Besluit van de Commissie van 10 mei 2012 betreffende de niet-opneming van dichloorvos voor productsoort 18 in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3016) (Voor de EER relevante tekst) (2012/254/EU)
Besluit van de Commissie van 10 mei 2012 betreffende de niet-opneming van dichloorvos voor productsoort 18 in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3016) (Voor de EER relevante tekst) (2012/254/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden(1), en met name artikel 16, lid 2, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden(2) bedoelde tienjarige werkprogramma is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB van Richtlijn 98/8/EG dienen te worden beoordeeld. Dichloorvos is in die lijst opgenomen.
Krachtens Verordening (EG) nr. 1451/2007 is dichloorvos (CAS-nr. 62-73-7; EC-nr. 200-547-7) overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG beoordeeld voor gebruik in productsoort 18 (insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn.
Italië is als rapporterende lidstaat aangewezen en heeft overeenkomstig artikel 14, leden 4 en 6, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 op 20 november 2007 het verslag van de bevoegde instantie samen met een aanbeveling bij de Commissie ingediend.
Het verslag van de bevoegde instantie is door de lidstaten en de Commissie getoetst. Overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 zijn de conclusies van de toetsing binnen het Permanent Comité voor biociden op 9 december 2011 in een beoordelingsverslag opgenomen.
Uit de beoordeling blijkt dat van biociden die als insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen worden gebruikt en dichloorvos bevatten, niet kan worden verwacht dat ze aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 98/8/EG voldoen. Zowel de bij de beoordeling van de risico’s voor de menselijke gezondheid als bij de beoordeling van de risico’s voor het milieu vertoonden de beoordeelde scenario’s een mogelijk en onaanvaardbaar risico. Bijgevolg mag dichloorvos voor gebruik in productsoort 18 niet in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG worden opgenomen.
Omwille van de rechtszekerheid moet worden bepaald vanaf welke datum biociden van productsoort 18 die dichloorvos bevatten niet langer op de markt mogen worden gebracht, rekening houdend met zowel de onaanvaardbare gevolgen van deze producten als de legitieme verwachtingen van de fabrikanten van deze producten.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Dichloorvos (CAS-nr. 62-73-7, EC-nr. 200-547-7) wordt niet in bijlage I, IA of IB van Richtlijn 98/8/EG opgenomen voor productsoort 18.
Artikel 2
Voor de doeleinden van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 mogen biociden van productsoort 18 die dichloorvos bevatten met ingang van 1 november 2012 niet langer op de markt worden gebracht.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 10 mei 2012.
Voor de Commissie
Janez Potočnik
Lid van de Commissie