Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor de wijze van beheer van het in Verordening (EG) nr. 617/2009 bedoelde jaarlijks EU-tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit, hierna „het tariefcontingent” genoemd. De periode, de omvang en het recht van het tariefcontingent zijn vastgesteld in bijlage I bij deze verordening.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 481/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende voorschriften voor het beheer van een tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 481/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende voorschriften voor het beheer van een tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”)(1), en met name artikel 144, lid 1, en artikel 148, in samenhang met artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 617/2009 van de Raad(2) is een meerjarig autonoom tariefcontingent geopend voor de invoer van 20 000 ton rundvlees van hoge kwaliteit. Die verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 464/2012 van het Europees Parlement en de Raad(3), waarin het invoertariefcontingent wordt opgetrokken naar 21 500 ton met ingang van de eerste dag van de maand na de bekendmaking ervan en naar 48 200 ton met ingang van 1 augustus 2012. Tariefcontingenten voor landbouwproducten worden beheerd overeenkomstig artikel 144, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007. In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 617/2009, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 464/2012 is bepaald dat het tariefcontingent door de Commissie wordt beheerd door middel van uitvoeringshandelingen die worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(4).
Bij Verordening (EG) nr. 620/2009 van de Commissie van 13 juli 2009 tot vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit(5) zijn voorschriften vastgesteld voor het beheer van het betrokken tariefcontingent aan de hand van de in artikel 144, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde methode van het gelijktijdige onderzoek van de invoercertificaataanvragen. Uit recente ervaringen met het beheer van het EU-tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit is gebleken dat het beheer van dit tariefcontingent moet worden verbeterd. De praktijkervaring met de in artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde beheersmethode „wie het eerst komt, het eerst maalt” was in andere landbouwsectoren positief. Teneinde het beheer te vereenvoudigen en speculatie te voorkomen moet het tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit van oorsprong uit derde landen derhalve worden beheerd overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(6), waarin voorschriften zijn vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten in chronologische volgorde van de data van aanvaarding van de douaneaangiften. Wanneer de invoer in overeenstemming met die voorschriften wordt beheerd, hoeven niet langer invoercertificaten te worden verlangd.
Met het oog op een gelijkmatige invoer dient de jaarlijkse invoertariefcontingentperiode te worden opgesplitst in driemaandelijkse deelperioden. Passende volgnummers moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 308 bis, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Bij Verordening (EG) nr. 617/2009 is bepaald dat het contingentjaar van 1 juli tot en met 30 juni loopt. Om te zorgen voor een snelle overgang van de huidige methode van het gelijktijdige onderzoek naar de beheersmethode „wie het eerst komt, eerst maalt”, moet de nieuwe beheersmethode met ingang van 1 juli 2012 van toepassing zijn.
De hoeveelheid die beschikbaar is voor de eerste driemaandelijkse deelperiode (1 juli tot en met 30 september 2012) moet pro rata worden berekend, rekening houdend met de omvang van het jaarlijkse tariefcontingent tot en met 31 juli 2012 en met de toegenomen omvang van het jaarlijkse tariefcontingent met ingang van 1 augustus 2012.
De goederen die in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 617/2009 geopende tariefcontingent worden ingevoerd, mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht nadat de bevoegde instantie van het exporterende derde land voor deze producten een echtheidscertificaat heeft afgegeven. De afgifte van dergelijke echtheidscertificaten moet garanderen dat de ingevoerde goederen overeenstemmen met de in deze verordening omschreven kenmerken van rundvlees van hoge kwaliteit.
Duidelijkheidshalve moet Verordening (EG) nr. 620/2009 worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe uitvoeringsverordening.
Aangezien de nieuwe beheersmethode met ingang van 1 juli 2012 van toepassing moet zijn, mogen de certificaten die in juni 2012 in het kader van Verordening (EG) nr. 620/2009 zijn aangevraagd, niet worden afgegeven.
Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit dat voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.
Met het oog op de toepassing van deze verordening wordt als „bevroren vlees” aangemerkt: vlees dat in het douanegebied van de Unie wordt binnengebracht met een inwendige temperatuur van ten hoogste - 12 °C.
Artikel 2 Beheer van het tariefcontingent
Het tariefcontingent wordt beheerd volgens het beginsel „wie het eerst komt, eerst maalt” overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Er zijn geen invoercertificaten vereist.
Het tariefcontingent wordt beheerd als een hoofdtariefcontingent met volgnummer 09.2201 met vier driemaandelijkse deeltariefcontingenten met volgnummer 09.2202.
Het voordeel van het tariefcontingent kan alleen worden gegeven voor volgnummer 09.2202, waarmee naar de deeltariefcontingenten wordt verwezen.
De afboekingen op de deeltariefcontingenten die lopen tot en met 30 september, 31 december en 31 maart worden stopgezet op de vijfde werkdag van de Commissie in respectievelijk november, februari en mei. De ongebruikte hoeveelheden worden toegevoegd aan de hoeveelheden voor de driemaandelijkse deeltariefcontingenten die beginnen op respectievelijk 1 oktober, 1 januari en 1 april. Aan het einde van het contingentjaar worden geen ongebruikte hoeveelheden overgedragen naar een ander contingentjaar.
Artikel 3 Echtheidscertificaten
Om van het tariefcontingent te kunnen profiteren, wordt aan de douaneautoriteiten van de Unie een in het betrokken derde land afgegeven echtheidscertificaat afgegeven, vergezeld van een douaneaangifte voor het vrije verkeer van de betrokken goederen.
Het in lid 1 bedoelde echtheidscertificaat wordt opgesteld volgens het model van bijlage III.
Op de keerzijde van het echtheidscertificaat wordt vermeld dat het vlees van oorsprong uit het exporterende land voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.
Het echtheidscertificaat is slechts geldig indien het naar behoren is ingevuld en geviseerd door de instantie van afgifte.
Een echtheidscertificaat is naar behoren geviseerd wanneer de plaats en datum van afgifte erop zijn vermeld en het is voorzien van het stempel van de instantie van afgifte en de handtekening van de persoon of de personen die het mag of mogen ondertekenen.
Het stempel op het origineel van het echtheidscertificaat en op de kopieën ervan kan worden vervangen door een gedrukt zegel.
De geldigheidsduur van het echtheidscertificaat loopt af uiterlijk op 30 juni na de datum van afgifte.
Artikel 4 Instanties van afgifte in derde landen
De in artikel 3 bedoelde instantie van afgifte dient:
-
als zodanig te zijn erkend door de bevoegde autoriteit van het exporterende land;
-
zich ertoe te verbinden de op de echtheidscertificaten aangebrachte vermeldingen te verifiëren.
De volgende gegevens worden aan de Commissie gemeld:
-
de naam, het adres en zo mogelijk ook het e-mailadres en het internetadres van de instantie of instanties die de in artikel 3 bedoelde echtheidscertificaten mag of mogen afgeven;
-
afdrukken van de door de instantie of instanties van afgifte gebruikte stempels;
-
de procedures en criteria die door de instantie of instanties van afgifte worden gebruikt om de naleving van de in bijlage II vastgestelde eisen na te gaan.