Besluit van de Raad van 22 april 2013 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt ten aanzien van de vaststelling van het reglement van orde van het EPO-comité, van het comité voor douanesamenwerking en van het gezamenlijk ontwikkelingscomité voorzien in de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika („OZA-staten”), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (2013/331/EU)
Besluit van de Raad van 22 april 2013 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt ten aanzien van de vaststelling van het reglement van orde van het EPO-comité, van het comité voor douanesamenwerking en van het gezamenlijk ontwikkelingscomité voorzien in de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika („OZA-staten”), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (2013/331/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 207 en 209, juncto artikel 218, lid 9,
Gezien het besluit van de Raad 2012/196/EG van 13 juli 2009 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds(1),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds(2) (hierna „de overeenkomst” genoemd), werd op 29 augustus 2009 ondertekend en wordt sinds 14 mei 2012 voorlopig toegepast.
Bij artikel 64 van de overeenkomst wordt een EPO-comité opgericht dat verantwoordelijk is voor het beheer van de overeenkomst en voor de uitvoering van alle in de overeenkomst genoemde taken.
Artikel 64 van de overeenkomst bepaalt dat het EPO-comité zelf zijn reglement van orde vaststelt.
Het EPO-comité wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door het comité voor douanesamenwerking, dat is opgericht overeenkomstig artikel 41 van Protocol nr. 1 bij de overeenkomst, en het gezamenlijk ontwikkelingscomité, dat is opgericht overeenkomstig artikel 52 van de overeenkomst.
Het komt passend voor dat het namens de Unie vast te stellen standpunt met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het EPO-comité, het comité voor douanesamenwerking en het gezamenlijk ontwikkelingscomité wordt bepaald,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie vast te stellen standpunt betreffende de vaststelling van een besluit van het EPO-comité, als bedoeld in de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, betreffende zijn reglement van orde, het reglement van orde van het comité voor douanesamenwerking en het reglement van orde van het gezamenlijk ontwikkelingscomité wordt gebaseerd op het bij dit besluit aangehechte ontwerpbesluit van het EPO-comité.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het EPO-comité kunnen zonder verder besluit van de de Raad worden aanvaard.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 22 april 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
C. Ashton
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 207 en 209, juncto artikel 218, lid 9,
Gezien het besluit van de Raad 2012/196/EG van 13 juli 2009 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds(1),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds(2) (hierna „de overeenkomst” genoemd), werd op 29 augustus 2009 ondertekend en wordt sinds 14 mei 2012 voorlopig toegepast.
Bij artikel 64 van de overeenkomst wordt een EPO-comité opgericht dat verantwoordelijk is voor het beheer van de overeenkomst en voor de uitvoering van alle in de overeenkomst genoemde taken.
Artikel 64 van de overeenkomst bepaalt dat het EPO-comité zelf zijn reglement van orde vaststelt.
Het EPO-comité wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door het comité voor douanesamenwerking, dat is opgericht overeenkomstig artikel 41 van Protocol nr. 1 bij de overeenkomst, en het gezamenlijk ontwikkelingscomité, dat is opgericht overeenkomstig artikel 52 van de overeenkomst.
Het komt passend voor dat het namens de Unie vast te stellen standpunt met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het EPO-comité, het comité voor douanesamenwerking en het gezamenlijk ontwikkelingscomité wordt bepaald,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: