Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
2012/298/EU: Besluit van de Raad van 7 juni 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
2012/298/EU: Besluit van de Raad van 7 juni 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 153, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.
Het is wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden met Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)(3).
Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitbreiding van de samenwerking mogelijk te maken op 1 januari 2012.
Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
M. Bødskov
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 153, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.
Het is wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden met Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)(3).
Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitbreiding van de samenwerking mogelijk te maken op 1 januari 2012.
Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: