Home

2013/280/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 juni 2013 betreffende de adequaatheid van de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3402) Voor de EER relevante tekst

2013/280/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 juni 2013 betreffende de adequaatheid van de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3402) Voor de EER relevante tekst

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad(1), en met name artikel 47, lid 3, eerste alinea,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 47, lid 1, en artikel 53 van Richtlijn 2006/43/EG mogen bevoegde autoriteiten van lidstaten in geval van inspecties of onderzoeken van wettelijke auditors of auditkantoren toestaan dat controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren aan de bevoegde autoriteiten van een derde land worden overgedragen, op voorwaarde dat laatstgenoemde autoriteiten door de Commissie adequaat zijn verklaard en dat er tussen deze autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten op wederkerigheid gebaseerde werkregelingen zijn overeengekomen. Het is daarom nodig om te bepalen welke bevoegde autoriteiten van derde landen adequaat zijn voor de overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren aan de bevoegde autoriteiten van een derde land.

  2. Een overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren aan de bevoegde autoriteiten van een derde land is een aangelegenheid van zwaarwegend algemeen belang die met de uitoefening van onafhankelijk publiek toezicht verband houdt. Om die reden mag een dergelijke overdracht door bevoegde autoriteiten van lidstaten alleen plaatsvinden voor de uitoefening door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land van hun publiektoezicht-, externe-kwaliteitsborgings- en onderzoeksfuncties ten aanzien van auditors en auditkantoren. De lidstaten dienen erop toe te zien dat de bilaterale werkregelingen die de overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren tussen hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika toestaan, passende waarborgen bieden ten aanzien van de bescherming van zowel de in dergelijke documenten vervatte persoonsgegevens als de in dergelijke documenten vervatte zakengeheimen en economisch gevoelige gegevens die verband houden met de ondernemingen waarvan de jaarrekening wordt gecontroleerd en met de auditors van deze ondernemingen. Eenieder die werkzaam is of is geweest bij de bevoegde autoriteiten van het derde land die de informatie ontvangen, moet onder de geheimhoudingsplicht vallen.

  3. Onverminderd artikel 47, lid 4, van Richtlijn 2006/43/EG dienen de lidstaten erop toe te zien dat de contacten tussen de auditors of auditkantoren van de lidstaten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika in het kader van het publieke toezicht op, de externe kwaliteitsborging van en het onderzoek bij auditors en auditkantoren via de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat verlopen.

  4. In uitzonderingsgevallen kunnen de lidstaten instemmen met gezamenlijke inspecties wanneer dit noodzakelijk is om een doeltreffend toezicht te waarborgen. De lidstaten kunnen toestaan dat de samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika plaatsvindt in de vorm van gezamenlijke inspecties of via waarnemers zonder inspectie- of onderzoekbevoegdheden en zonder toegang tot de vertrouwelijke controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren. Een dergelijke samenwerking dient steeds plaats te vinden volgens de voorwaarden die in artikel 47, lid 2, van Richtlijn 2006/43/EG en in dit besluit worden gesteld, met name wat het vereiste betreft om de soevereiniteit, de vertrouwelijkheid en de wederkerigheid te respecteren. De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat gezamenlijke inspecties die overeenkomstig artikel 47 van Richtlijn 2006/43/EG door hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika in de Unie worden uitgevoerd, onder leiding van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat plaatsvinden.

  5. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(2) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig genoemde richtlijn. Ingeval bij een overdracht aan de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren ook persoonsgegevens worden verstrekt, dan dient de overdracht bijgevolg steeds te worden uitgevoerd conform Richtlijn 95/46/EG. Aan de hand van in overeenstemming met hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG zijnde bindende overeenkomsten tussen hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika dienen de lidstaten erop toe te zien dat er passende waarborgen ten aanzien van de bescherming van de doorgegeven persoonsgegevens worden geboden en dat de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika persoonsgegevens die voorkomen in overgedragen controledocumenten of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren, niet verder doorgeven zonder de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten.

  6. De adequaatheid van bevoegde autoriteiten van een derde land dient te worden getoetst op basis van de samenwerkingscriteria die zijn vastgesteld in artikel 36 van Richtlijn 2006/43/EG of grotendeels gelijkwaardige functionele resultaten. De adequaatheid dient meer in het bijzonder te worden getoetst op basis van de bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika, de geboden waarborgen tegen inbreuken op de door hen toegepaste regels op het gebied van vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en de mate waarin hun wetten en voorschriften hen in staat stellen met bevoegde autoriteiten van lidstaten samen te werken.

  7. Aangezien auditors en auditkantoren van in de Unie gevestigde vennootschappen die effecten in de Verenigde Staten van Amerika hebben uitgegeven, of die deel uitmaken van een groep die wettelijk voorgeschreven geconsolideerde jaarrekeningen in genoemde landen bekendmaakt, onderworpen zijn aan de wetgeving van de Verenigde Staten van Amerika, dient een besluit te worden genomen over de vraag of de bevoegde autoriteiten van lidstaten controledocumenten of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren aan de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika mogen overdragen, waarbij deze autoriteiten de overgedragen documenten alleen mogen gebruiken voor de uitoefening van hun publiektoezicht-, externe-kwaliteitsborgings- en onderzoeksfuncties ten aanzien van auditors en auditkantoren.

  8. Met betrekking tot de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika zijn adequaatheidstoetsingen in de zin van artikel 47 van Richtlijn 2006/43/EG uitgevoerd. Adequaatheidsbesluiten met betrekking tot de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika moeten op basis van die toetsingen worden genomen.

  9. De Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika is bevoegd om onderzoeken bij auditors en auditkantoren te verrichten; dit besluit dient alleen betrekking te hebben op de bevoegdheid van de Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika om onderzoeken bij auditors en auditkantoren uit te voeren. De Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika past afdoende veiligheidsmaatregelen toe die de verstrekking door haar huidige en vroegere werknemers van vertrouwelijke informatie aan een derde persoon of autoriteit verbieden of bestraffen. Zij zou overgedragen controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren alleen aanwenden voor doeleinden die met onderzoeken bij auditors en auditkantoren verband houden. Krachtens de wetten en voorschriften van de Verenigde Staten van Amerika is de Securities and Exchange Commission bevoegd om controle- of andere relevante documenten die in het bezit zijn van auditors of auditkantoren van de Verenigde Staten en die op door haar verrichte onderzoeken bij dergelijke auditors of auditkantoren betrekking hebben, aan bevoegde autoriteiten van lidstaten over te dragen. Op grond hiervan dient de Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika adequaat te worden verklaard voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG.

  10. De Public Company Accounting Oversight Board van de Verenigde Staten van Amerika is bevoegd voor publiek toezicht op, externe kwaliteitsborging van en onderzoek bij auditors en auditkantoren. De instelling past afdoende veiligheidsmaatregelen toe die de verstrekking door haar huidige en vroegere werknemers van vertrouwelijke informatie aan een derde persoon of autoriteit verbieden of bestraffen. Zij zou overgedragen controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren alleen aanwenden voor doeleinden die met publiek toezicht op, externe kwaliteitsborging van en onderzoek bij auditors en auditkantoren verband houden. Krachtens de wetten en voorschriften van de Verenigde Staten van Amerika mag zij controle- of andere documenten die in het bezit zijn van Amerikaanse auditors of auditkantoren aan de bevoegde autoriteiten van lidstaten overdragen. Op grond hiervan dient de Public Company Accounting Oversight Board van de Verenigde Staten van Amerika adequaat te worden verklaard voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG.

  11. De overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren dient in te houden dat de bij dit besluit adequaat verklaarde autoriteiten toegang wordt verleend tot controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren, dan wel dat de documenten in kwestie hun worden toegezonden na voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteiten van lidstaten, alsook dat de bevoegde autoriteiten van lidstaten de bij dit besluit adequaat verklaarde autoriteiten toegang verlenen tot dergelijke documenten of hun deze toezenden. Dit heeft tot gevolg dat het wettelijke auditors en auditkantoren in geval van inspecties of onderzoeken niet mag worden toegestaan laatstgenoemde autoriteiten onder andere voorwaarden dan die welke in dit besluit en in artikel 47 van Richtlijn 2006/43/EG worden gesteld, bijvoorbeeld op grond van de toestemming van de wettelijke auditor, het auditkantoor of de cliënt, tot controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren toegang te bieden of dergelijke documenten toe te zenden.

  12. Dit besluit dient de samenwerkingsovereenkomsten onverlet te laten die worden bedoeld in artikel 25, lid 4, van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG(3).

