Home

Verordening (EU) nr. 1341/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

Verordening (EU) nr. 1341/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, in het licht van de gemeenschappelijke ontwerptekst goedgekeurd door het Bemiddelingscomité op 31 oktober 2011(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het beleid van de Unie op gebied van ontwikkelingssamenwerking heeft de vermindering en uiteindelijk de uitbanning van de armoede tot doel.

  2. De Unie heeft zich, als lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), ertoe verbonden de handel te integreren in ontwikkelingsstrategieën en het internationale handelsverkeer te stimuleren om ontwikkeling te bevorderen en armoede wereldwijd terug te dringen en op lange termijn uit te bannen.

  3. De Unie steunt de groep landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) bij hun inspanningen voor armoedebestrijding en duurzame economische en sociale ontwikkeling en erkent het belang van hun basisproducten.

  4. De Unie heeft zich verbonden tot het verlenen van steun voor de vlotte en geleidelijke integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie met het oog op duurzame ontwikkeling. De belangrijkste bananenuitvoerende ACS-landen kunnen wellicht met problemen worden geconfronteerd, door de veranderende handelsvoorwaarden, met name de liberalisering van het tarief van Most Favoured Nation in het kader van de WTO en de bestaande of toekomstige bilaterale of regionale overeenkomsten tussen de Unie en landen in Latijns-Amerika. Daarom moet Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad worden aangevuld met een programma van begeleidende maatregelen voor de ACS-bananensector („het BAM-programma”)(2).

  5. De financiële steunmaatregelen die in het kader van het BAM-programma zullen worden vastgesteld, moeten tot doel hebben de levensstandaard en de leefomstandigheden van de bevolking in bananenproducerende gebieden en in de bananenwaardeketens, in het bijzonder kleine telers en kleine bedrijfseenheden, te verbeteren en te zorgen voor de naleving van de arbeidsnormen en van de normen inzake gezondheid en veiligheid op het werk, alsmede van milieunormen, namelijk deze betreffende het gebruik van en blootstelling aan pesticiden. Die maatregelen moeten daarom de aanpassing ondersteunen en, voor zover relevant, de reorganisatie omvatten van gebieden die afhankelijk zijn van de bananenuitvoer naar de Europese Unie in de vorm van begrotingssteun voor specifieke sectoren of maatregelen voor specifieke projecten. De maatregelen moeten rekening houden met de verwachte ontwikkeling van de bananenuitvoersector, en gericht zijn op de totstandbrenging van een beleid voor sociale veerkracht, economische diversificatie of investeringen ter verbetering van het concurrentievermogen wanneer dat haalbaar is, met inachtneming van de resultaten van en de ervaring opgedaan met de bijzondere regeling voor bijstand aan traditionele ACS-leveranciers van bananen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2686/94 van de Raad(3), en de bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS-leveranciers van bananen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad(4) en Verordening (EG) nr. 1609/1999 van de Commissie(5). De Unie erkent dat bevordering van een eerlijker verdeling van de bananenopbrengsten belangrijk is.

  6. Het BAM-programma moet voorzien in begeleidende maatregelen bij het aanpassingsproces in ACS-landen die in de afgelopen jaren aanzienlijke hoeveelheden bananen naar de Unie hebben uitgevoerd en die mogelijk zullen worden getroffen door de liberalisering in het kader van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen(6) of als gevolg van bestaande of toekomstige bilaterale of regionale overeenkomsten tussen de Unie en bepaalde landen in Latijns-Amerika. Het BAM-programma bouwt voort op de bijzondere kaderregeling voor bijstand aan de traditionele ACS-leveranciers van bananen. Het is in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de Unie in het kader van de WTO en is gericht op herstructurering en verbetering van het concurrentievermogen, en heeft dus een tijdelijk karakter, met een duur van drie jaar (2011-2013).

  7. Volgens de conclusies van de mededeling van de Commissie van 17 maart 2010 met als titel „Tweejaarlijks verslag over de bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS-leveranciers van bananen”, hebben de vorige bijstandsprogramma’s aanzienlijk bijgedragen aan een verbeterde capaciteit voor succesvolle economische diversificatie, ofschoon het precieze effect nog niet kan worden gekwantificeerd, en blijft de duurzaamheid van de bananenexport uit de ACS-landen nog kwetsbaar.

  8. De Commissie heeft een evaluatie verricht van de bijzondere kaderregeling voor bijstand, en heeft geen effectbeoordeling uitgevoerd van de begeleidende maatregelen voor de bananensector.

  9. De Commissie moet toezien op de daadwerkelijke coördinatie van dit programma met de regionale en nationale indicatieve programma’s in de begunstigde landen, met name inzake de verwezenlijking van de doelstellingen op economisch, sociaal, landbouw- en milieugebied.

  10. Bijna 2 % van de wereldhandel in bananen wordt gecertificeerd door organisaties van „fair trade”-producenten. De minimumprijzen worden bij „fair trade” berekend aan de hand van de „duurzame productiekosten” die in overleg met de betrokken partijen worden vastgesteld, zodat de kosten voor naleving van behoorlijke sociale en ecologische normen in de kostprijs worden verwerkt, en een redelijke winst kan worden behaald, die de producenten in staat stelt te investeren in de stabiliteit van hun activiteit op langere termijn.

  11. Om uitbuiting van plaatselijke arbeidskrachten te vermijden dienen de actoren van de productieketen in de bananensector tot een overeenstemming te komen over een eerlijke verdeling van de inkomsten die deze sector genereert.

  12. Verordening (EG) nr. 1905/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1905/2006 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 4 wordt vervangen door:

    In overeenstemming met het algemene doel en de werkingssfeer, de doelstellingen en de algemene beginselen van deze verordening wordt de uniale bijstand verleend door middel van de geografische en thematische programma’s, bedoeld in de artikelen 5 tot en met 16 en de programma’s, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis.”.

  2. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    1.

    Ten behoeve van de in bijlage III bis genoemde ACS-leveranciers van bananen wordt een programma met begeleidende maatregelen voor de bananensector („BAM-programma”) vastgesteld.

    1. Algemene doelstellingen:

      De uniale bijstand aan deze landen heeft tot doel:

      1. steun te verlenen voor hun aanpassingsproces als gevolg van de liberalisering van de uniale markt voor bananen in het kader van de WTO;

      2. de armoede te bestrijden door verbetering van de levensstandaard en de leefomstandigheden van de betrokken telers en andere personen.

    2. Algemene prioriteiten:

      In de uniale bijstand wordt rekening gehouden met de beleidslijnen en aanpassingsstrategieën van de landen, alsook hun regionale omgeving (in termen van nabuurschap aan ultraperifere gebieden van de Unie en overzeese landen en gebiedsdelen) en staan een of meer van de volgende samenwerkingsterreinen centraal:

      1. aanpak van de bredere gevolgen van het aanpassingsproces, met name op het niveau van de plaatselijke gemeenschappen en de meest kwetsbare groepen binnen die gemeenschappen, onder meer op het gebied van werkgelegenheid en sociale dienstverlening, grondgebruik en milieuherstel;

      2. bevordering van de economische diversificatie van gebieden die afhankelijk zijn van bananen, wanneer dat een haalbare strategie is;

      3. verbetering van het concurrentievermogen van de bananenuitvoersector wanneer dit haalbaar is, rekening houdend met de situatie van de verschillende belanghebbenden in de keten.

      De programma’s bevorderen de naleving van arbeids- en veiligheidsnormen, alsmede van milieunormen, zoals het gebruik van en de blootstelling aan pesticiden.

    3. Te verwachten algemene resultaten:

      De effecten van de bijstand moeten voldoen aan de doelstellingen beschreven onder letter a) van dit lid. In het bijzonder is de uniale bijstand, in samenwerking met de ontvangende landen, gericht op het bereiken van resultaten op sociaal, economisch en milieugebied.

    2.

    Binnen het in bijlage IV genoemde bedrag stelt de Commissie aan de hand van de volgende objectieve criteria het indicatieve maximumbedrag vast dat voor elke in lid 1 van dit artikel bedoelde voor bijstand in aanmerking komende ACS-leverancier van bananen beschikbaar wordt gesteld:

    1. de omvang van de bananenhandel met de Unie, waarbij een grotere omvang van de invoer door de Unie uit de ACS-staat een gunstige invloed zal hebben op de toewijzing. Dit criterium is gebaseerd op de omvang van de op de Unie gerichte bananenexportsector in het betrokken land. Er zal rekening worden gehouden met het gemiddelde van de hoogste drie door de Unie over de laatste vijf jaar voor 2010 uit ieder begunstigd land ingevoerde jaarlijkse tonnages;

    2. het belang van de bananenuitvoer naar de Unie voor de economie van het betrokken ACS-land, waarbij de grootte van dit belang een gunstige invloed zal hebben op de toewijzing. Dit criterium zal worden gemeten aan de hand van de waarde van de bananeninvoer door de Unie uit ieder voor bijstand in aanmerking komend begunstigd land genomen als een percentage van het bruto nationaal inkomen (BNI) van het land over de laatste drie jaar voor 2010 waarvoor gegevens beschikbaar zijn;

    3. het ontwikkelingsniveau, waarbij een lager ontwikkelingsniveau in een ACS-land als vermeld in de index voor menselijke ontwikkeling (HDI) van de Verenigde Naties de toewijzing gunstig zal beïnvloeden. Dit criterium zal worden gemeten door de gemiddelde HDI over de periode 2005-2007, bij de vaststelling waarvan de door de Verenigde Naties toegepaste methodiek wordt gevolgd.

    De toewijzingscriteria worden gemeten aan de hand van representatieve gegevens van vóór 2011, die betrekking hebben op een periode van maximaal vijf jaar. Bij de berekening van de indicatieve toegewezen bedragen per land zullen deze drie criteria voor alle voor bijstand in aanmerking komende begunstigde landen op dezelfde wijze in rekening worden gebracht.

