Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2012 van de Commissie van 27 april 2012 tot vaststelling van de nodige maatregelen voor het tegen verlaagde overschotheffing op de markt van de Unie brengen van extra hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose in het verkoopseizoen 2011/2012

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2012 van de Commissie van 27 april 2012 tot vaststelling van de nodige maatregelen voor het tegen verlaagde overschotheffing op de markt van de Unie brengen van extra hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose in het verkoopseizoen 2011/2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten ("Integrale-GMO-verordening")(1), en met name artikel 64, lid 2, en artikel 186, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De op de Londense termijnmarkt gebaseerde prijzen op de mondiale suikermarkten zijn sinds het begin van het verkoopseizoen 2011/2012 gestabiliseerd op een uit historisch oogpunt bekeken veeleer hoog niveau. De prijzen op de Londense termijnmarkt schommelden tussen 600 en 650 Amerikaanse dollar (460 tot 500 euro) per ton.

  2. Tegelijkertijd zijn de prijzen op de suikermarkten van de Unie blijven stijgen, zoals wordt aangegeven door het prijsmonitoringsysteem dat is opgezet krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel(2); bovendien zijn de prijzen in versneld tempo gestegen sinds oktober 2011, toen de gemiddelde suikerprijs in de Unie binnen een maand met meer dan 10 % de hoogte in ging.

  3. Om de voorzieningssituatie op de suikermarkt van de Unie te verbeteren, zijn in november 2011 buitengewone maatregelen vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie van 30 november 2011 tot opening van een permanente openbare inschrijving voor het verkoopseizoen 2011/2012 voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht(3) en bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1240/2011 van de Commissie van 30 november 2011 tot vaststelling van buitengewone maatregelen inzake het tegen verlaagde overschotheffing op de markt van de Unie brengen van buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose in het verkoopseizoen 2011/2012(4). Deze maatregelen hebben de opwaartse trend van de suikerprijzen in de Unie echter niet tot staan kunnen brengen, met als gevolg dat in februari 2012 een gemiddelde prijs van 701 euro per ton werd genoteerd, wat neerkomt op een stijging met meer dan 20 % tussen september 2011 en februari 2012, of met bijna 40 % tussen februari 2011 en februari 2012.

  4. Uit de aanhoudende opwaartse trend van de suikerprijzen in de Unie blijkt dat de voorzieningssituatie op de suikermarkt van de Unie in dit stadium slechts matig is verbeterd. Deze analyse is tijdens de vergadering van het beheerscomité van 8 maart 2012 bevestigd door een grote meerderheid van de lidstaten die van mening zijn dat de aanhoudende voorzieningsproblemen in het loop van het verkoopseizoen nog kunnen verscherpen. Dit kan met name gevolgen hebben voor kleine en middelgrote ondernemingen en klanten met langetermijncontracten waarin vaste hoeveelheden zijn vastgesteld.

  5. Anderzijds heeft een goede oogst in sommige delen van de Unie ertoe geleid dat 5,3 miljoen ton suiker is geproduceerd buiten het in artikel 56 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde quotum. Rekening houdend met de geraamde vraag naar industriële suiker zoals bedoeld in artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met de exportverbintenissen voor buiten het quotum geproduceerde suiker die voor het verkoopseizoen 2011/2012 zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 372/2011 van de Commissie van 15 april 2011 tot vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose tot het einde van het verkoopseizoen 2011/2012(5), en met de hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker die op de markt van de Unie zijn gebracht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1240/2011, zullen nog steeds aanzienlijke hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker beschikbaar zijn. Een gedeelte van deze suiker kan onmiddellijk ter beschikking van de suikermarkt van de EU worden gesteld om alvast gedeeltelijk tegemoet te komen aan de vraag en daardoor de marktverstorende opwaartse trend van de suikerprijzen in de EU onder controle te helpen krijgen.

  6. Krachtens artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt de Commissie ertoe gemachtigd de nodige maatregelen voor de sector te nemen wanneer de prijzen op de suikermarkten van de Unie in die mate stijgen dat de markten erdoor worden verstoord of dreigen te worden verstoord.

  7. Krachtens artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt de Commissie ertoe gemachtigd de overschotheffing op suiker en isoglucose die buiten het quotum worden geproduceerd, vast te stellen op een niveau dat hoog genoeg is om de opeenstapeling van overtollige hoeveelheden te voorkomen. Bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker(6) is die heffing vastgesteld op 500 euro per ton.