  13. Aangezien dit besluit genomen wordt in de context van Uitvoeringsbesluit 2013/281/EU van de Commissie(4) betreffende de gelijkwaardigheid van het stelsel van publiek toezicht, het kwaliteitsborgingsstelsel en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van de Verenigde Staten, mag het niet in de plaats komen van enig definitief gelijkwaardigheidsbesluit dat de Commissie ingevolge artikel 46, lid 2, van Richtlijn 2006/43/EG kan aannemen.

  14. Het uiteindelijke doel van de samenwerking met de Verenigde Staten van Amerika op het gebied van het toezicht op controleactiviteiten is te komen tot wederzijds vertrouwen in elkaars toezichtstelsel, waarbij slechts in uitzonderlijke gevallen overdrachten plaatsvinden van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren. Dit wederzijds vertrouwen zou op de gelijkwaardigheid van de stelsels van publiek toezicht op auditors van de Unie en de Verenigde Staten van Amerika zijn gebaseerd.

  15. De Public Company Accounting Oversight Board van de Verenigde Staten van Amerika is voornemens de stelsels van publiek toezicht op auditors van de lidstaten nader te beoordelen alvorens te besluiten of hij zich zal verlaten op het publiek toezicht dat door hun bevoegde autoriteiten wordt uitgeoefend. Het samenwerkingsmechanisme tussen, enerzijds, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en, anderzijds, de Public Company Accounting Oversight Board van de Verenigde Staten van Amerika en de Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika dient derhalve te worden geëvalueerd om na te gaan in hoeverre vorderingen zijn gemaakt om tot wederzijds vertrouwen in elkaars toezichtstelsels te komen. Om die redenen moet dit besluit gedurende een beperkte termijn van toepassing zijn.

  16. De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Public Company Accounting Oversight Board van de Verenigde Staten van Amerika en de Securities and Exchange Commission van de Verenigde Staten van Amerika worden als adequaat beschouwd voor de toepassing van artikel 47, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG.

Artikel 2

1.

In geval van inspecties of onderzoeken van wettelijke auditors of auditkantoren is elke overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren ofwel onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat of wordt deze door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat uitgevoerd.

2.

De overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren dient geen ander doel dan het publiek toezicht op, de externe kwaliteitsborging van of onderzoeken bij auditors en auditkantoren.

3.

Ingeval controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren uitsluitend in het bezit zijn van een wettelijke auditor die, of een auditkantoor dat is ingeschreven in het register van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de groepsauditor in het register is ingeschreven, en indien de bevoegde autoriteit van de groepsauditor van een van de in artikel 1 bedoelde autoriteiten een overdrachtsverzoek heeft ontvangen, worden de documenten in kwestie pas aan de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land overgedragen indien de bevoegde autoriteit van eerstgenoemde lidstaat uitdrukkelijk met de overdracht heeft ingestemd.

4.

De lidstaten zien erop toe dat de bilaterale werkregelingen die de overdracht van controle- of andere documenten welke in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren tussen hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika toestaan, passende waarborgen bieden ten aanzien van de bescherming van zowel de in dergelijke documenten vervatte persoonsgegevens als de in dergelijke documenten vervatte zakengeheimen en economisch gevoelige gegevens die verband houden met de ondernemingen waarvan de jaarrekening wordt gecontroleerd en met de auditors van deze ondernemingen.

5.

Onverminderd artikel 47, lid 4, van Richtlijn 2006/43/EG zien de lidstaten erop toe dat, voor de doeleinden van het publiek toezicht, de externe kwaliteitsborging van en het onderzoek bij auditors en auditkantoren, in het kader van de bilaterale werkregelingen die de overdracht van controle- of andere documenten die in het bezit zijn van wettelijke auditors of auditkantoren tussen hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika toestaan, is vereist dat de contacten tussen de auditors of auditkantoren van de lidstaten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika via de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat verlopen.

6.

De lidstaten mogen alleen met gezamenlijke inspecties instemmen wanneer zulks noodzakelijk is. Zij zien erop toe dat gezamenlijke inspecties die overeenkomstig artikel 47 van Richtlijn 2006/43/EG door hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika op het grondgebied van de lidstaten worden uitgevoerd, in de regel onder leiding van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat plaatsvinden.

7.

De lidstaten zien erop toe dat de bilaterale werkregelingen tussen hun bevoegde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika voldoen aan de in dit artikel gestelde samenwerkingsvoorwaarden.

Artikel 3

Dit besluit is van toepassing van 1 augustus 2013 tot en met 31 juli 2016.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.