Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 10/2012 van de Commissie van 6 januari 2012 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen voor olijfolie die zijn ingediend op 2 en 3 januari 2012 in het kader van het tariefcontingent voor Tunesië en houdende schorsing van de afgifte van invoercertificaten voor de maand januari 2012

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 10/2012 van de Commissie van 6 januari 2012 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen voor olijfolie die zijn ingediend op 2 en 3 januari 2012 in het kader van het tariefcontingent voor Tunesië en houdende schorsing van de afgifte van invoercertificaten voor de maand januari 2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”)(1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten(2), en met name artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij artikel 3, leden 1 en 2, van Protocol nr. 1(3) bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds(4), is een tariefcontingent, tegen nulrecht, geopend voor de invoer van geheel in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Europese Unie vervoerde ruwe olijfolie van de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90, binnen een per jaar vastgestelde maximumhoeveelheid.

  2. In artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie van 20 december 2006 inzake de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië(5) is voorzien in maandelijkse maximumhoeveelheden waarvoor invoercertificaten mogen worden afgegeven.

  3. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 zijn bij de bevoegde autoriteiten invoercertificaataanvragen ingediend voor een hoeveelheid die het in artikel 2, lid 2, van die verordening voor de maand januari vastgestelde maximum overschrijdt.

  4. De Commissie moet derhalve een toewijzingscoëfficiënt vaststellen voor de afgifte van de invoercertificaten naar rato van de beschikbare hoeveelheid.

  5. Aangezien de voor de maand januari vastgestelde maximumhoeveelheid is bereikt, mogen voor de betrokken maand geen invoercertificaten meer worden afgegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op de invoercertificaataanvragen die op 2 en 3 januari 2012 zijn ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1918/2006, wordt een toewijzingscoëfficiënt van 91,091273 % toegepast.

De afgifte van invoercertificaten voor hoeveelheden die zijn gevraagd met ingang van 9 januari 2012 wordt geschorst voor de maand januari 2012.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 januari 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel Silva Rodríguez

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling