Home

Verordening (EU) nr. 64/2012 van de Commissie van 23 januari 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 582/2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) nr. 64/2012 van de Commissie van 23 januari 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 582/2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) Voor de EER relevante tekst

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG(1), en met name artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 2 en artikel 12,

Gezien Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn)(2), en met name artikel 39, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Verordening (EG) nr. 595/2009 zijn gemeenschappelijke technische voorschriften vastgesteld voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen wat emissies betreft, alsook regels inzake conformiteit tijdens het gebruik, duurzaamheid van systemen voor verontreinigingsbeheersing, boorddiagnosesystemen (OBD-systemen), meting van het brandstofverbruik en toegankelijkheid van reparatie- en onderhoudsinformatie.

  2. Krachtens artikel 3, lid 15, van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en tot wijziging van de bijlagen I en III bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(3) mag slechts dan typegoedkeuring voor voertuigen en motoren krachtens Verordening (EG) nr. 595/2009 en de uitvoeringsmaatregelen ervan worden verleend nadat meetprocedures voor het meten van het aantal deeltjes zoals uiteengezet in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 595/2009, eventueel noodzakelijke specifieke bepalingen met betrekking tot motoren met verschillende instellingen en bepalingen ter uitvoering van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 595/2009 zijn vastgesteld. Verordening (EU) nr. 582/2011 moet daarom worden gewijzigd om er dergelijke voorschriften in op te nemen.

  3. Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 595/2009 zijn de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie(4) van overeenkomstige toepassing. De bepalingen inzake de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie van Verordening (EG) nr. 715/2007 en de uitvoeringsmaatregelen ervan moeten daarom worden overgenomen in deze verordening. Het is echter nodig die bepalingen aan te passen om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van de zware bedrijfsvoertuigen.

  4. Met name moeten specifieke procedures worden vastgesteld voor de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 595/2009 in het geval van meerfasentypegoedkeuring. Ook moeten specifieke voorschriften en procedures worden vastgesteld voor de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie in het geval van aanpassingen voor de klant en kleine productievolumes. Ten slotte moet ook worden verwezen naar de specifiek voor zware bedrijfsvoertuigen ontwikkelde normen voor herprogrammering.

  5. Toepassing van de bepalingen inzake de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie kan op de korte termijn te belastend zijn voor voertuigfabrikanten wat bepaalde systemen betreft die van oude op nieuwe voertuigtypen worden overgenomen. Daarom moeten bepaalde beperkte afwijkingen van de algemene bepalingen inzake de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie worden ingevoerd.

  6. Er moeten bepalingen inzake de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie ten behoeve van het ontwerp en de fabricage van voertuiguitrusting voor voertuigen op alternatieve brandstof worden vastgesteld zodra het mogelijk wordt voor dergelijke uitrusting typegoedkeuring te verkrijgen.

  7. Krachtens Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen(5) moeten snelheidsbegrenzers worden gemonteerd door door de lidstaten goedgekeurde garages of instanties. Krachtens Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer(6) mogen slechts goedgekeurde garages de registratieapparatuur in motorvoertuigen kalibreren. Daarom moet de informatie over de herprogrammering van besturingseenheden voor snelheidsbegrenzers en registratieapparatuur worden uitgesloten van de bepalingen over het verlenen van toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie.

  8. Verordening (EU) nr. 582/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  9. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het technisch comité motorvoertuigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 582/2011 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Aan artikel 2 worden de volgende punten 42, 43 en 44 toegevoegd:

    „42. „aanpassing voor de klant” :
    een wijziging van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid die op het specifieke verzoek van een klant wordt verricht en die moet worden goedgekeurd;
    43. „OBD-informatie van het voertuig” :
    informatie met betrekking tot een boorddiagnosesysteem voor een elektronisch systeem in het voertuig;
    44. „overgenomen systeem” :
    een systeem zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 23, van Richtlijn 2007/46/EG, overgenomen van een oud op een nieuw voertuigtype.”.

  2. De volgende artikelen 2 bis tot en met 2 nonies worden ingevoegd:

    1.

    Fabrikanten brengen de nodige regelingen en procedures tot stand overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 595/2009 en bijlage XVII bij deze verordening om de toegankelijkheid op snel en makkelijk te raadplegen websites te waarborgen van OBD-informatie van het voertuig en van reparatie- en onderhoudsinformatie, in een gestandaardiseerd formaat en op niet-discriminerende wijze ten opzichte van de bepalingen die gelden voor, of de toegang die wordt geboden aan erkende handelaren en reparatiebedrijven. De fabrikant stelt aan onafhankelijke marktdeelnemers en aan erkende handelaren en reparatiebedrijven eveneens opleidingsdocumentatie ter beschikking.

    2.

    Goedkeuringsinstanties verlenen alleen typegoedkeuring als ze van de fabrikant een Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie hebben ontvangen.

    3.

    Het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie dient als bewijs dat artikel 6 van Verordening (EG) nr. 595/2009 is nageleefd.

    4.

    Het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage XVII, aanhangsel 1.

    5.

    De OBD-informatie van het voertuig en de reparatie- en onderhoudsinformatie bevat de volgende elementen:

    1. een eenduidige identificatie van het voertuig, systeem, onderdeel of de technische eenheid waarvoor de fabrikant verantwoordelijk is;

    2. servicehandboeken met service- en onderhoudsgegevens;

    3. technische handleidingen;

    4. informatie over onderdelen en diagnose (zoals de theoretische minimale en maximale meetwaarden);

    5. bedradingsschema's;

    6. de diagnostische foutcodes (met inbegrip van de eigen codes van de fabrikant);

    7. het identificatienummer van de softwarekalibratie dat op een voertuigtype van toepassing is;

    8. over en door middel van eigen instrumenten en apparatuur verstrekte informatie;

    9. informatie over gegevensregistratie en bidirectionele bewaking en testgegevens;

    10. standaard arbeidseenheden of tijdvakken voor reparatie- en onderhoudstaken, als deze aan erkende handelaren en reparatiebedrijven van de fabrikant rechtstreeks of via een derde ter beschikking worden gesteld;

    11. in het geval van meerfasentypegoedkeuring, de krachtens artikel 2 ter vereiste informatie.

    6.

    Erkende handelaren en reparatiebedrijven die deel uitmaken van het distributienet van een bepaalde voertuigfabrikant, worden als onafhankelijke marktdeelnemers in de zin van deze verordening beschouwd voor zover zij reparatie- of onderhoudsdiensten verrichten voor voertuigen van een fabrikant van wiens distributienet zij geen deel uitmaken.

    7.

    De reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig is altijd beschikbaar, uitgezonderd tijdens noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan het informatiesysteem.

    8.

    Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten zonder daarbij te discrimineren de relevante OBD-informatie van het voertuig en reparatie- en onderhoudsinformatie aan belangstellende fabrikanten en reparatiebedrijven van onderdelen en diagnose- en testapparatuur.

    9.

    De fabrikant stelt latere wijzigingen van en aanvullingen op de reparatie- en onderhoudsinformatie op zijn websites ter beschikking zodra deze ter beschikking worden gesteld van erkende reparatiebedrijven.

    10.

    Indien de reparatie- en onderhoudsgegevens van een voertuig in een door of namens de voertuigfabrikant beheerde centrale databank worden opgeslagen, krijgen krachtens bijlage XVII, punt 2.2, goedgekeurde en geautoriseerde onafhankelijke reparatiebedrijven gratis en onder dezelfde voorwaarden als erkende reparatiebedrijven toegang tot deze gegevens om informatie over de door hen uitgevoerde reparatie- en onderhoudswerkzaamheden te kunnen invoeren.

    11.

    De fabrikant verstrekt aan belanghebbenden de volgende informatie:

    1. relevante informatie om de ontwikkeling mogelijk te maken van vervangingsonderdelen die voor het naar behoren functioneren van het OBD-systeem van wezenlijk belang zijn;

    2. informatie om de ontwikkeling van generieke diagnoseapparatuur mogelijk te maken.

    Voor de toepassing van de eerste alinea, onder a), mag de ontwikkeling van vervangingsonderdelen niet worden beperkt door een of meer van de volgende omstandigheden:

    1. de onbeschikbaarheid van relevante informatie;

    2. technische voorschriften met betrekking tot storingsindicatiestrategieën als de OBD-drempelwaarden worden overschreden of als het OBD-systeem niet meer aan de fundamentele bewakingsvoorschriften van deze verordening kan voldoen;

    3. specifieke wijzigingen om de OBD-informatie met betrekking tot het gebruik van het voertuig op benzine of op gas afzonderlijk te kunnen verwerken;

    4. de typegoedkeuring van voertuigen op gas die een beperkt aantal minder belangrijke gebreken vertonen.

    Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), moeten, wanneer fabrikanten diagnose- en testapparatuur overeenkomstig ISO 22900 — Modulaire voertuigencommunicatie-interface (MVCI) en ISO 22901 — Open uitwisseling van diagnostische gegevens (ODX) gebruiken in hun franchisenetwerken, de ODX-bestanden via de website van de fabrikant toegankelijk zijn voor onafhankelijke marktdeelnemers.

    1.

    In het geval van meerfasentypegoedkeuring, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 7, van Richtlijn 2007/46/EG, is de eindfabrikant verantwoordelijk voor het verlenen van toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie met betrekking tot de eigen fabricagefase(n) en de schakel tussen die fase(n) en de eraan voorafgaande fase(n).

    Daarnaast stelt de eindfabrikant op zijn website de volgende informatie beschikbaar voor onafhankelijke marktdeelnemers:

    1. webadres van de voor de voorafgaande fase(n) verantwoordelijke fabrikant(en);

    2. naam en adres van alle voor de voorafgaande fase(n) verantwoordelijke fabrikanten;

    3. typegoedkeuringsnummer(s) van de voorafgaande fase(n);

    4. het motornummer.

    2.

    Elke voor een bepaalde fase of voor bepaalde fasen van de typegoedkeuring verantwoordelijke fabrikant is verantwoordelijk voor het verlenen van toegang via zijn website tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie met betrekking tot de typegoedkeuringsfase(n) waarvoor hij verantwoordelijk is en de schakel tussen die fase(n) en de eraan voorafgaande fase(n).

    3.

    De voor een bepaalde fase of voor bepaalde fasen van de typegoedkeuring verantwoordelijke fabrikant verstrekt de volgende informatie aan de voor de volgende fase verantwoordelijke fabrikant:

    1. het conformiteitscertificaat dat betrekking heeft op de fase(n) waarvoor hij verantwoordelijk is;

    2. het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie, met inbegrip van de aanhangsels daarvan;

    3. het typegoedkeuringsnummer dat overeenstemt met de fase(n) waarvoor hij verantwoordelijk is;

    4. de onder a), b) en c) bedoelde documenten, zoals verstrekt door de bij de voorafgaande fase(n) betrokken fabrikant(en).

    Elke fabrikant staat de voor de volgende fase verantwoordelijke fabrikant toe de verstrekte documenten door te geven aan de voor iedere volgende fase en voor de eindfase verantwoordelijke fabrikanten.

    Daarnaast verleent de voor een bepaalde fase of voor bepaalde fasen van de typegoedkeuring verantwoordelijke fabrikant op contractbasis:

    1. de voor de volgende fase verantwoordelijke fabrikant toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie en informatie over de interface met betrekking tot de specifieke fase(n) waarvoor hij verantwoordelijk is;

    2. de voor een volgende typegoedkeuringsfase verantwoordelijke fabrikant op verzoek toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie en informatie over de interface met betrekking tot de specifieke fase(n) waarvoor hij verantwoordelijk is;

    4.

    Fabrikanten, met inbegrip van eindfabrikanten, kunnen slechts dan overeenkomstig artikel 2 septies om vergoedingen vragen indien het de specifieke fase(n) betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

    Fabrikanten, met inbegrip van eindfabrikanten, vragen geen vergoeding voor het verstrekken van informatie over het webadres of de contactgegevens van andere fabrikanten.

    1.

    In afwijking van artikel 2 bis wordt, als het aantal systemen, onderdelen of technische eenheden dat voorwerp vormt van een bepaalde aanpassing voor de klant minder bedraagt dan 250 wereldwijd geproduceerde eenheden, de reparatie- en onderhoudsinformatie voor die aanpassing voor de klant op gemakkelijk en snel toegankelijke wijze aangeboden, en op niet-discriminerende wijze ten opzichte van de bepalingen die gelden voor, of de toegang die wordt geboden aan, erkende handelaren en reparatiebedrijven.

    Voor het onderhoud en de herprogrammering van de elektronische regeleenheden voor de aanpassing voor de klant stelt de fabrikant de desbetreffende eigen specialistische diagnose- of testapparatuur waarover erkende reparatiebedrijven kunnen beschikken ook beschikbaar voor onafhankelijke marktdeelnemers.

    De aanpassingen voor de klant worden op het moment van de typegoedkeuring vermeld op de website met reparatie- en onderhoudsinformatie van de fabrikant en op het certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie.

    2.

    Tot 31 december 2015 mag de fabrikant, als het aantal systemen, onderdelen of technische eenheden dat voorwerp vormt van een bepaalde aanpassing voor de klant wereldwijd minder bedraagt dan 250 eenheden, afwijken van de verplichting krachtens artikel 2 bis om toegang te bieden tot OBD-informatie van het voertuig en reparatie- en onderhoudsinformatie in een gestandaardiseerd formaat. Als de fabrikant van een dergelijke afwijkingsmogelijkheid gebruikmaakt, biedt hij gemakkelijke en snelle toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie, op niet-discriminerende wijze ten opzichte van de bepalingen die gelden voor, of de toegang die wordt geboden aan, erkende handelaren en reparatiebedrijven.

    3.

    Fabrikanten stellen de eigen specialistische diagnose- of testapparatuur voor het onderhoud van de voor de klant aangepaste systemen, onderdelen of technische eenheden middels verkoop en verhuur beschikbaar voor onafhankelijke marktdeelnemers.

    4.

    Op het moment van de typegoedkeuring vermeldt de fabrikant op het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie de aanpassingen voor de klant waarvoor wordt afgeweken van de verplichting krachtens artikel 2 bis om toegang te bieden tot OBD-informatie van het voertuig en reparatie- en onderhoudsinformatie in een gestandaardiseerd formaat, alsmede alle met die aanpassingen verband houdende elektronische regeleenheden.

    Deze aanpassingen voor de klant en alle daarmee verband houdende elektronische regeleenheden worden tevens op de website met reparatie- en onderhoudsinformatie van de fabrikant vermeld.

    1.

    In afwijking van artikel 2 bis bieden fabrikanten die wereldwijd minder dan 250 eenheden per jaar van een onder deze verordening vallend type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid produceren, gemakkelijke en snelle toegang tot de reparatie- en onderhoudsinformatie, op niet-discriminerende wijze ten opzichte van de bepalingen die gelden voor, of de toegang die wordt geboden aan, erkende handelaren en reparatiebedrijven.

    2.

    Onder lid 1 vallende voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden worden op de website met reparatie- en onderhoudsinformatie van de fabrikant vermeld.

    3.

    De goedkeuringsinstantie stelt de Commissie in kennis van alle aan fabrikanten van kleine productievolumes verleende typegoedkeuringen.

    1.

    Tot 30 juni 2016 kan de fabrikant voor de in bijlage XVII, aanhangsel 3, vermelde overgenomen systemen afwijken van de verplichting de elektronische regeleenheden overeenkomstig de in bijlage XVII genoemde normen te herprogrammeren.

    Een dergelijke afwijking wordt op het moment van de typegoedkeuring op het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie vermeld.

    De systemen waarvoor een fabrikant afwijkt van de verplichting de elektronische regeleenheden overeenkomstig de in bijlage XVII genoemde normen te herprogrammeren, worden op diens website met reparatie- en onderhoudsinformatie vermeld.

    2.

    Met het oog op het onderhoud en de herprogrammering van de elektronische regeleenheden in de overgenomen systemen waarvoor de fabrikant afwijkt van de verplichting de elektronische regeleenheden overeenkomstig de in bijlage XVII genoemde normen te herprogrammeren, zorgen de fabrikanten ervoor dat de desbetreffende eigen instrumenten of apparatuur voor onafhankelijke marktdeelnemers te koop of te huur zijn.

    1.

    De fabrikanten mogen een redelijke en evenredige vergoeding vragen voor de toegang tot de reparatie- en onderhoudsinformatie waarop deze verordening van toepassing is.

    Voor de toepassing van de eerste alinea wordt een vergoeding onredelijk of onevenredig geacht indien deze ontmoedigend werkt doordat geen rekening wordt gehouden met de mate waarin de onafhankelijke marktdeelnemer deze toegang gebruikt.

    2.

    De fabrikanten stellen de reparatie- en onderhoudsinformatie, met inbegrip van transactiediensten zoals herprogrammering of technische ondersteuning, op uur-, dag-, maand- of jaarbasis ter beschikking, waarbij de vergoeding voor toegang tot die informatie varieert naargelang de tijd dat er toegang wordt verleend.

    Behalve tijdgerelateerde toegang kunnen de fabrikanten ook toegang op transactiebasis aanbieden, waarvoor vergoedingen worden gevraagd per transactie en niet op basis van de tijdsperiode gedurende welke toegang wordt geboden. Als de fabrikant beide systemen voor het verkrijgen van toegang aanbiedt, kiezen onafhankelijke reparatiebedrijven het systeem, tijdgerelateerd dan wel op transactiebasis, waaraan zij de voorkeur geven.

    1.

    Een goedkeuringsinstantie kan op elk moment, hetzij op eigen initiatief na een klacht, hetzij op basis van een beoordeling door een technische dienst, controleren of Verordening (EG) nr. 595/2009, deze verordening en de voorwaarden van het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie door de fabrikant worden nageleefd.

    2.

    Wanneer een goedkeuringsinstantie vaststelt dat de fabrikant zijn verplichtingen in verband met de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie niet is nagekomen, neemt de goedkeuringsinstantie die de desbetreffende typegoedkeuring heeft verleend, de nodige maatregelen om de situatie te verhelpen.

