Uitvoeringsbesluit van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (2013/323/EU)
Uitvoeringsbesluit van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (2013/323/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme(1), en met name artikel 3, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Op 17 mei 2011 heeft de Raad Portugal, op verzoek van Portugal zelf, financiële bijstand verleend (Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad)(2) ter ondersteuning van een krachtig economisch en financieel hervormingsprogramma ("het programma") dat erop gericht is het vertrouwen te herstellen, de economie weer op een duurzaam groeipad te brengen en de financiële stabiliteit in Portugal, de eurozone en de Unie te verzekeren.
Overeenkomstig artikel 3, lid 10, van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU heeft de Commissie samen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en in samenspraak met de Europese Centrale Bank (ECB) voor de zevende keer getoetst welke vorderingen de Portugese autoriteiten bij de uitvoering van de tussen 25 februari en 14 maart overeengekomen maatregelen maken. Vervolgens is tussen 14 en 17 april 2013 en tussen 8 en 11 mei 2013 een bijkomende beoordeling van bepaalde begrotingsmaatregelen uitgevoerd.
Een verlenging van de gemiddelde maximumlooptijd van de leningen van de Unie zou nuttig zijn, aangezien hierdoor de inspanningen van Portugal zouden worden ondersteund om opnieuw volledige markttoegang te verkrijgen en met succes uit het programma uit te treden. Om de verlenging van de gemiddelde maximumlooptijd van de lening van de Unie ten volle te kunnen benutten, moet de Commissie gemachtigd worden om de looptijd van de termijnen en tranches te verlengen.
Het reële bruto binnenlands product (bbp) is in 2012 met 3,2% gedaald na een onverwacht grote inkrimping van de economische activiteit en de werkgelegenheid in het laatste kwartaal van het jaar. Deze ontwikkelingen hebben een neerwaartse herziening van de economische vooruitzichten vereist: voorzien wordt nu dat het reële bbp in 2013 met 2,3% zal inkrimpen wegens de negatievere doorwerking van 2012, sterkere inkrimping van de binnenlandse consumptie als gevolg van de hogere dan verwachte werkloosheid en zwakkere vooruitzichten voor de externe vraag. Voorspeld wordt eveneens dat het economisch herstel lauwer zal zijn dan verwacht met een reëel bbp dat naar verwachting in de tweede helft van het jaar zal uitbodemen en in 2014 jaarlijks met 0,6% zal groeien; de groei van het reële bbp zal naar verwachting 1,5% bereiken in 2015. De werkloosheid zal naar verwachting in 2014 pieken op 18½% van de beroepsbevolking.
Het overheidstekort bereikte 6,4% van het bbp in 2012, wat groter is dan het programmastreefcijfer van 5% van het bbp. Het nominale tekort werd beïnvloed door een aantal grote eenmalige operaties, waarvan de begrotingsimpact bij de vorige toets niet bekend was. De operaties omvatten de kapitaalinjectie in de staatsbank CGD (0,5% van het bbp), het omleiden via de regering van de omzetting in vermogen van aandeelhoudersleningen van Parpública aan SAGESTAMO, twee bedrijven buiten de regeringskring (0,5% van het bbp) en de waardeverminderingen in verband met de overdracht van activa van BPN (0,1% van het bbp). Bovendien zijn de opbrengsten van de verkoop van de bedrijfsconcessie voor de grote luchthavens in Portugal ingevolge een advies van Eurostat als een opname van vermogen behandeld, waardoor dit geen invloed had op het overheidssaldo, terwijl de regering dat bedrag wel op de begroting had uitgetrokken (voor 0,7% van het bbp). Exclusief de impact van deze eenmalig factoren voor het nominale saldo, zou het overheidstekort 4,7% van het bbp hebben bedragen, dit is kleiner dan de doelstelling. Het beperken van het tekort op dit niveau vormde een uitdaging omdat het onder invloed van macro-economische factoren tegenvallen van de inkomsten gecompenseerd moest worden door hoger dan begrote besparingen, met name op de loonmassa van de overheidssector, het intermediair verbruik en de kredieten voor nieuwe investeringsprojecten.
Al met al bereikte de begrotingsinspanning, gemeten naar de verbetering van het structurele saldo, in 2012 2,4% van het bbp en is zij in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad van 9 oktober 2012 om een einde te maken aan de situatie van buitensporig overheidstekort in Portugal. De verbetering van het structurele primaire saldo met 2,7% van het bbp was zelfs nog groter.
