Home

2012/229/EU: Besluit van de Raad van 24 april 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

2012/229/EU: Besluit van de Raad van 24 april 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, artikel 168, lid 4, onder b), en artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake technische voorschriften, normen, keuring en certificatie.

  2. Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levens-middelen van dierlijke oorsprong(3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. Bij Verordening (EG) nr. 470/2009 is Verordening (EEG) nr. 2377/90(4) ingetrokken, en zijn Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad(5) en Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad(6) gewijzigd. Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong(7), gerectificeerd in PB L 293 van 11.11.2010, blz. 72, moet ook in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  3. Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  4. Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve gebaseerd zijn op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 24 april 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

N. Wammen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, artikel 168, lid 4, onder b), en artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake technische voorschriften, normen, keuring en certificatie.

  2. Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levens-middelen van dierlijke oorsprong(3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. Bij Verordening (EG) nr. 470/2009 is Verordening (EEG) nr. 2377/90(4) ingetrokken, en zijn Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad(5) en Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad(6) gewijzigd. Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong(7), gerectificeerd in PB L 293 van 11.11.2010, blz. 72, moet ook in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  3. Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  4. Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve gebaseerd zijn op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4