Besluit 2012/835/GBVB van de Raad van 21 december 2012 tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/96/GBVB betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden
Besluit 2012/835/GBVB van de Raad van 21 december 2012 tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/96/GBVB betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
Op 15 februari 2010 heeft de Raad Besluit 2010/96/GBVB(1) vastgesteld.
Op 28 juli 2011 heeft de Raad Besluit 2011/483/GBVB(2) tot wijziging van Besluit 2010/96/GBVB met nog eens een jaar verlengd.
Door vertraging bij de vaststelling van een nieuw besluit van de Raad tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/96/GBVB, moet de geldigheid van laatstgenoemd besluit worden verlengd ter dekking van de aanwezigheid van de EU-opleidingsmissie EUTM Somalië in Oeganda.
Overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en uitvoering van besluiten en acties van de Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt niet deel aan de uitvoering van dit besluit en neemt bijgevolg niet deel aan de financiering van deze missie.
De militaire opleidingsmissie van de EU moet andermaal worden verlengd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/96/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
-
artikel 10 wordt vervangen door:
1.De gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU worden beheerd overeenkomstig Besluit 2011/871/GBVB van de Raad van 19 december 2011 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena)(*) ("ATHENA").
2.Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak tot en met 9 augustus 2011 bedraagt 4,8 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 60%.
3.Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak van 9 augustus 2011 tot en met 31 december 2012 bedraagt 4,8 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 30%.
4.Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak dat ingaat op 1 januari 2013 bedraagt 0,05 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 100%.
-
in artikel 12 wordt lid 2 vervangen door:
"2.Het mandaat van de militaire missie van de EU eindigt op 31 januari 2013.".
"Artikel 10 Financiële regelingen
De gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU worden beheerd overeenkomstig Besluit 2011/871/GBVB van de Raad van 19 december 2011 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena)(*) ("ATHENA").
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak tot en met 9 augustus 2011 bedraagt 4,8 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 60%.
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak van 9 augustus 2011 tot en met 31 december 2012 bedraagt 4,8 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 30%.
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de militaire missie van de EU voor het tijdvak dat ingaat op 1 januari 2013 bedraagt 0,05 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van ATHENA bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 100%.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.
Gedaan te Brussel, 21 december 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
A. D. Mavroyiannis