Na de ontwikkelingen in 2012 is de nieuwe aanname van het budgettaire referentiescenario van 2013 dat inkomstentegenvallers en verhoogde sociale overdrachten in natura worden overgedragen terwijl een groot deel van de uitgavenbesparingen in het laatste kwartaal van 2012 als niet permanent worden beschouwd, hetgeen tot een negatieve doorwerking van ongeveer 0,4% van het bbp leidt in 2013. Voorts is door de significante achteruitgang van de macro-economische vooruitzichten in 2013 het budgettaire referentiescenario met nog eens 0,5% van het bbp verlaagd. Gezien deze ontwikkelingen zijn de begrotingsdoelstellingen als bepaald bij de vijfde toets van het programma (4,5% van het bbp in 2013 en 2,5% van het bbp in 2014) niet langer haalbaar. Aangezien de afwijking geacht wordt fundamenteel buiten de macht van de regering te liggen, lijkt een herziening van de begrotingsaanpassing passend.
De tekortdoelstellingen zijn bijgevolg aangepast tot 5,5% van het bbp in 2013, 4,0% van het bbp in 2014 en 2,5% van het bbp in 2015. Het begrotingspad is herafgestemd op behoud van een structurele primaire aanpassing van om en bij 9% gedurende de periode 2011-2015, waarbij men de automatische stabilisatoren hun werk laat doen en met financierings- en schuldbeperkingen alsook de sociale kosten van de aanpassing rekening houdt. Zelfs onder de herziene doelstellingen zullen forse consolidatiemaatregelen voor 3,5% van het bbp in 2013 en 2% van het bbp in 2014 noodzakelijk zijn. Een reeks structurele maatregelen aan de uitgaven- en inkomstenzijde ondersteunen de beoogde aanpassing gedurende de programmaperiode. Het consolidatiepad zal naar verwachting na de programmaperiode doorlopen zodat het tekort in 2015 duidelijk onder de drempel van 3% wordt gebracht.
De begrotingswet van 2013 omvatte discretionaire maatregelen van structurele aard ter waarde van iets meer dan 3% van het bbp, na rekening te houden met het herstel van een van de twee bonusbetalingen voor ambtenaren en 1,1 maal de twee bonusbetalingen voor gepensioneerden die in 2012 waren verminderd. Op 5 april 2013 heeft het grondwettelijk hof zich echter tegen sommige van de bepalingen van de begroting van 2013 uitgesproken, daaronder begrepen de resterende vermindering van één bonusbetaling voor ambtenaren, 0,9 maal de bonusbetaling voor gepensioneerden en een nieuwe toeslag op werkloosheids- en ziekteverlofuitkeringen waardoor een begrotingstekort van 0,8% van het bbp ontstond. Om dit tekort aan te vullen en de vereiste budgettaire aanpassing in 2014 en 2015 te ondersteunen, heeft de regering in de loop van april en mei een pakket permanente uitgavenverminderende maatregelen met een cumulatieve opbrengst van 4,7 miljard EUR of 2,8% van het bbp gedurende 2013-2014 aangenomen, waarvan maatregelen ter waarde van 0,8% van het bbp naar 2013 worden vervroegd. In 2014 wordt er weer een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven bereikt.
Mede als gevolg van het volledige herstel van de twee bonusbetalingen voor ambtenaren en gepensioneerden maken inkomstenstijgingen meer dan twee derde van de algehele budgettaire consolidatie-inspanning uit in 2013 terwijl uitgavenverminderingen minder dan een derde uitmaken, dit in tegenstelling tot de oorspronkelijke bedoelingen om de consolidatie op de uitgaven te concentreren.
In 2013 omvatten de inkomstenmaatregelen een herstructurering van de personenbelasting, een toeslag van 3,5% op het deel van het belastbare inkomen dat het minimumloon overschrijdt, een solidariteitstoeslag op de hoogste inkomensniveaus, de verbreding van de belastinggrondslag en andere inkomstenverhogende wijzigingen in de vennootschapsbelasting, hogere accijnzen op tabak, alcohol en aardgas, een verbreding van de heffingsgrondslag voor de vastgoedbelasting na een hertaxatie van het vastgoed en een buitengewone solidariteitsbijdrage op de pensioenen om aan vergrijzingsgerelateerde houdbaarheidsuitdagingen het hoofd te bieden. Aan de uitgavenzijde beogen de maatregelen een forse vermindering van de loonmassa van de overheidssector door de toewijzing van middelen te optimaliseren en het overheidspersoneelsbestand opnieuw tot een passende omvang te brengen en door betalingen van overuren, emolumenten en vergoedingen tijdens buitengewoon verlof te verminderen. Andere uitgavenbesparende maatregelen zijn onder meer de voortzetting van de rationalisatie-inspanningen in de gezondheidssector, de stroomlijning van de sociale uitkeringen en betere targeting van sociale bijstand, de vermindering van het intermediaire verbruik bij alle vakdepartementen, besparingen door het opnieuw onderhandelen over publiek-private partnerschapscontracten en door herstructureringsinspanningen bij staatsondernemingen. Sommige van de beoogde besparingen zullen resulteren uit een vervroeging van de maatregelen die zijn ontworpen in het kader van de overheidsuitgaventoets.
Terwijl de genoemde maatregelen van permanente aard zijn, zal de regering ook niet permanente maatregelen nemen, onder meer door de overdracht van middelen uit het Cohesiefonds van minder voldragen projecten naar verdergevorderde projecten, en een verdere vermindering van de kapitaalsuitgaven (programma Polis).
Bovenop dein de aanvullende begroting opgenomen consolidatiemaatregelen zullen alle andere wetgevingswijzigingen en wetgevingsvoorstellen die vereist zijn om de met de overheidsuitgaventoets verband houdende hervormingen ten uitvoer te leggen door de regering worden aangenomen casu quo bij het parlement ingediend uiterlijk aan het einde van de wetgevende zitting medio juli 2013.
Gedurende 2014 zal de begrotingsaanpassing voortgaan op basis van de overheidsuitgaventoets die de regering de voorbije maanden heeft ondernomen en omvat permanente uitgavenverminderende maatregelen van 2% van het bbp in 2014. De voornaamste impact van de maatregelen in verband met de overheidsuitgaventoets ligt op drie hoofdpunten: 1) vermindering van de loonmassa van de overheidssector; 2) vermindering van de pensioenuitkeringen en 3) sectorale uitgavenverminderingen voor alle vakdepartementen en programma's. De maatregelen in verband met de overheidsuitgaventoets maken deel uit van een bredere inspanning om de staat te hervormen met het doel de billijkheid en efficiëntie van de verlening van sociale overdrachten en openbare diensten te verhogen. De vermindering van de loonkosten in 2014 is gericht op het verminderen van de omvang van het overheidspersoneelsbestand en het verschuiven van de samenstelling ervan naar hogergeschoolde medewerkers toe, waarbij het arbeidsreglement van de overheidssector op dat van de privésector wordt afgestemd en het beloningsbeleid transparanter wordt gemaakt en meer aan verdienste wordt gekoppeld. Specifieke hervormingen zijn onder meer de omzetting van de bijzondere mobiliteitsregeling in een herkwalificatieprogramma, waarbij de werktijden van de overheidssector op die van de privésector worden afgestemd (d.w.z. verlenging van de werkweek van 35 tot 40 uur), invoering van een urenreserve, vermindering van de vakantierechten, de tenuitvoerlegging van een vrijwillige afvloeiingsregeling (die naar schatting eenmalige op voorhand te maken kosten van ongeveer 0,3% van het bbp zal genereren) en de invoering van een gemeenschappelijke salaris- en salarisaanvullingenschaal. Een omvattende pensioenregeling zal een ander belangrijk deel van de besparingen genereren en zal gebaseerd zijn op billijkheidsbeginselen en inkomensprogressiviteit, waarbij de laagste pensioenen worden beschermd. Meer bepaald zullen de hervormingen gericht zijn op het verminderen van de huidige verschillen tussen het ambtenarenstelsel en het algemene stelsel, waarbij middels wijzigingen van de houdbaarheidsfactor de wettelijke pensioenleeftijd wordt verhoogd en – indien strikt noodzakelijk – een progressieve demografische houdbaarheidsbijdrage wordt ingevoerd. Ten slotte zullen de besparingen in het intermediaire verbruik en de uitgavenprogramma's voor alle vakdepartementen worden opgevoerd.
Gezien de politieke en juridische risico's bij de uitvoering kunnen gedurende het aan de gang zijnde overleg met de sociale en politieke partners sommige maatregelen in verband met de overheidsuitgaventoets door andere maatregelen van gelijke omvang en kwaliteit worden vervangen.
Het proces van budgettaire aanpassing wordt geflankeerd door een reeks structurele begrotingsmaatregelen om de overheidsuitgaven beter onder controle te krijgen en de inning van de ontvangsten te verbeteren. Met name wordt dit middels een omvattende hervorming van het begrotingskader, mede op centraal, regionaal en lokaal overheidsniveau, in overeenstemming gebracht met de beste praktijken op het gebied van begrotingsprocedures en begrotingsbeheer. Het begrotingskader is gewijzigd om hierin het versterkt kader van de Unie voor begrotingsbeheer op te kunnen nemen, met daarin de vereisten van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie en het economische-governancepakket, ook wel bekend als "six-pack". Het systeem voor de uitoefening van controle op nieuwe verplichtingen werpt vruchten af, maar de uitvoering ervan moet nauwlettend worden gemonitord om ervoor te zorgen dat de verbintenissen in overeenstemming zijn met de financiering. De hervormingen van het overheidsapparaat gaan voort met een belangrijke rationalisering van de betrekkingen in overheidsdienst en bij publieke entiteiten. Er wordt voorgang gemaakt met de hervorming van het ontvangstenbeheer en de autoriteiten werken aan een nauwlettendere monitoring en aan een betere naleving van de regels op dit gebied. De heronderhandelingen over de publiek-private partnerschappen zijn van start gegaan en voor 2013 en daarna worden significante besparingen verwacht. De staatsbedrijven hebben gemiddeld eind 2012 een operationeel evenwicht bereikt en er zijn bijkomende efficiëntiehervormingen gepland om de resultaten verder te verbeteren. De hervormingen in de gezondheidszorg leveren eveneens significante besparingen op en liggen nog in grote lijnen op koers.
Op basis van de huidige Commissieprognoses voor de nominale bbp-groei (-1,0% in 2013, 1,6% in 2014 en 3,3% in 2015) en het overheidstekort van 5,5% van het bbp in 2013, 4,0% van het bbp in 2014 en 2,5% van het bbp in 2015 zal de schuldquote zich naar verwacht als volgt ontwikkelen: 122,9% van het bbp in 2013, 124,2% van het bbp in 2014 en 123,1% van het bbp in 2015. Bijgevolg wordt de schuldquote na 2014 op een neerwaarts traject gebracht, ervan uitgaande dat het tekort verder wordt teruggedrongen. De schulddynamiek wordt beïnvloed door diverse transacties "onder de streep", zoals aanzienlijke aankopen van financiële activa, met name voor een mogelijke herkapitalisatie van banken en voor de financiering van staatsbedrijven, alsmede verschillen tussen rentebetalingen op transactiebasis en op kasbasis.
In 2012 is de operatie van bancaire kapitaalsverhogingen voltooid waardoor de deelnemende banken in staat zijn gesteld aan de kapitaalbasisbuffers van de Europese Bankautoriteit alsook de core tier 1-programmadoelstelling van 10% aan het einde van het jaar voor 2012 te voldoen. De indicatieve doelstelling van 120% voor de ratio kredieten/deposito's uiterlijk 2014 wordt waarschijnlijk gehaald en sommige banken bevinden zich reeds onder de drempel. De inspanningen om de financieringsbronnen voor het bedrijfsleven te diversifiëren, worden geïntensiveerd. Momenteel wordt de ruimte beoordeeld voor het verbeteren van de prestatie en het bestuur van bestaande door de overheid gewaarborgde kredietlijnen. Momenteel worden de herstelplannen van de banken geanalyseerd en worden afwikkelingsplannen opgesteld.