  8. Volgens ramingen van de Commissie en zoals tevens duidelijk wordt geïllustreerd door de forse stijging van de gemiddelde prijs op de suikermarkten van de Unie in het verkoopseizoen 2011/2012, blijft de voorraad suiker op de interne markt zo laag dat het wellicht noodzakelijk zal zijn extra hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker op de interne markt af te zetten. Een toename van de voorziening zou de doorstroming op de suikermarkt moeten verbeteren. Om te voorkomen dat de hoeveelheden zich gaan opstapelen, is het raadzaam slechts toe te staan dat een beperkte hoeveelheid op de markt van de Unie wordt gebracht. Gezien het geraamde tekort en de alternatieve voorzieningsbronnen dient deze beperkte hoeveelheid te worden vastgesteld op 250 000 ton. De verlaagde overschotheffing voor die beperkte hoeveelheid buiten het quotum geproduceerde suiker moet worden vastgesteld op een niveau per ton dat het verschil tussen de meest recente publiek beschikbare gemiddelde prijs in de Unie en de wereldmarktprijs weergeeft.

  9. Aangezien bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 quota voor zowel suiker als isoglucose zijn vastgesteld, moet voor een passende hoeveelheid buiten het quotum geproduceerde isoglucose een vergelijkbare maatregel gelden, daar dit product tot op zekere hoogte een commerciële suikervervanger is.

  10. Om die reden, en om de voorziening te verhogen, moeten de producenten van suiker en isoglucose bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten certificaten aanvragen waarmee zij bepaalde buiten het quotum geproduceerde hoeveelheden met een verlaagde overschotheffing kunnen verkopen op de markt van de Unie.

  11. In het belang van een snelle verbetering van de voorzieningssituatie moet de geldigheid van de certificaten in de tijd worden beperkt.

  12. Door bovengrenzen te stellen aan de hoeveelheden waarvoor iedere producent in een aanvraagperiode een aanvraag kan indienen, en door de certificaten te beperken tot producten uit de eigen productie van de aanvrager, moet speculatie in het kader van de bij de onderhavige verordening ingestelde regeling worden voorkomen.

  13. Met hun aanvraag moeten suikerproducenten zich ertoe verbinden de minimumprijs te betalen voor de suikerbieten die worden gebruikt om de hoeveelheid suiker te produceren waarvoor zij een aanvraag indienen. De minimumeisen waaraan aanvragen moeten voldoen, moeten worden vastgesteld.

  14. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten de ontvangen aanvragen aan de Commissie melden. Om die meldingen te vereenvoudigen en te standaardiseren moeten er modellen ter beschikking worden gesteld.

  15. De Commissie moet ervoor zorgen dat uitsluitend certificaten worden afgegeven binnen de bij de onderhavige verordening gestelde kwantitatieve grenzen. Daarom moet de Commissie zo nodig een toewijzingscoëfficiënt kunnen vaststellen die op de ontvangen aanvragen wordt toegepast.

  16. De lidstaten moeten onmiddellijk aan de aanvragers melden of de door hen aangevraagde hoeveelheid geheel of gedeeltelijk is toegekend.

  17. De verlaagde overschotheffing moet na aanvaarding van de aanvraag en vóór afgifte van het certificaat worden betaald.

  18. De bevoegde autoriteiten moeten aan de Commissie de hoeveelheden melden waarvoor certificaten met een verlaagde overschotheffing zijn afgegeven. De Commissie moet daartoe modellen beschikbaar stellen.

  19. Op hoeveelheden op de markt van de Unie gebrachte suiker die groter zijn dan die waarvoor in het kader van de onderhavige verordening certificaten zijn afgegeven, moet de in artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde overschotheffing worden toegepast. Daarom moet worden bepaald dat aanvragers die niet voldoen aan de verplichting de hoeveelheid op de markt van de Unie te brengen die door het aan hen afgegeven certificaat wordt gedekt, ook een bedrag van 500 euro per ton moeten betalen. Deze consequente aanpak is erop gericht misbruik van de bij de onderhavige verordening ingestelde regeling te voorkomen.

  20. Met het oog op de vaststelling van de in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 952/2006 bedoelde gemiddelde EU-marktprijzen voor binnen en buiten het quotum geproduceerde suiker dient suiker die wordt gedekt door een op grond van de onderhavige verordening afgegeven certificaat, te worden beschouwd als quotumsuiker.

  21. In artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(7) is bepaald dat de ontvangsten uit de bijdragen en andere heffingen die in het kader van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker zijn vastgesteld, eigen middelen zijn. Daarom moet worden bepaald welk tijdstip in de zin van artikel 2, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a) van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(8) in aanmerking moet worden voor de vaststelling van de betrokken bedragen.

