Home

2012/22/EU: Besluit van de Raad van 12 december 2011 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, met uitzondering van de artikelen 10 en 11

2012/22/EU: Besluit van de Raad van 12 december 2011 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, met uitzondering van de artikelen 10 en 11

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 8, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, („Protocol van Athene”) vormt een significante verbetering van de regeling van de aansprakelijkheid van vervoerders en de schadeloosstelling van passagiers die over zee worden vervoerd. In het bijzonder voorziet het protocol in strikte aansprakelijkheid van de vervoerder, in een verplichte verzekering met het recht van rechtstreekse vordering tegen verzekeraars tot bepaalde maximumbedragen, alsmede in voorschriften betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Het Protocol van Athene is dan ook in overeenstemming met het streven van de Unie naar een betere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid van de vervoerder.

  2. Het Protocol van Athene wijzigt het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974 („Verdrag van Athene”), en bepaalt in artikel 15 dat de twee instrumenten, tussen de partijen bij het Protocol van Athene, samen als één enkel instrument dienen te worden gelezen en geïnterpreteerd.

  3. Het merendeel van de regels van het Protocol van Athene is reeds in het recht van de Unie opgenomen bij Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen(1). Aldus oefende de Unie bevoegdheid uit inzake de door die verordening geregelde aangelegenheden. De lidstaten blijven echter bevoegd voor een aantal bepalingen van het Protocol van Athene, zoals de opt-outclausule op grond waarvan zij hogere aansprakelijkheidsgrenzen mogen vaststellen dan de in het Protocol van Athene voorgeschreven grenzen. De aangelegenheden van het Protocol van Athene die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen en deze waarvoor de Unie exclusieve bevoegdheid heeft, zijn met elkaar verbonden. Daarom moeten de lidstaten, gelet op de verplichting tot loyale samenwerking, in de aangelegenheden van het Protocol van Athene die onder hun bevoegdheid vallen, op gecoördineerde wijze handelen.

  4. Het Protocol van Athene staat open voor bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door staten en organisaties voor regionale economische integratie die worden gevormd door soevereine staten die bevoegdheden inzake bepaalde bij het Protocol van Athene geregelde zaken aan die organisaties hebben overgedragen.

  5. Op grond van artikel 17, lid 2, onder b), en artikel 19 van het Protocol van Athene kunnen organisaties voor regionale economische integratie het Protocol van Athene sluiten.

  6. De Juridische Commissie van de Internationale Maritieme Organisatie heeft in oktober 2006 het IMO-voorbehoud en de IMO-richtsnoeren voor de uitvoering van het Verdrag van Athene („de IMO-richtsnoeren”) aangenomen teneinde bepaalde kwesties betreffende het Verdrag van Athene, zoals met name de vergoeding van met terrorisme verband houdende schade, te regelen.

  7. De relevante bepalingen van de geconsolideerde versie van het Verdrag van Athene, als gewijzigd bij het Protocol van Athene en de IMO-richtsnoeren, zijn opgenomen in de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 392/2009.

  8. Krachtens artikel 19 van het Protocol van Athene dient een organisatie voor regionale economische integratie bij haar ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding de reikwijdte van haar bevoegdheid voor de bij het Protocol van Athene geregelde zaken toe te lichten.

  9. De Unie dient derhalve toe te treden tot het Protocol van Athene, en het in de IMO-richtsnoeren vervatte voorbehoud te maken. Het formuleren van dit voorbehoud mag niet worden uitgelegd als een wijziging van de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten wat betreft certificering en controles door overheidsinstanties.

  10. Sommige bepalingen in het kader van het Protocol van Athene hebben betrekking op justitiële samenwerking in burgerlijke zaken en vallen derhalve onder het Derde Deel, Titel V, van het VWEU. Een afzonderlijk besluit betreffende die bepalingen dient parallel aan het onderhavige te worden vastgesteld.

  11. De lidstaten die het Protocol van Athene zullen bekrachtigen of daartoe zullen toetreden, dienen dit zo mogelijk gelijktijdig te doen. Ter voorbereiding, voor zover mogelijk, van de gelijktijdige neerlegging van hun akten van bekrachtiging of toetreding dienen de lidstaten derhalve informatie uit te wisselen over de stand van hun bekrachtigings- of toetredingsprocedure. Bij de bekrachtiging van of de toetreding tot het Protocol van Athene dienen de lidstaten het in de IMO-richtsnoeren vervatte voorbehoud te formuleren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974 („Protocol van Athene”) wordt hierbij namens de Europese Unie goedgekeurd, wat de aangelegenheden betreft die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, met uitzondering van de artikelen 10 en 11.