    Op basis van de toepassing van de bovengenoemde criteria zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad informeren over het voorgenomen gebruik van de in bijlage IV bedoelde indicatieve financiële toewijzing alvorens de in lid 3 van dit artikel genoemde meerjarige steunstrategieën goed te keuren. Deze informatie zal, voor iedere voor bijstand in aanmerking komende ACS-leverancier van bananen, het indicatieve beschikbare bedrag bevatten.

    3.

    Naar analogie met artikel 19 en overeenkomstig artikel 21 keurt de Commissie meerjarige steunstrategieën goed. De Commissie zorgt ervoor dat die strategieën een aanvulling vormen op de geografische strategiedocumenten van de betrokken landen en dat de begeleidende maatregelen voor de bananensector een tijdelijk karakter hebben.

    De meerjarige steunstrategieën voor de begeleidende maatregelen in de bananensector omvatten de volgende elementen:

    1. een bijgewerkt milieuprofiel, waarin terdege rekening wordt gehouden met de bananensector van het land, met aandacht voor onder meer pesticiden;

    2. informatie over de resultaten van eerdere steunprogramma’s voor de bananensector;

    3. indicatoren om de voortgang inzake de betalingen te beoordelen, indien begrotingssteun als financieringsvorm wordt gekozen;

    4. de verwachte resultaten van de steun;

    5. een tijdschema van de steunactiviteiten en van de verwachte betalingen;

    6. de wijze waarop voortgang bij de naleving van de internationaal overeengekomen elementaire arbeidsnormen van de IAO, van de relevante verdragen inzake veiligheid en gezondheid op het werk, alsmede van de internationaal overeengekomen elementaire milieunormen zal worden verwezenlijkt en hoe daarop wordt toegezien.

    In het raam van het meerjarige financieel kader voor 2007-2013, vastgesteld bij het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(*) worden zowel het programma van begeleidende maatregelen voor de bananensector als de vooruitgang van de betrokken landen geëvalueerd, waarbij aanbevelingen worden gedaan voor eventueel te ondernemen maatregelen en de aard daarvan.

  3. Artikel 21 wordt vervangen door:

    De in de artikelen 19 en 20 bedoelde strategiedocumenten en indicatieve meerjarenprogramma’s, en de evaluaties daarvan, bedoeld in artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, alsmede de begeleidende maatregelen, bedoeld in respectievelijk de artikelen 17 en 17 bis, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure.”.

  4. Artikel 29, lid 1, wordt vervangen door:

    „1.

    De begrotingsvastleggingen vinden plaats op basis van de besluiten die de Commissie neemt krachtens artikel 17 bis, lid 3, artikel 22, lid 1, artikel 23, lid 1, en artikel 26, lid 1.”.

  5. In artikel 31, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

    „De procedure voor overheidsopdrachten en subsidieovereenkomsten die worden gefinancierd op grond van een thematisch programma in de zin van de artikelen 11 tot en met 16, en van de programma’s, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, staat open voor natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en rechtspersonen die gevestigd zijn in een ontwikkelingsland, zoals bepaald door de OESO/DAC en in bijlage II, naast de natuurlijke of rechtspersonen die overeenkomstig het thematische programma of de programma’s, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, in aanmerking komen. De Commissie publiceert en actualiseert bijlage II in overeenstemming met de herzieningen waaraan de OESO/DAC de lijst van landen die hulp ontvangen, regelmatig onderwerpt, en stelt de Raad daarvan in kennis.”;

  6. In artikel 38 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

    „1.

    Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van deze verordening over de periode 2007-2013 beloopt 17 087 miljoen EUR.

    2.

    De indicatieve bedragen die zijn toegewezen aan elk van de in de artikelen 5 tot en met 10, de artikelen 11 tot en met 16, artikel 17 en artikel 17 bis bedoelde programma’s, zijn vermeld in bijlage IV. Deze bedragen zijn vastgesteld voor de periode 2007-2013.”.

  7. Bijlage III bis, die is vervat in bijlage I bij deze verordening, wordt ingevoegd.

  8. Bijlage IV wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. Buzek

Voor de Raad

De voorzitter

M. Szpunar

BIJLAGE I

„BIJLAGE III bis

BELANGRIJKSTE ACS-LEVERANCIERS VAN BANANEN

1. Belize

2. Kameroen

3. Ivoorkust

4. Dominica

5. Dominicaanse Republiek

6. Ghana

7. Jamaïca

8. Saint Lucia

9. Saint Vincent en de Grenadines

10. Suriname”

„BIJLAGE III bis

BIJLAGE II

„BIJLAGE IV

VERKLARING VAN DE COMMISSIE VOOR HET PROGRAMMA VAN BEGELEIDENDE MAATREGELEN VOOR DE BANANENSECTOR BINNEN HET INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI).

VERKLARING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN GEDELEGEERDE HANDELINGEN IN HET TOEKOMSTIG MEERJARIG FINANCIEEL KADER (MFK) 2014-2020