  22. Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Tijdelijke verlaging van de overschotheffing

In afwijking van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 967/2006 wordt de overschotheffing op een buiten het in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde quotum geproduceerde en in het verkoopseizoen 2011/2012 op de markt van de Unie gebrachte extra hoeveelheid van 250 000 ton suiker, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, en 13 000 ton isoglucose, uitgedrukt in droge stof, vastgesteld op 211 euro per ton. De verlaagde overschotheffing wordt betaald nadat de in artikel 2 bedoelde aanvraag is aanvaard en voordat het in artikel 6 bedoelde certificaat wordt afgegeven.

Artikel 2 Certificaataanvragen

1.

Om van de in artikel 1 bedoelde voorwaarden gebruik te kunnen maken, vragen producenten van suiker en isoglucose een certificaat aan.

2.

Aanvragers zijn uitsluitend bietsuiker-, rietsuiker- of isoglucoseproducerende ondernemingen die overeenkomstig artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn erkend en waaraan een productiequotum voor het verkoopseizoen 2011/2012 is toegewezen overeenkomstig artikel 56 van die verordening.

3.

Iedere aanvrager mag per aanvraagperiode slechts één aanvraag voor suiker en één voor isoglucose indienen.

4.

Certificaataanvragen worden per fax of per e-mail ingediend bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de onderneming is erkend. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogen eisen dat per e-mail toegezonden aanvragen vergezeld gaan van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad(9).

5.

Aanvragen zijn ontvankelijk indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. de aanvraag bevat:

    1. de naam, het adres en het btw-nummer van de aanvrager; en

    2. de aangevraagde hoeveelheden suiker en isoglucose, uitgedrukt in ton wittesuikerequivalent respectievelijk droge stof, afgerond op gehele getallen;

  2. de in deze aanvraagperiode aangevraagde hoeveelheden mogen niet meer bedragen dan 50 000 ton suiker, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, en 2 500 ton isoglucose, uitgedrukt in droge stof;

  3. indien de aanvraag betrekking heeft op suiker, verbindt de aanvrager zich ertoe voor de hoeveelheid suiker die wordt gedekt door overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening afgegeven certificaten de in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde minimumprijs voor bieten te betalen;

  4. de aanvraag wordt opgesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend;

  5. de aanvraag bevat een verwijzing naar de onderhavige verordening en de uiterste datum voor indiening van de aanvragen voor de betrokken aanvraagperiode, zoals bedoeld in artikel 3.

6.

Een aanvraag mag na de indiening ervan niet worden ingetrokken of gewijzigd, zelfs al wordt de aangevraagde hoeveelheid slechts gedeeltelijk toegekend.

Artikel 3 Indiening van de aanvragen

1.

De eerste periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend, loopt af op 2 mei 2012 om 12.00 uur (Brusselse tijd).

2.

De tweede en volgende aanvraagperioden beginnen op de eerste werkdag na afloop van de vorige periode. Zij lopen af om 12.00 uur (Brusselse tijd) op 23 mei 2012, 6 juni 2012 en 20 juni 2012.

3.

De Commissie kan de indiening van aanvragen voor één of meer aanvraagperioden schorsen.

Artikel 4 Melding van aanvragen door de lidstaten

1.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten besluiten aan de hand van de in artikel 2 vastgestelde voorwaarden of de aanvragen ontvankelijk zijn. Wanneer de bevoegde autoriteiten besluiten dat een aanvraag niet ontvankelijk is, stellen zij de aanvrager daarvan onverwijld in kennis.

2.

De bevoegde autoriteit meldt de tijdens de voorbije aanvraagperiode ingediende ontvankelijke aanvragen uiterlijk op vrijdag per fax of per e-mail aan de Commissie. In die melding worden de in artikel 2, lid 5, onder a) i), bedoelde gegevens niet opgenomen. Lidstaten die geen aanvragen hebben ontvangen maar waaraan in het verkoopseizoen 2011/2012 wel een suiker- of isoglucosequotum is toegewezen, melden binnen dezelfde termijn aan de Commissie dat er geen aanvragen zijn ingediend.

3.

De vorm en de inhoud van de mededelingen worden vastgesteld op basis van de modellen die de Commissie ter beschikking van de lidstaten stelt.

Artikel 5 Overschreden maxima

Artikel 6 Afgifte van certificaten

Artikel 7 Geldigheid van de certificaten

Artikel 8 Overdraagbaarheid van de certificaten

Artikel 9 Prijsnotering

Artikel 10 Monitoring

Artikel 11 Datum van vaststelling

Artikel 12 Inwerkingtreding

BIJLAGE