Home

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 25 april 2013 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen acequinocyl, aminopyralid, ascorbinezuur, flubendiamide, gamma-cyhalothrin, ipconazool, metaflumizon, orthosulfamuron, Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134, pyridalil, pyroxsulam, spiromesifen, thiencarbazon en topramezone te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 2246) (Voor de EER relevante tekst) (2013/205/EU)

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 25 april 2013 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen acequinocyl, aminopyralid, ascorbinezuur, flubendiamide, gamma-cyhalothrin, ipconazool, metaflumizon, orthosulfamuron, Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134, pyridalil, pyroxsulam, spiromesifen, thiencarbazon en topramezone te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 2246) (Voor de EER relevante tekst) (2013/205/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), en met name artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad(2), en met name artikel 80, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 blijft Richtlijn 91/414/EEG van toepassing op werkzame stoffen waarvoor overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn vóór 14 juni 2011 een besluit is genomen.

  2. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in maart 2003 van Agro-Kanesho een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof acequinocyl in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/636/EG van de Commissie(3) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  3. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in april 2004 van Dow AgroSciences Ltd een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof aminopyralid in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2005/778/EG van de Commissie(4) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  4. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in september 2004 van Citrex Nederland BV een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof ascorbinezuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2005/751/EG van de Commissie(5) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  5. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Griekenland in maart 2006 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof flubendiamide in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/927/EG van de Commissie(6) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  6. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in augustus 2001 van Pytech Chemicals GmbH een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof gamma-cyhalothrin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2004/686/EG van de Commissie(7) bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  7. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2007 van Kureha GmbH een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof ipconazool in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2008/20/EG van de Commissie(8) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  8. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in november 2005 van BASF SE een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof metaflumizon in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/517/EG van de Commissie(9) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  9. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Italië in juli 2005 van Isagro SpA een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof orthosulfamuron in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/806/EG van de Commissie(10) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  10. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in augustus 2008 van Sourcon-Padena GmbH & Co KG een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134 in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2008/599/EG van de Commissie(11) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  11. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in maart 2006 van Sumitomo Chemical Agro Europe SAS een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof pyridalil in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/669/EG van de Commissie(12) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  12. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in februari 2006 van Dow AgroSciences GmbH een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof pyroxsulam in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/277/EG van de Commissie(13) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  13. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in april 2002 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof spiromesifen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/105/EG van de Commissie(14) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  14. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in april 2007 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof thiencarbazon in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2008/566/EG van de Commissie(15) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  15. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Frankrijk in mei 2003 van BASF SE een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof topramezone in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/850/EG van de Commissie(16) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  16. De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en de gewasbeschermingsmiddelen grondig worden beoordeeld in het licht van de voorschriften van die richtlijn.

  17. De effecten op de menselijke gezondheid en het milieu van de door de aanvragers voorgestelde toepassingen van deze werkzame stoffen zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld. De lidstaten-rapporteurs hebben de ontwerpbeoordelingsverslagen bij de Commissie ingediend, namelijk op 15 maart 2005 voor acequinocyl, op 10 september 2007 voor ascorbinezuur, op 22 augustus 2006 voor aminopyralid, op 1 september 2008 voor flubendiamide, op 13 september 2012 voor gamma-cyhalothrin, op 29 mei 2008 voor ipconazool, op 15 april 2008 voor metaflumizon, op 19 juli 2012 voor orthosulfamuron, op 3 november 2009 voor Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134, op 13 januari 2009 voor pyridalil, op 20 maart 2008 voor pyroxsulam, op 9 maart 2004 voor spiromesifen, op 17 december 2008 voor thiencarbazon en op 26 juli 2007 voor topramezone.

  18. Nadat de lidstaten-rapporteurs de ontwerpbeoordelingsverslagen hadden ingediend, bleek het nodig de aanvragers om aanvullende informatie te vragen en moesten de lidstaten-rapporteurs deze informatie bestuderen en beoordelen. Daardoor is het onderzoek van de dossiers nog steeds aan de gang en zal de evaluatie niet kunnen worden afgerond binnen de bij de Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde termijn, te lezen in samenhang met Uitvoeringsbesluit 2011/490/EU van de Commissie(17) (acequinocyl, aminopyralid, flubendiamide, metaflumizon, pyroxsulam en thiencarbazon), Uitvoeringsbesluit 2011/252/EU van de Commissie(18) (ascorbinezuur, ipconazool, Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134, spiromesifen en topramezone) en Uitvoeringsbesluit 2011/671/EU van de Commissie(19) (gamma-cyhalothrin).

  19. Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding tot onmiddellijke bezorgdheid heeft gegeven, moet de lidstaten toestemming worden verleend om de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat de evaluatie en de besluitvorming met betrekking tot de eventuele opname overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voor acequinocyl, aminopyralid, ascorbinezuur, flubendiamide, Pseudomonas sp. DSMZ 13134, pyridalil, pyroxsulam, spiromesifen, thiencarbazon en topramezone binnen 24 maanden zullen worden afgerond.

  20. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die acequinocyl, aminopyralid, ascorbinezuur, flubendiamide, gamma-cyhalothrin, ipconazool, metaflumizon, orthosulfamuron, Pseudomonas sp. DSMZ 13134, pyridalil, pyroxsulam, spiromesifen, thiencarbazon of topramezone bevatten, verlengen tot uiterlijk 30 april 2015.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 30 april 2015.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 april 2013.

Voor de Commissie

Tonio Borg

Lid van de Commissie