Er is verdere vooruitgang geboekt op het gebied van de structurele hervormingen die gericht zijn op een verhoging van de groei en het concurrentievermogen. Naast het versterken van actief arbeidsmarktbeleid hebben de autoriteiten een omvattende arbeidsmarkthervorming doorgevoerd. Om de arbeidsmarkt flexibeler te maken en de werkgelegenheid te bevorderen, verlaagt het nieuwe kader de ontslagvergoedingen, versoepelt het de voorwaarden voor eerlijk ontslag, vergroot het de arbeidstijdflexibiliteit, verruimt het de mogelijkheden voor loononderhandelingen op ondernemingsniveau en herziet het stelsel van uitkeringen van de werkloosheidsverzekering om de prikkels om snel het werk te hervatten te vergroten, onder waarborging van een voldoende niveau van bescherming. De tenuitvoerlegging van de actieplannen inzake het secundair onderwijs en de beroepsopleiding ligt over het geheel genomen op schema.
De tenuitvoerlegging van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, waarbij de toetredingsdrempels worden verlaagd en de concurrentie en de bedrijvigheid worden gestimuleerd door het in de verschillende economische regelingen voor nieuwe partijen gemakkelijker te maken om de markt te betreden, verloopt in een goed tempo. Een kaderwet met de voornaamste beginselen inzake de werking van de voornaamste nationale regelgevende instanties, die een grote mate van onafhankelijkheid en autonomie zullen krijgen, staat op het punt bij het parlement te worden ingediend. Er is significante vooruitgang gemaakt met de omzetting van het derde energiepakket, en de vermindering van de energietariefschuld om de houdbaarheid van het stelsel te garanderen, is aan de gang. De vergunningsprocedures en andere administratieve formaliteiten op uiteenlopende economische gebieden als het milieu en de ruimtelijke ordening, landbouw en plattelandsontwikkeling, de industrie, het toerisme of de geologie, worden vereenvoudigd.
In november 2012 is een omvattende hervorming van de huurwoningmarkt in werking getreden waardoor de woningmarkt dynamischer zou moeten worden. De hervormingen van het rechtssysteem blijven op schema. Er is vooruitgang gemaakt met het verder verkleinen van de achterstand in de behandeling van rechtszaken en met bredere hervormingen als de geografische reorganisatie van de rechtbankdistricten en de hervorming van het wetboek van burgerlijk procesrecht.
In het licht van deze ontwikkelingen moet Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
lid 1 worden vervangen door:
'1.De Unie stelt Portugal een lening van maximaal 26 miljard EUR met een gemiddelde maximumlooptijd van 19,5 jaar ter beschikking. De looptijd van afzonderlijke tranches van de leenfaciliteit kan ten hoogste 30 jaar bedragen.'
De volgende alinea wordt toegevoegd:
'9.Op verzoek van Portugal kan de Commissie de looptijd van een termijn of een tranche verlengen, op voorwaarde dat de in lid 1 vastgestelde gemiddelde maximumlooptijd in acht wordt genomen. Hiertoe kan de Commissie overgaan tot de herfinanciering van het geheel of een deel van haar lening. Alle vooraf opgenomen bedragen worden gestort op een rekening bij de ECB die de Commissie heeft geopend voor het beheer van de financiële bijstand.'
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
De leden 3 en 4 worden vervangen door:
'3.Het overheidstekort bedraagt niet meer dan 5,9% van het bbp in 2011, 5,0% van het bbp in 2012, 5,5% van het bbp in 2013 en 4% van het bbp in 2014. Voor de berekening van dit tekort wordt geen rekening gehouden met de mogelijke budgettaire kosten van maatregelen ter ondersteuning van het bankwezen in de context van de strategie van de Portugese overheid met betrekking tot de financiële sector. De begrotingsconsolidatie wordt verwezenlijkt door middel van kwalitatief hoogwaardige permanente maatregelen, en de gevolgen van consolidatie voor kwetsbare groepen worden tot een minimum beperkt.
4.Portugal stelt de in de leden 5 tot en met 8 beschreven maatregelen vast voordat het aangegeven jaar is verstreken, waarbij de exacte termijnen voor de jaren 2011-2014 in het memorandum van overeenstemming worden gespecificeerd. Portugal staat klaar om bijkomende consolidatiemaatregelen te nemen om gedurende heel de programmaperiode de tekortdoelstellingen te bereiken.'
