Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 90/2012 van de Commissie van 2 februari 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 736/2006 inzake de werkmethodes van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 90/2012 van de Commissie van 2 februari 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 736/2006 inzake de werkmethodes van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG(1), en met name artikel 24, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EG) nr. 216/2008 is in Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie(2) vastgelegd welke werkmethoden het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het Agentschap” genoemd) moet volgen bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties. Op het ogenblik van de vaststelling van Verordening (EG) nr. 736/2006 was het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad(3) beperkt tot initiële en blijvende luchtwaardigheid.

  2. Verordening (EG) nr. 1592/2002 is sindsdien vervangen door Verordening (EG) nr. 216/2008, waarbij het toepassingsgebied twee keer is uitgebreid: eerst naar bemanningen en luchtvaartactiviteiten en vervolgens naar luchtverkeersbeheer (ATM), luchtvaartnavigatiediensten (ANS) en luchthavenveiligheid. De Commissie heeft verscheidene uitvoeringsregels vastgesteld voor deze nieuwe bevoegdheidsgebieden.

  3. In Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie(4) zijn al uitvoeringsvoorschriften vastgesteld voor de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, en voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties; deze verordening bevat zowel technische eisen als administratieve procedures om te garanderen dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de uitvoeringsvoorschriften correct naleven.

  4. In Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie(5) zijn uitvoeringsvoorschriften vastgesteld voor de blijvende luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en voor de goedkeuring van bij deze taken betrokken organisaties en personen; deze verordening bevat zowel technische eisen als administratieve procedures om te garanderen dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de uitvoeringsvoorschriften correct naleven.

  5. In Verordening (EU) nr. 805/2011 van de Commissie(6) zijn gedetailleerde regels vastgesteld voor vergunningen en bepaalde certificaten van luchtverkeersleiders; deze verordening bevat zowel technische eisen als administratieve procedures om te garanderen dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de uitvoeringsvoorschriften correct naleven.

  6. In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie(7) zijn technische eisen en administratieve procedures vastgesteld met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, teneinde de correcte tenuitvoerlegging door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te garanderen.

  7. In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie(8) zijn administratieve procedures vastgesteld voor het veiligheidstoezicht op het gebied van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten, teneinde te garanderen dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011(9) vastgestelde gemeenschappelijke eisen voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten naleven.

  8. In Verordening (EEG) nr. 3922/91van de Raad(10), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 859/2008 van de Commissie(11), zijn gemeenschappelijke technische eisen vastgesteld die van toepassing zijn op commercieel luchtvervoer per vliegtuig, alsook administratieve procedures om te garanderen dat de bevoegde autoriteiten deze eisen, die van toepassing blijven tot uitvoeringsregels op het gebied van luchtvaartactiviteiten van toepassing worden, correct naleven.

  9. In Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad(12) inzake de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap, gewijzigd bij Richtlijn 2008/49/EG van de Commissie(13), zijn procedures vastgesteld voor het uitvoeren van platforminspecties van dergelijke luchtvaartuigen (SAFA) door de lidstaten; deze procedures blijven van toepassing tot uitvoeringsregels op het gebied van platforminspecties van toepassing worden.

  10. Om toezicht te kunnen houden op de naleving van deze uitvoeringsregels door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moet het toepassingsgebied van de bestaande werkmethoden van het Agentschap voor het uitvoeren van normalisatie-inspecties onverwijld worden uitgebreid tot de nieuwe domeinen van de afgifte van vergunningen aan bemanningen, luchtvaartactiviteiten, vergunningen van luchtverkeersleiders en het verlenen van luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten.

  11. Verordening (EG) nr. 736/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  12. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 736/2006 wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.

Om de naleving van de eisen van Verordening (EG) nr. 216/2008 en de uitvoeringsvoorschriften daarvan op het gebied van initiële en blijvende luchtwaardigheid, luchtvaartactiviteiten, platforminspecties, bemanningen, luchtverkeersleiders en luchtverkeersbeheers- en luchtvaartnavigatiediensten te kunnen beoordelen, voert het Agentschap inspecties van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uit en stelt het daarover een verslag op.”.

Artikel 2

Het Agentschap past uiterlijk een maand na de inwerkingtreding van deze verordening zijn werkprocedures aan om te voldoen aan deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel Barroso