De tekst van het Protocol van Athene is weergegeven in de bijlage, met uitzondering van de artikelen 10 en 11.

Artikel 2

1.

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn de akte van toetreding van de Unie tot het Protocol van Athene neer te leggen overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder c), artikel 17, lid 3, en artikel 19 van dit protocol.

2.

Bij de neerlegging van de akte van toetreding legt de Unie de volgende bevoegdheidsverklaring af:

„1. In artikel 19 van het Protocol van Athene van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974 is bepaald dat organisaties voor regionale economische integratie die samengesteld zijn uit soevereine staten die hun bevoegdheid voor bepaalde door dit protocol beheerste kwesties aan hen hebben overgedragen, dit kunnen ondertekenen, op voorwaarde dat zij de in dat artikel bedoelde verklaring afleggen. De Unie heeft besloten tot het Protocol van Athene toe te treden en zal dus die verklaring afleggen.

2. De huidige leden van de Europese Unie zijn het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

3. De onderhavige verklaring is niet van toepassing op de gebieden van de lidstaten van de Europese Unie waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet van toepassing is en doet geen afbreuk aan maatregelen of standpunten die de betrokken lidstaten krachtens het protocol namens en in het belang van deze gebieden kunnen vaststellen.

4. De lidstaten van de Europese Unie hebben de Unie exclusieve bevoegdheid toegekend met betrekking tot maatregelen die worden aangenomen op grond van artikel 100 van het VWEU. Bij Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen, zijn dergelijke maatregelen aangenomen met betrekking tot de artikelen 1 en 1 bis, artikel 2, lid 2, de artikelen 3 tot en met 16 en de artikelen 18, 20 en 21 van het Verdrag van Athene als gewijzigd bij het Protocol van Athene en de IMO-richtsnoeren.

5. De uitoefening van de bevoegdheid die de lidstaten uit hoofde van het VWEU aan de Europese Unie hebben overgedragen, is uit de aard der zaak voortdurend aan ontwikkeling onderhevig. In het kader van het VWEU kunnen de bevoegde instellingen besluiten nemen die bepalend zijn voor de reikwijdte van de bevoegdheid van de Europese Unie. Derhalve behoudt de Europese Unie zich het recht voor deze verklaring dienovereenkomstig te wijzigen, zonder dat dit een absolute voorwaarde is voor de uitoefening van haar bevoegdheid in aangelegenheden die door het Protocol van Athene worden beheerst. De Europese Unie zal de gewijzigde verklaring ter kennis brengen van de secretaris-generaal van de Internationale Maritieme Organisatie.”.

3.

De op grond van lid 1 van dit artikel aangewezen persoon of personen formuleert of formuleren het in de IMO-richtsnoeren vervatte voorbehoud bij de neerlegging van de akte van toetreding van de Unie tot het Protocol van Athene.

Artikel 3

De Unie legt haar akte van toetreding tot het Protocol van Athene uiterlijk op 31 december 2011 neer.

Artikel 4

1.

De lidstaten ondernemen de nodige stappen om hun akte van bekrachtiging van of toetreding tot het Protocol van Athene binnen een redelijke termijn, zo mogelijk uiterlijk op 31 december 2011, neer te leggen.

2.

De lidstaten formuleren het in de IMO-richtsnoeren vervatte voorbehoud bij de neerlegging van hun akte van bekrachtiging van of toetreding tot het Protocol van Athene.

BIJLAGE

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14 Modelcertificaat

Artikel 15 Interpretatie en toepassing

Artikel 16

SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring en toetreding
Artikel 18 Staten met meer dan één rechtsstelsel
Artikel 19 Organisaties voor regionale economische integratie
Artikel 20 Inwerkingtreding
Artikel 21 Opzegging
Artikel 22 Herziening en wijziging
Artikel 23 Wijziging van de aansprakelijkheidsgrenzen
Artikel 24 Depositaris
Artikel 25 Talen

BIJLAGE BIJ HET PROTOCOL VAN ATHENE