    Het kan gaan om de intrekking of schorsing van de typegoedkeuring, boeten of andere sancties overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 595/2009.

    3.

    De goedkeuringsinstantie verifieert of een fabrikant zijn verplichtingen in verband met de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie is nagekomen, als een onafhankelijke marktdeelnemer of een beroepsvereniging die onafhankelijke marktdeelnemers vertegenwoordigt, bij de goedkeuringsinstantie een klacht indient.

    4.

    Bij de uitvoering van deze verificatie kan de goedkeuringsinstantie een technische dienst of een andere onafhankelijke deskundige vragen een beoordeling uit te voeren om te bepalen of aan deze verplichtingen is voldaan.

    Het toepassingsgebied van de activiteiten van het bij artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie(*) ingestelde forum Toegang tot voertuiginformatie wordt uitgebreid tot de onder Verordening (EG) nr. 595/2009 vallende voertuigen.

    Op basis van aanwijzingen voor opzettelijk of onopzettelijk verkeerd gebruik van OBD-informatie van het voertuig en van reparatie- en onderhoudsinformatie, brengt het forum advies uit aan de Commissie over maatregelen om dergelijk verkeerd gebruik van informatie te voorkomen.

  3. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 komt als volgt te luiden:

      „1.

      Om EG-typegoedkeuring te verkrijgen voor een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid, voor een voertuig met een goedgekeurd motorsysteem wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft of voor een voertuig wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft, toont de fabrikant overeenkomstig bijlage I aan dat de voertuigen of motorsystemen aan de tests zijn onderworpen en voldoen aan de voorschriften in de artikelen 4 en 14 en de bijlagen III tot en met VIII, X, XIII, XIV en XVII. De fabrikant waarborgt ook de conformiteit met de specificaties van referentiebrandstoffen in bijlage IX.”;

    2. de volgende leden 1 bis, 1 ter en 1 quater worden ingevoegd:

      „1 bis.

      Indien de OBD-informatie van het voertuig en de reparatie- en onderhoudsinformatie op het moment van de aanvraag voor typegoedkeuring niet beschikbaar is of niet conform is met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 595/2009, artikel 2 bis en, voor zover relevant, de artikelen 2 ter, 2 quater en 2 quinquies van deze verordening, en bijlage XVII bij deze verordening, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden vanaf de datum die in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 595/2009 is vastgesteld of, indien dit later is, binnen zes maanden na de datum van typegoedkeuring.

      1 ter.

      De verplichting om binnen de in lid 1 bis bedoelde termijn informatie te verstrekken, geldt alleen als het voertuig na typegoedkeuring in de handel wordt gebracht.

      Indien het voertuig meer dan zes maanden na de typegoedkeuring in de handel wordt gebracht, wordt de informatie verstrekt op de datum waarop het voertuig in de handel wordt gebracht.

      1 quater.

      De goedkeuringsinstantie mag op basis van een ingevuld certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie aannemen dat de fabrikant wat de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie betreft, afdoende regelingen en procedures tot stand heeft gebracht, op voorwaarde dat er geen klachten waren, en dat de fabrikant dit certificaat binnen de in lid 1 bis genoemde termijn verstrekt.

      Indien het certificaat van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de goedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om de naleving te waarborgen.”;

    3. lid 15 wordt geschrapt.

  4. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. de titel komt als volgt te luiden:

    2. lid 4, onder g), komt als volgt te luiden:

      1. het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie;”.

  5. De titel van artikel 6 komt als volgt te luiden:

  6. Artikel 7, lid 4, onder d), komt als volgt te luiden:

    1. het certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie;”.

  7. Artikel 14, lid 1, onder d), komt als volgt te luiden:

    1. de voorschriften met betrekking tot de demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem bij typegoedkeuring en alle aanvullende voorschriften met betrekking tot tests buiten de cyclus op in gebruik zijnde voertuigen zoals vastgelegd in deze verordening;”.

  8. Artikel 15, lid 1, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „De fabrikant zorgt ervoor dat vervangingssystemen voor verontreinigingsbeheersing die bestemd zijn om te worden gemonteerd op onder Verordening (EG) nr. 595/2009 vallende motorsystemen of voertuigen met EG-typegoedkeuring, EG-typegoedkeuring krijgen als technische eenheid overeenkomstig dit artikel en de artikelen 1 bis, 16 en 17.”.

  9. Artikel 16, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.

    De fabrikant dient het Certificaat betreffende de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie in.”.

  10. De bijlagen I, II, III, VI, X, XI en XIII worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

  11. Er wordt een nieuwe bijlage XVII toegevoegd, waarvan de tekst is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel Barroso

BIJLAGE I

De bijlagen I, II, III, VI, X, XI en XIII bij Verordening (EU) nr. 582/2011 worden als volgt gewijzigd:

  1. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 1.2 komt als volgt te luiden:

      Voorschriften voor typegoedkeuring voor een beperkt aantal brandstoffen in het geval van motoren met elektrische ontsteking die op aardgas of lpg lopen

      Goedkeuring voor een beperkt aantal brandstoffen wordt verleend op grond van de voorschriften in de punten 1.2.1 tot en met 1.2.2.2.”;

    2. punt 5.3.3 komt als volgt te luiden:

      De conformiteit van het koppelsignaal van de elektronische regeleenheid met de punten 5.2.2 en 5.2.3 wordt aangetoond met de basismotor van een motorenfamilie bij de bepaling van het motorvermogen overeenkomstig bijlage XIV en bij de uitvoering van de WHSC-test overeenkomstig bijlage III en van laboratoriumtests buiten de cyclus bij typegoedkeuring overeenkomstig bijlage VI, punt 6.”;

    3. na punt 5.3.3 wordt het volgende punt 5.3.3.1 ingevoegd:

      De conformiteit van het koppelsignaal van de elektronische regeleenheid met de punten 5.2.2 en 5.2.3 wordt voor elk lid van de motorenfamilie aangetoond bij de bepaling van het motorvermogen volgens bijlage XIV. Hiertoe worden aanvullende metingen uitgevoerd bij meerdere deellast- en toerentalwerkpunten (bijvoorbeeld bij de WHSC-teststanden en enkele aanvullende, willekeurig gekozen punten).”;

    4. in aanhangsel 4 wordt onder Modellen van het inlichtingformulier het volgende deel 3 toegevoegd:

      „DEEL 3

      TOEGANG TOT REPARATIE- EN ONDERHOUDSINFORMATIE

      16.

      TOEGANG TOT REPARATIE- EN ONDERHOUDSINFORMATIE

      16.1.

      Adres van de belangrijkste website voor toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie

      16.1.1.

      Datum vanaf wanneer deze beschikbaar is (uiterlijk zes maanden na de datum van typegoedkeuring)

      16.2.

      Voorwaarden voor toegang tot de website

      16.3.

      Formaat van de via de website toegankelijke reparatie- en onderhoudsinformatie”;

    5. in aanhangsel 5 wordt onder Addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat na punt 1.4.3 het volgende punt 1.4.4 ingevoegd:

      Demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem

      Tabel 6a

      Demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem

      Negatieve/positieve resultaten (7)

      CO

      THC

      NMHC

      CH4

      NOx

      Deeltjesmassa

      Informatie over de rit

      Stad

      Platteland

      Autosnelweg

      Min.

      Max.

      Voertuigtype (bv. M3, N3) en toepassing (bv. enkelvoudige of gelede vrachtwagen, stadsbus)

      Beschrijving van het voertuig (bv. voertuigmodel, prototype)

      Werkvenster conformiteitsfactor

      Venster CO2-massa conformiteitsfactor

      Percentage van de totale duur van de rit dat wordt ingenomen door de verschillende rijcycli (stads-, plattelands- en snelwegcyclus), zoals beschreven in bijlage II, punt 4.5, bij Verordening (EU) nr. 582/2011

      Percentage van de totale duur van de rit dat wordt ingenomen door versnelling, vertraging, constante snelheid en stoppen, zoals beschreven in bijlage II, punt 4.5.5, bij Verordening (EU) nr. 582/2011

      Werkvenster gemiddeld vermogen (%)

      Vensterduur CO2-massa (s)

      Werkvenster: percentage geldige vensters

      Venster CO2-massa: percentage geldige vensters

      Consistentiefactor brandstofverbruik”;

    6. in aanhangsel 7 wordt onder addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat na punt 1.4.3 het volgende punt 1.4.4 ingevoegd:

      Demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem

      Tabel 6a

      Demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem

      Negatieve/positieve resultaten (7)

      CO

      THC

      NMHC

      CH4

      NOx

      Deeltjesmassa

      Informatie over de rit

      Stad

      Platteland

      Autosnelweg

      Min.

      Max.

      Voertuigtype (bv. M3, N3) en toepassing (bv. enkelvoudige of gelede vrachtwagen, stadsbus)

      Beschrijving van het voertuig (bv. voertuigmodel, prototype)

      Werkvenster conformiteitsfactor

      Venster CO2-massa conformiteitsfactor

      Percentage van de totale duur van de rit dat wordt ingenomen door de verschillende rijcycli (stads-, plattelands- en snelwegcyclus), zoals beschreven in bijlage II, punt 4.5, bij Verordening (EU) nr. 582/2011

      Percentage van de totale duur van de rit dat wordt ingenomen door versnelling, vertraging, constante snelheid en stoppen, zoals beschreven in bijlage II, punt 4.5.5, bij Verordening (EU) nr. 582/2011

      Werkvenster gemiddeld vermogen (%)

      Vensterduur CO2-massa (s)

      Werkvenster: percentage geldige vensters

      Venster CO2-massa: percentage geldige vensters

      Consistentiefactor brandstofverbruik”

  2. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

    1. in punt 10.1.12 worden de volgende punten 10.1.12.5.1 tot en met 10.1.12.5.5 toegevoegd:

      Resultaten van de in aanhangsel 1, punt 3.2.1, van deze bijlage beschreven lineaire regressie, met inbegrip van de helling van de regressierechte, m, de determinatiecoëfficiënt, r2, en het y-afsnijpunt van de regressierechte, b

      Resultaat van de controle van de gegevensconsistentie van de elektronische regeleenheid in overeenstemming met aanhangsel 1, punt 3.2.2, van deze bijlage

      Resultaat van de controle van de consistentie van het specifieke brandstofverbruik op de testbank in overeenstemming met aanhangsel 1, punt 3.2.3, van deze bijlage, met inbegrip van het berekende specifieke brandstofverbruik op de testbank en de verhouding tussen het berekende specifieke brandstofverbruik op de testbank uit de meting met het draagbare emissiemeetsysteem en het opgegeven specifieke brandstofverbruik op de testbank voor de WHTC-test

      Resultaat van de controle van de consistentie van de kilometerteller in overeenstemming met aanhangsel 1, punt 3.2.4, van deze bijlage

      Resultaat van de controle van de consistentie van de omgevingsdruk in overeenstemming met aanhangsel 1, punt 3.2.5, van deze bijlage”;

    2. in aanhangsel 1 worden na punt 4.3.1 de volgende punten 4.3.1.1, 4.3.1.2 en 4.3.1.3 ingevoegd:

      Als het percentage geldige vensters lager dan 50 % is, worden de gegevens opnieuw beoordeeld met een langere vensterduur. Hiertoe wordt de waarde 0,2 in de formule van punt 4.3.1 telkens met 0,01 verminderd totdat het percentage geldige vensters gelijk aan of groter dan 50 % is.

      In geen geval wordt de waarde in bovengenoemde formule tot minder dan 0,15 verlaagd.

      De test wordt ongeldig verklaard als het percentage geldige vensters minder dan 50 % is bij een overeenkomstig de punten 4.3.1, 4.3.1.1 en 4.3.1.2 berekende maximale vensterduur.”;

    3. in aanhangsel 4 komt punt 2.2 als volgt te luiden:

      Indien een punt op het referentiemaximum van de koppelcurve als functie van het motortoerental niet is bereikt tijdens de conformiteitstest met draagbaar emissiemeetsysteem betreffende emissies tijdens het gebruik, mag de fabrikant de belasting en/of de testroute van het voertuig indien nodig wijzigen om de demonstratie uit te voeren na voltooiing van deze test.”.

  3. In bijlage III wordt na punt 2.1 het volgende punt 2.1.1 ingevoegd:

    De voorschriften voor het meten van het deeltjesaantal zijn vastgelegd in bijlage 4C bij VN/ECE-Reglement 49.”.

  4. Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 6 wordt als volgt gewijzigd:

      1. de titel wordt vervangen door:

        LABORATORIUMTESTS BUITEN DE CYCLUS EN TESTS VAN MOTOREN IN HET VOERTUIG BIJ TYPEGOEDKEURING”;

      2. punt 6.1.3 komt als volgt te luiden:

        Bijlage 10, punt 7.3, bij VN/ECE-Reglement nr. 49 wordt als volgt gelezen:

        Tests tijdens het gebruik

        Bij de typegoedkeuring wordt een demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem uitgevoerd door de basismotor in een voertuig te testen volgens de in aanhangsel 1 van deze bijlage beschreven procedure.

        Aanvullende voorschriften met betrekking tot voertuigtests tijdens het gebruik worden in een later stadium gedefinieerd overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 582/2011.”;

      3. na punt 6.1.3 worden de volgende punten 6.1.3.1 en 6.1.3.2 ingevoegd:

        De fabrikant kan het voor de tests te gebruiken voertuig selecteren, maar voor de keuze voor een bepaald voertuig is de instemming van de goedkeuringsinstantie vereist. De kenmerken van het voor de demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem gebruikte voertuig zijn representatief voor de voertuigcategorie waarvoor het motorsysteem is bestemd. Het voertuig mag een prototype zijn.

        Op verzoek van de goedkeuringsinstantie kan een aanvullende motor uit dezelfde motorenfamilie of een gelijkwaardige motor die representatief is voor een andere voertuigcategorie in een voertuig worden getest.”;

    2. het volgende aanhangsel 1 wordt toegevoegd:

      „Aanhangsel 1

      Demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem bij typegoedkeuring

      INLEIDING

      In deze bijlage wordt de procedure voor de demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem bij typegoedkeuring beschreven.

      TESTVOERTUIG

      2.1.

      Het voor de demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem gebruikte voertuig is representatief voor de voertuigcategorie waarvoor het motorsysteem is bestemd. Het voertuig mag een prototype zijn of een aangepast productievoertuig.

      2.2.

      De beschikbaarheid en conformiteit van de datastreaminformatie van de elektronische regeleenheid wordt aangetoond (bijvoorbeeld volgens het bepaalde in bijlage II, punt 5, bij deze verordening).

      TESTOMSTANDIGHEDEN

      Lading van het voertuig

      De lading van het voertuig bedraagt 50-60 % van de maximumvoertuiglading overeenkomstig bijlage II.

      Omgevingsomstandigheden

      De test wordt uitgevoerd onder omgevingsomstandigheden zoals beschreven in bijlage II, punt 4.2.

      3.3.

      De motorkoelmiddeltemperatuur moet conform zijn met bijlage II, punt 4.3.

      Brandstof, smeermiddelen en reagens

      De brandstof en het smeermiddel en reagens voor het uitlaatgasnabehandelingssysteem moeten overeenstemmen met bijlage II, punten 4.4 tot en met 4.4.3.

      Voorschriften voor de rit en operationele voorschriften

      De voorschriften voor de rit en operationele voorschriften zijn beschreven in bijlage II, punten 4.5 tot en met 4.6.8.

      EMISSIEBEOORDELING

      4.1.

      De test wordt uitgevoerd en de testresultaten worden berekend overeenkomstig bijlage II, punt 6.

      RAPPORT

      5.1.

      De activiteiten en resultaten worden uiteengezet in een technisch rapport waarin de demonstratietest met draagbaar emissiemeetsysteem wordt beschreven en dat ten minste de volgende informatie bevat:

      1. algemene informatie zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.1 tot en met 10.1.1.14;

      2. uitleg waarom het (de) voor de test gebruikte voertuig(en)(1) als representatief voor de voertuigcategorie waarvoor het motorsysteem is bestemd kan worden beschouwd;

      3. informatie over testapparatuur en -gegevens zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.3 tot en met 10.1.4.8;

      4. informatie over de geteste motor zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.5 tot en met 10.1.5.20;

      5. informatie over het voor de test gebruikte voertuig zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.6 tot en met 10.1.6.18;

      6. informatie over de kenmerken van de route zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.7 tot en met 10.1.7.7;

      7. informatie over gemeten en berekende momentane gegevens zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.8 tot en met 10.1.9.24;

      8. informatie over gemiddelde en geïntegreerde gegevens zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.10 tot en met 10.1.10.12;

      9. positieve/negatieve resultaten zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.11 tot en met 10.1.1.13;

      10. informatie over testcontroles zoals beschreven in bijlage II, punten 10.1.12 tot en met 10.1.12.5.

  5. Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 2.4.1, derde alinea, komt als volgt te luiden:

      „De fabrikant kan ofwel het geheel aan bepalingen van deze bijlage en bijlage XIII bij deze verordening toepassen, ofwel het geheel aan bepalingen van de bijlagen XI en XVI bij Verordening (EG) nr. 692/2008.”;

    2. punt 2.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

      1. het opschrift wordt geschrapt;

      2. de volgende alinea wordt toegevoegd:

        „Een fabrikant mag de alternatieve bepalingen in dit punt niet toepassen voor meer dan 500 motoren per jaar.”;

    3. punt 2.4.3 wordt geschrapt;

    4. aanhangsel 2 wordt als volgt gewijzigd:

      1. punt 2.2.1 komt als volgt te luiden:

        Bij de goedkeuring van de door de fabrikant gekozen prestatiebewaking baseert de goedkeuringsinstantie zich op technische informatie die door de fabrikant is verstrekt.”;

      2. de punten 2.2.2.1 en 2.2.2.2 komen als volgt te luiden:

        De kwalificatietest wordt uitgevoerd op de wijze die is beschreven in punt 6.3.2 van bijlage 9B bij VN/ECE-Reglement nr. 49.

        De afname van de prestaties van het onderdeel in kwestie wordt gemeten en dient vervolgens als de prestatiedrempel voor de basismotor van de OBD-motorenfamilie.”;

      3. punt 2.2.3 komt als volgt te luiden:

        De prestatiebewakingscriteria die voor de basismotor zijn goedgekeurd, worden zonder verdere demonstratie van toepassing geacht op alle andere leden van de OBD-motorenfamilie.”;

      4. na punt 2.2.3 worden de volgende punten 2.2.4 en 2.2.4.1 ingevoegd:

        Indien de fabrikant en de goedkeuringsinstantie dit overeenkomen, is het mogelijk de prestatiedrempel aan te passen aan verschillende leden van de OBD-motorenfamilie om verschillende ontwerpparameters (bijvoorbeeld afmetingen van de EGR-koeler) in aanmerking te kunnen nemen. Een dergelijke overeenkomst komt tot stand op basis van technische elementen die de relevantie ervan aantonen.

        Op verzoek van de goedkeuringsinstantie kan een tweede lid van de OBD-motorenfamilie aan het in punt 2.2.2 beschreven goedkeuringsproces worden onderworpen.”;

      5. punt 2.3.1 komt als volgt te luiden:

        Teneinde de OBD-prestaties van de geselecteerde bewakingsfunctie van een OBD-motorenfamilie te demonstreren, wordt een beschadigd onderdeel gekwalificeerd op de basismotor van de OBD-motorenfamilie overeenkomstig bijlage 9B, punt 6.3.2, bij VN/ECE-Reglement nr. 49.”;

      6. na punt 2.3.1 wordt het volgende punt 2.3.2 ingevoegd:

        in het geval van een overeenkomstig punt 2.2.4.1 geteste tweede motor wordt het beschadigde onderdeel overeenkomstig bijlage 9B, punt 6.3.2, bij VN/ECE-Reglement nr. 49 op die tweede motor gekwalificeerd.”.

  6. Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:

    In aanhangsel 1 wordt onder Modellen van het inlichtingformulier het volgende nieuwe punt toegevoegd:

    TOEGANG TOT REPARATIE- EN ONDERHOUDSINFORMATIE

    2.

    TOEGANG TOT REPARATIE- EN ONDERHOUDSINFORMATIE

    2.1.

    Adres van de belangrijkste website voor toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie

    2.1.1.

    Datum vanaf wanneer deze beschikbaar is (uiterlijk zes maanden na de datum van typegoedkeuring)

    2.2.

    Voorwaarden voor toegang tot de website

    2.3.

    Formaat van de via de website toegankelijke reparatie- en onderhoudsinformatie”

  7. Bijlage XIII wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 2.1, derde alinea, komt als volgt te luiden:

      „De fabrikant kan ofwel het geheel aan bepalingen van deze bijlage en bijlage X bij deze verordening toepassen, ofwel het geheel aan bepalingen van de bijlagen XI en XVI bij Verordening (EG) nr. 692/2008.”;

    2. punt 4.2 komt als volgt te luiden:

      Het weergavesysteem voor boorddiagnose (OBD) dat is beschreven in bijlage 9B bij VN/ECE-Reglement nr. 49 en waarnaar wordt verwezen in bijlage X bij deze verordening, wordt niet gebruikt voor de visuele signalen in punt 4.1. De waarschuwing is niet dezelfde als de waarschuwing die voor OBD-doeleinden (de storingsindicator) of motoronderhoud wordt gebruikt. Het mag niet mogelijk zijn het waarschuwingssysteem of visuele signalen middels een scanner uit te schakelen indien de oorzaak van de activering van de waarschuwing niet is weggenomen. De voorwaarden voor de in- en uitschakeling van het waarschuwingssysteem en de visuele signalen worden in aanhangsel 2 van deze bijlage beschreven.”;

    3. punt 5.3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

      „Het lichte aansporingssysteem beperkt het maximaal beschikbare motorkoppel overeenkomstig aanhangsel 3 met 25 % in het hele motortoerentalbereik tussen het hoogste koppel en het breekpunt van de regulateur. Het maximaal beschikbare verminderde motorkoppel bij een toerental lager dan het toerental van het hoogste koppel van de motor vóór de toepassing van de koppelvermindering mag niet groter zijn dan het verminderde koppel bij dat laatstgenoemde toerental.”;

    4. punt 5.5 komt als volgt te luiden:

      Het aansporingssysteem wordt overeenkomstig de punten 6.3, 7.3, 8.5 en 9.4 ingeschakeld.”;

    5. de punten 6.3.1 en 6.3.2 komen als volgt te luiden:

      Het in punt 5.3 beschreven lichte aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd wanneer het niveau van het reagensreservoir minder dan 2,5 % van de nominale volledige capaciteit bedraagt, of een door de fabrikant gekozen hoger percentage.

      Het in punt 5.4 beschreven zware aansporingssysteem wordt naar keuze van de fabrikant ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd wanneer het reagensreservoir leeg is (d.w.z. het doseringssysteem kan geen reagens meer uit de tank putten) of zich op een niveau van minder dan 2,5 % van de nominale volledige capaciteit bevindt.”;

    6. de punten 7.3.1 en 7.3.2 komen als volgt te luiden:

      Het in punt 5.3 beschreven lichte aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als de reagenskwaliteit niet binnen 10 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in punt 7.2 wordt gecorrigeerd.

      Het in punt 5.4 beschreven zware aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als de reagenskwaliteit niet binnen 20 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in punt 7.2 wordt gecorrigeerd.”;

    7. de punten 8.5.1 en 8.5.2 komen als volgt te luiden:

      Het in punt 5.3 beschreven lichte aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als een fout in het reagensverbruik of een onderbreking van de reagensdosering niet binnen 10 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in de punten 8.4.1 en 8.4.2 wordt gecorrigeerd.

      Het in punt 5.4 beschreven zware aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als een fout in het reagensverbruik of een onderbreking van de reagensdosering niet binnen 20 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in de punten 8.4.1 en 8.4.2 wordt gecorrigeerd.”;

    8. punt 9.2.2.1 komt als volgt te luiden:

      Er wordt een specifieke teller toegekend aan een verhinderde EGR-klep. De teller van de EGR-klep houdt het aantal bedrijfsuren van de motor bij waarbij is bevestigd dat een diagnostische foutcode voor een verhinderde EGR-klep actief is.”;

    9. de punten 9.4.1 en 9.4.2 komen als volgt te luiden:

      Het in punt 5.3 beschreven lichte aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als een in punt 9.1 beschreven fout niet binnen 36 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in punt 9.3 wordt gecorrigeerd.

      Het in punt 5,4 beschreven zware aansporingssysteem wordt ingeschakeld en vervolgens overeenkomstig de voorschriften van dat punt geactiveerd als een in punt 9.1 beschreven fout niet binnen 100 bedrijfsuren van de motor na de activering van het waarschuwingssysteem zoals beschreven in punt 9.3 wordt gecorrigeerd.”;

    10. aanhangsel 1 wordt als volgt gewijzigd:

      1. punt 3.2.3 komt als volgt te luiden:

        Teneinde aan te tonen dat het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd bij fouten die het gevolg kunnen zijn van manipulatie, zoals gedefinieerd in punt 9 van deze bijlage, vindt de selectie plaats volgens de volgende voorschriften:”;

      2. punt 3.3.6.2,onder a) en b), komt als volgt te luiden:

        1. het waarschuwingssysteem is geactiveerd met een reagensbeschikbaarheid die hoger is dan of gelijk is aan 10 % van de reservoircapaciteit;

        2. het „continue” waarschuwingssysteem is geactiveerd met een reagensbeschikbaarheid die hoger is dan of gelijk is aan de waarde die de fabrikant overeenkomstig punt 6 van deze bijlage heeft opgegeven.”;

      3. punt 3.4 komt als volgt te luiden:

        De demonstratie van de activering van het waarschuwingssysteem wordt als voltooid beschouwd indien het systeem aan het einde van iedere demonstratietest die volgens punt 3.2.1 is uitgevoerd adequaat is geactiveerd.”;

      4. na punt 3.4 wordt het volgende punt 3.5 ingevoegd:

        De demonstratie van de activering van het waarschuwingssysteem wordt als voltooid beschouwd voor door diagnostische foutcodes gestuurde gebeurtenissen indien het systeem aan het einde van iedere demonstratietest die overeenkomstig punt 3.2.1 is uitgevoerd adequaat is geactiveerd en de diagnostische foutcode voor de geselecteerde fout de in aanhangsel 2, tabel 1, van deze bijlage vermelde status heeft.”;

      5. punt 4.2 komt als volgt te luiden:

        De testreeks moet aantonen dat het aansporingssysteem wordt geactiveerd bij een reagenstekort en wanneer zich een van de in de punten 7, 8 of 9 van deze bijlage gedefinieerde fouten voordoet.”;

      6. punt 4.3, onder a), komt als volgt te luiden:

        1. de goedkeuringsinstantie kiest naast het reagenstekort één van de in de punten 7, 8 of 9 van deze bijlage gedefinieerde fouten die voorheen is gebruikt bij de demonstratie van het waarschuwingssysteem;”

      7. de inleidende zin van punt 4.4 komt als volgt te luiden:

        „De fabrikant moet daarnaast de werking van het aansporingssysteem aantonen onder de in de punten 7, 8 en 9 van deze bijlage gedefinieerde foutomstandigheden die niet zijn gekozen voor gebruik in de in de punten 4.1, 4.2 en 4.3 beschreven demonstratietests.”;

      8. punt 4.5.2 komt als volgt te luiden:

        Wanneer de reactie van het systeem op een reagenstekort in het reservoir wordt gecontroleerd, wordt het motorsysteem gebruikt totdat de beschikbaarheid van het reagens een waarde heeft bereikt van 2,5 % van de nominale volledige capaciteit van het reservoir of de door de fabrikant opgegeven waarde overeenkomstig punt 6.3.1 van deze bijlage waarbij het lichte aansporingssysteem in werking moet treden.”;

      9. punt 4.6.4 komt als volgt te luiden:

        De demonstratie van het zware aansporingssysteem wordt als voltooid beschouwd indien de fabrikant aan het einde van iedere demonstratietest die overeenkomstig de punten 4.6.2 en 4.6.3 is uitgevoerd, aan de goedkeuringsinstantie heeft aangetoond dat het vereiste mechanisme voor begrenzing van de voertuigsnelheid is geactiveerd.”;

      10. punt 5.2 komt als volgt te luiden:

        Wanneer de fabrikant een aanvraag indient voor goedkeuring van een motor of motorenfamilie als technische eenheid, verstrekt hij de goedkeuringsinstantie bewijzen waaruit blijkt dat het documentatiepakket inzake de installatie voldoet aan de bepalingen van punt 2.2.4 van deze bijlage betreffende maatregelen waarmee wordt gewaarborgd dat het voertuig bij gebruik op de weg of elders voldoet aan de voorschriften van deze bijlage betreffende zware aansporing.”;

      11. punt 5.4.2 komt als volgt te luiden:

        De fabrikant kiest één van de in de punten 6 tot en met 9 van deze bijlage gedefinieerde fouten; in gezamenlijk overleg tussen de fabrikant en de goedkeuringsinstantie wordt bepaald of deze op het motorsysteem worden geïnduceerd of worden gesimuleerd.”;

    11. aanhangsel 2, punt 4.1.1, inleidende zin, komt als volgt te luiden:

      „Om aan deze bijlage te voldoen moet het systeem ten minste vijf tellers bevatten waarmee het aantal uren wordt geregistreerd dat de motor heeft gelopen na detectie van een van de volgende zaken door het systeem:”;

    12. aanhangsel 5, punt 3.1, onder e), komt als volgt te luiden:

      1. het aantal warmloopcycli en bedrijfsuren van de motor sinds de geregistreerde „informatie over NOx-beperking” vanwege onderhoud of reparatie is gewist;”.

„Aanhangsel 1

BIJLAGE II

BIJLAGE XVII

Aanhangsel 1

BIJLAGE Ibij Certificaat van de fabrikant met betrekking tot de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie

BIJLAGE IIbij certificaat van de fabrikant met betrekking tot de toegang tot OBD-informatie van het voertuig en tot reparatie- en onderhoudsinformatie

Aanhangsel 2

Aanhangsel 3