Leden 7 tot en met 9 komen als volgt te luiden:
'7.In lijn met de bepalingen van het memorandum van overeenstemming neemt Portugal in de loop van 2013 de volgende maatregelen:
in 2013 mag het overheidstekort niet hoger zijn dan 5,5% van het bbp. De in de begroting van 2013, daaronder begrepen in de uiterlijk einde mei aan het parlement voor te leggen aanvullende begroting opgenomen consolidatiemaatregelen, worden gedurende het hele jaar ten uitvoer gelegd. Inkomstenverhogende maatregelen omvatten een hervorming van de personenbelasting waardoor de belastingstructuur wordt vereenvoudigd, de belastinggrondslag wordt verbreed middels de afschaffing van bepaalde fiscale voordelen en het gemiddelde belastingtarief wordt opgetrokken, onder behoud van de progressiviteit; een verbreding van de grondslag van de vennootschapsbelasting; een verhoging van de accijnzen en van de terugkerende vastgoedbelasting en een buitengewone solidariteitsbijdrage op de pensioenen. Maatregelen om op de uitgaven te bezuinigen zijn onder meer een rationalisering van het overheidsapparaat, het onderwijs, de gezondheidszorg en sociale uitkeringen; een vermindering van de loonmassa door het vast en tijdelijk personeel in te krimpen en de vergoeding voor overwerk te verlagen; een verlaging van de operationele en kapitaaluitgaven van staatsbedrijven; het opnieuw onderhandelen over publiek-private partnerschapscontracten; de vermindering van het intermediaire verbruik bij alle vakdepartementen;
sommige maatregelen die uit de overheidsuitgaventoets voortkomen, worden vervroegd naar 2013. Deze bestaan vooral in een verdere vermindering van de betrekkingen in overheidsdienst door de omzetting van de bijzondere mobiliteitsregeling in een herkwalificatieprogramma, de convergentie van het arbeidsreglement van de publieke en private sector, de verlenging van de werkweek in de overheidssector van 35 tot 40 uur, de verhoging van de ambtenarenbijdragen voor de bijzondere regelingen voor gezondheidszorg en de vermindering van emolumenten. De rationalisatie-inspanningen bij alle vakdepartementen gaan verder dan de oorspronkelijke begrotingsplannen en de sociale uitgaven worden verder gestroomlijnd. Daarnaast moeten de bovengenoemde permanente maatregelen worden aangevuld met tijdelijke maatregelen, die in 2014 door permanente maatregelen moeten worden vervangen, bestaande met name in de overdracht van middelen uit het Cohesiefonds van minder ver gevorderde projecten naar verder gevorderde en een verdere vermindering van de kapitaaluitgaven (programma Polis);
bovenop de in de aanvullende begroting opgenomen consolidatiemaatregelen worden alle andere wetgevingswijzigingen en wetgevingsvoorstellen die vereist zijn om de met de toets van de overheidsuitgaven verband houdende hervormingen ten uitvoer te leggen door de regering aangenomen casu quo bij het parlement ingediend uiterlijk aan het einde van de wetgevende zitting medio juli 2013;
Portugal gaat door met de uitvoering van zijn privatiseringsprogramma;
Portugal coördineert de uitwisseling van informatie op alle overheidsniveaus om de inkomstenprognoses voor de begrotingen van 2014 van de autonome regio's en de lokale overheden te vergemakkelijken;
Portugal intensiveert het gebruik van gedeelde diensten in het overheidsapparaat;
Portugal brengt het aantal lokale vestigingen van de vakministeries (voor bijv. de belastingen, de sociale zekerheid en justitie) terug door deze samen te voegen in zogeheten "Lojas do Cidadão" (contactpunten voor administratie en voorzieningen) en door de e-overheid verder uit te bouwen gedurende de looptijd van het programma;
Portugal gaat door met de reorganisatie en rationalisering van het ziekenhuisnetwerk via een specialisatie, concentratie en afslanking van ziekenhuisdiensten, en via een gezamenlijk beheer en gezamenlijke exploitatie van ziekenhuizen. De uitvoering van het actieplan wordt uiterlijk eind 2013 afgerond;
Portugal verricht met de steun van internationaal vermaarde deskundigen en na de goedkeuring van de wijzigingen in de nieuwe stedelijke huurwet nr. 6/2006 en het decreet waarmee de administratieve procedure voor renovaties wordt vereenvoudigd, een diepgaande evaluatie van de werking van de woningmarkt;
Portugal zet een landelijk kadaster op op basis waarvan de baten en lasten van de uitvoering van de stadsplanning in gelijkere mate kunnen worden verdeeld;
