Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 334/2012 van de Commissie van 19 april 2012 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkonijnen en niet voor de productie van levensmiddelen bestemde konijnen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 600/2005 (vergunninghouder Société Industrielle Lesaffre) (Voor de EER relevante tekst)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 334/2012 van de Commissie van 19 april 2012 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkonijnen en niet voor de productie van levensmiddelen bestemde konijnen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 600/2005 (vergunninghouder Société Industrielle Lesaffre) (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10 van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad(2).

  2. Bij Verordening (EG) nr. 600/2005 van de Commissie(3) werd overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend voor het preparaat Saccharomyces cerevisiae NCYC Sc47 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkonijnen. Vervolgens is dat preparaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het Communautair repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

  3. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 — vroeger bekend als NCYC Sc47 — als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkonijnen en overeenkomstig artikel 7 van die verordening voor een nieuwe toepassing voor niet voor de productie van levensmiddelen bestemde konijnen, waarbij is verzocht om indeling van dat toevoegingsmiddel in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”. Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.

  4. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 13 december 2011(4) geconcludeerd dat Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de gezondheid van de consument of het milieu heeft en dat het de sterfte bij mestkonijnen kan verminderen. Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

  5. Uit de beoordeling van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-4407 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dit preparaat zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

  6. Als gevolg van de verlening van een nieuwe vergunning krachtens Verordening (EG) nr. 1831/2003 moeten de bepalingen over Saccharomyces cerevisiae NCYC Sc47 in Verordening (EG) nr. 600/2005 worden geschrapt.

  7. Aangezien de voorwaarden van de vergunning voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding niet om veiligheidsredenen worden gewijzigd, moet worden voorzien in een overgangsperiode om de bestaande voorraden van de voormengsels en mengvoeders op te maken, zoals bij Verordening (EG) nr. 600/2005 is toegestaan.

  8. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

De tekst van E 1702 in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 600/2005 wordt geschrapt.

Artikel 3

Het preparaat van Saccharomyces cerevisiae NCYC Sc47, waarvoor bij Verordening (EG) nr. 600/2005 een vergunning is verleend, en voormengsels en mengvoeders die dit preparaat bevatten en vóór de inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn geëtiketteerd, mogen in de handel worden gebracht en gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn opgebruikt.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

BIJLAGE