zijde van de aanvrager:

  1. de producten die gefinancierd worden in het kader van een schoolfruitregeling die aan het bepaalde in deze verordening voldoet, worden gebruikt voor consumptie door kinderen die behoren tot de onderwijsinstelling of tot de instellingen waarvoor steun zal worden aangevraagd;

  2. de steun wordt gebruikt voor het toezicht op en de evaluatie van de schoolfruitregeling of voor de communicatie die aansluit bij het doel van de regeling;

  3. ten onrechte betaalde steun voor de betrokken hoeveelheden wordt terugbetaald wanneer is geconstateerd dat de producten niet aan de in artikel 2 bedoelde kinderen zijn verstrekt of dat de steun is betaald voor producten die niet in aanmerking komen voor steun op grond van deze verordening;

  4. bij fraude of ernstige nalatigheid wordt een bedrag betaald dat overeenstemt met het verschil tussen het initieel betaalde bedrag en het bedrag waarop de aanvrager recht heeft;

  5. bewijsstukken worden ter beschikking van de bevoegde autoriteiten gesteld wanneer deze daarom verzoeken;

  6. alle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat vastgestelde controles, met name wat de verificatie van de boekhouding en fysieke inspecties betreft, worden toegelaten.

2.

Op de in artikel 6, lid 2, onder e), punt ii), bedoelde steunaanvragers is alleen het onderhavige artikel, lid 1, onder b), d) en e), van toepassing.

3.

De in artikel 6, lid 2, onder c) en d) en onder e), punt i), bedoelde steunaanvragers gaan een aanvullende schriftelijke verbintenis aan om een boekhouding te voeren met daarin de naam en het adres van de onderwijsinstellingen of, in voorkomend geval, van de regelende gezagsorganen, alsmede de aan deze instellingen of organen verkochte of geleverde producten en hoeveelheden.

4.

Een lidstaat kan de aanvrager verplichten om aanvullende schriftelijke verbintenissen aan te gaan.”;

Artikel 2 Rectificatie van Verordening (EG) nr. 288/2009

Betreft niet de Nederlandse versie.

Artikel 3 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2011.