Portugal belast zich met de tenuitvoerlegging van de in zijn actieplan vastgestelde maatregelen om de kwaliteit van het secundair onderwijs en het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding te verbeteren, waarbij met name het beheerinstrument om de resultaten en impacts van het onderwijs- en opleidingsbeleid te analyseren, te monitoren en te beoordelen volledig operationeel wordt gemaakt en de referentieberoepsscholen worden opgericht;
Portugal neemt de nog in behandeling zijnde sectorale wijzigingen die nodig zijn voor een volledige omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt(*), definitief aan;
Portugal legt gerichte maatregelen ten uitvoer om de achterstand in de behandeling van handhavingszaken gestaag in te lopen in het kader van het streven om de achterstand in de behandeling van rechtszaken weg te werken;
de regering dient bij het parlement de kaderwet voor de voornaamste nationale regelgevende autoriteiten vast om hun volledige onafhankelijkheid en financiële, administratieve en beheersautonomie te waarborgen;
Portugal verbetert het ondernemingsklimaat door de nog lopende hervormingen om de administratieve last terug te dringen (volledig operationeel contactpunt als bedoeld in Richtlijn 2006/123/EG en projecten tot afschaffing van vergunningen te voltooien, en door de bestaande vergunningsprocedures, voorschriften en andere administratieve lasten in de economie die de ontwikkeling van economische activiteiten sterk belemmeren, verder te vereenvoudigen;
Portugal voltooit de hervorming van het bestuursstelsel voor de havens, daaronder begrepen het grondig onderzoek van de havenexploitatieconcessies;
Portugal legt de maatregelen om de werking van het vervoerssysteem te verbeteren, ten uitvoer;
Portugal legt de maatregelen om de energietariefschuld af te schaffen en het derde EU-energiepakket volledig om te zetten, ten uitvoer;
Portugal zorgt ervoor dat het nieuwe juridische en institutionele PPP-kader wordt toegepast en dat over de PPP-wegcontracten verder wordt onderhandeld in lijn met het door de regering gepresenteerde strategische plan en met de herziening van het regelgevingskader om, inzonderheid in 2013, substantiële budgettaire opbrengsten te verkrijgen;
Portugal blijft focussen op maatregelen om belastingfraude en belastingontwijking te bestrijden en naleving door de belastingbetalers te versterken;
Portugal voert aanpassingen door van de opzeggingsvergoedingenregeling in overeenstemming met de bepalingen van het memorandum van overeenstemming;
Portugal bevordert loonontwikkelingen die stroken met het streven om de werkgelegenheidsschepping te stimuleren en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te verbeteren teneinde macro-economische onevenwichtigheden te corrigeren. Tijdens de programmaperiode gaan de minimumlonen pas omhoog als dat in het licht van economische en arbeidsmarktontwikkelingen gerechtvaardigd is;
Portugal blijft de efficiëntie van het actieve arbeidsmarktbeleid verhogen in het licht van de resultaten van het evaluatieverslag en het actieplan ter verbetering van de werking van de overheidsdienst voor arbeidsvoorziening;
8.In 2014 mag het overheidstekort niet hoger zijn dan 4,0% van het bbp. Om deze doelstelling te bereiken, legt Portugal de uitgavenverminderende maatregelen ten uitvoer die in het kader van de overheidsuitgaventoets zijn opgesteld. In totaal bedragen deze maatregelen 2% van het bbp in 2014 en omvatten zij de vermindering van de loonmassa die erop gericht is de omvang van het personeelsbestand van de overheidssector te verminderen en de samenstelling ervan naar hogergeschoolde medewerkers toe te wijzigen; verdere convergentie van de arbeidsregels van de overheidssector en de privésector, d.w.z. toename van de arbeidstijd, invoering van een urenreserve, vermindering van vakantierechten; de tenuitvoerlegging van een vrijwillige afvloeiingsregeling en de invoering van een enkele schaal voor lonen en aanvullende betalingen; een vermindering van de huidige verschillen tussen de pensioenregeling van de ambtenaren en het algemene pensioenstelsel; een verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd; en - indien strikt noodzakelijk – een progressieve houdbaarheidsbijdrage op pensioenen. Voorts worden de besparingen in het intermediaire verbruik en de uitgavenprogramma's voor alle vakdepartementen opgevoerd. Sommige van de maatregelen kunnen gedeeltelijk of geheel door andere van gelijke omvang en kwaliteit worden vervangen.
9.Teneinde het vertrouwen in de financiële sector te herstellen, streeft Portugal ernaar een toereikend niveau van kapitaal in zijn banksector te behouden en een ordelijk deleveragingproces te waarborgen met naleving van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde termijnen. In dat verband legt Portugal de met de Commissie, de ECB en het IMF overeengekomen strategie voor de Portugese banksector ten uitvoer, zodat de financiële stabiliteit wordt gevrijwaard. Portugal neemt in het bijzonder de volgende maatregelen:
de banken adviseren om hun zekerhedenbuffers op houdbare basis te versterken;
zorgen voor een evenwichtige en ordelijke deleveraging van de banksector, hetgeen kritiek blijft bij het permanent opheffen van financieringsonevenwichtigheden en verminderen van de afhankelijkheid van Eurosysteem-financiering op middellange termijn. De financierings- en kapitaalsplannen voor banken worden elk kwartaal getoetst;
bevorderen van de diversificatie van financieringsalternatieven voor het bedrijfsleven, en met name de kmo's, middels een waaier van maatregelen om hun toegang tot de kapitaalmarkten en exportkredietverzekering te verbeteren;
de stroomlijning van de aan de overheid toebehorende CGD-groep voortzetten;
het proces voor het recupereren van de door BPN aan de drie openbare special purpose vehicles overgedragen activa optimaliseren door het beheer van de activa uit te besteden aan een professionele derde met een mandaat om de activa geleidelijk te recupereren; de partij selecteren die met het beheer van de kredieten zal worden belast via een doorlopende aanbestedingsprocedure en bouwt in het mandaat toereikende prikkels in om het recupereren van de activa te maximaliseren en de operationele kosten tot een minimum te beperken; en er voor zorgendat de dochterondernemingen en de activa in de andere twee aan de overheid toebehorende special purpose vehicles tijdig worden afgestoten;
op basis van de reeks gepresenteerde voorlopige voorstellen ter bevordering van de diversificatie van financieringsalternatieven voor het bedrijfsleven, oplossingen uitwerken en uitvoeren die het bedrijfsleven financieringsalternatieven voor de traditionele kredieten van banken bieden; de doeltreffendheid beoordelen van door de overheid gewaarborgde exportkredietverzekeringsregelingen met de bedoeling passende, met het recht van de Unie verenigbare maatregelen te nemen om de uitvoer te bevorderen;
herstelplannen van banken analyseren en aan het systeem richtsnoeren geven betreffende herstelplannen en afwikkelingsplannen opstellen op basis van door de banken ingediende verslagen. Ervoor zorgen dat de initiële en jaarlijkse financieringsregelingen voor het afwikkelingsfonds worden getroffen; bij de uitvoering van de herstel- en afwikkelingsplannen van de banken voorrang geven aan systeemkritische banken;
implementeren van een kader op grond waarvan financiële instellingen tot buitengerechtelijke herstructurering van de schulden van huishoudens kunnen overgaan, zorgen voor een soepele toepassing van het kader voor de herstructurering van de schulden van bedrijven, en uitvoeren van een actieplan om meer bekendheid te geven aan de herstructureringsinstrumenten;
kwartaalverslagen opstellen betreffende de tenuitvoerlegging van de nieuwe herstructureringsinstrumenten en een enquête houden bij insolventiestakeholders om informatie in te winnen over de geschiktheid van de bestaande schuldherstructureringsinstrumenten en mogelijke tekorten of bottlenecks, alternatieven verkennen om het succesvolle herstel te vergroten van ondernemingen die tot de PER (de bijzondere revitaliseringsprocedure voor ondernemingen in ernstige financiële nood) en de SIREVE (het herstelsysteem voor ondernemingen middels buitengerechtelijke akkoorden voor ondernemingen in een moeilijke economische situatie of dreigende of feitelijke insolventie) toetreden;
de ruimte beoordelen voor verbetering van de prestatie en het bestuur van bestaande door de regering gewaarborgde kredietlijnen, opzetten van een driemaandelijks monitoring- en rapportagemechanisme betreffende de toewijzing van de door de regering gewaarborgde kredietlijnen om de toegang tot financiering voor kmo's te vergemakkelijken; een externe audit houden van het nationale garantiestelsel.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.
Gedaan te Luxemburg, 21 juni 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
M. Noonan