Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 december 2013 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8667) (Voor de EER relevante tekst) (2013/764/EU)
Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 december 2013 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8667) (Voor de EER relevante tekst) (2013/764/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(2), en met name artikel 10, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
Richtlijn 2001/89/EG van de Raad(3) bevat minimummaatregelen van de Unie om klassieke varkenspest te bestrijden, waaronder de maatregelen die moeten worden genomen bij een uitbraak van die ziekte. Die maatregelen omvatten programma’s van de lidstaten voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij een populatie wilde varkens en de noodvaccinatie van wilde varkens onder bepaalde voorwaarden.
De maatregelen waarin Richtlijn 2001/89/EG voorziet, zijn ten uitvoer gelegd bij Beschikking 2008/855/EG van de Commissie(4), die is vastgesteld omdat zich in een aantal lidstaten klassieke varkenspest voordeed. Bij die beschikking zijn maatregelen vastgesteld ter bestrijding van klassieke varkenspest in gebieden van de lidstaten waar deze ziekte zich bij wilde varkens voordoet, om te voorkomen dat die ziekte zich naar andere gebieden van de Unie uitbreidt. De lidstaten of gebieden waarop die maatregelen betrekking hebben, staan in de bijlage bij die beschikking vermeld.
Beschikking 2008/855/EG is herhaaldelijk gewijzigd in verband met ontwikkelingen in de epidemiologische situatie rond klassieke varkenspest in de Unie. De afgelopen jaren is de ziektesituatie in de Unie sterk verbeterd en er kunnen nu slechts enkele gebieden met specifieke problemen in verband met specifieke gemeenschappelijke risico’s betreffende klassieke varkenspest worden aangegeven.
Er moet één lijst komen met de gebieden van de lidstaten waar de epidemiologische situatie betreffende klassieke varkenspest op varkensbedrijven over het algemeen goed is en onder wilde varkens ook verbetert.
Aangezien de verplaatsing van levende varkens en van sperma, eicellen en embryo’s daarvan uit besmette gebieden of gebieden met een onzekere epidemiologische situatie in de regel grotere risico’s meebrengt dan het vervoer van vers vlees van varkens en vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens, moet de verplaatsing van levende varkens en van sperma, eicellen en embryo’s daarvan uit de op de lijst staande gebieden worden verboden. Wel moeten er voorwaarden worden vastgesteld waaronder levende varkens bij wijze van uitzondering mogen worden verzonden naar slachthuizen of naar bedrijven buiten de in de lijst genoemde gebieden in dezelfde lidstaat.
Bovendien moet, om verspreiding van klassieke varkenspest naar andere gebieden van de Unie te voorkomen, worden bepaald dat er voorwaarden worden verbonden aan de verzending van vers vlees van varkens en vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens van bedrijven in gebieden die op de lijst staan. Met name moeten dat vlees van varkens en die vleesbereidingen en vleesproducten, indien niet afkomstig van varkens op bedrijven die aan bepaalde aanvullende voorwaarden met betrekking tot klassieke varkenspest voldoen, of niet overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/99/EG van de Raad(5) zodanig behandeld dat het risico op klassieke varkenspest is weggenomen, bij de vervaardiging, de hantering, het vervoer en de opslag in tijd of ruimte gescheiden worden gehouden van producten die niet aan dezelfde voorwaarden voldoen, en vervolgens worden voorzien van een speciaal merkteken, dat niet kan worden verward met het identificatiemerk als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad(6) en het gezondheidsmerk voor vers vlees van varkens als bedoeld in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad(7).
Overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/99/EG moeten ook bepaalde certificeringsvoorschriften worden vastgesteld voor de verzending van vlees van varkens en vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens afkomstig van bedrijven in de gebieden die op de lijst staan en die zijn behandeld overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/99/EG.
Beschikking 2008/855/EG is al enkele keren gewijzigd. Het is dan ook wenselijk die beschikking in te trekken en door dit besluit te vervangen.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit besluit bevat bepaalde bestrijdingsmaatregelen met betrekking tot klassieke varkenspest die moeten worden getroffen in de lidstaten of gebieden daarvan, zoals vermeld in de bijlage (hierna de „betrokken lidstaten” genoemd).
Dit besluit is van toepassing onverminderd de programma’s voor de uitroeiing van klassieke varkenspest en voor noodvaccinatie tegen die ziekte die door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 2001/89/EG.
Artikel 2 Verbod op de verzending van levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten
De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat er geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden worden verzonden naar andere lidstaten of naar andere dan de in de bijlage opgenomen gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat.
In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van bedrijven in de in de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat, mits de algehele situatie met betrekking tot klassieke varkenspest in de in de bijlage vermelde gebieden gunstig is en:
de varkens rechtstreeks naar een slachthuis worden gebracht om daar onmiddellijk te worden geslacht, of
de varkens werden gehouden op bedrijven die voldoen aan de voorwaarden van artikel 4, onder a).
Artikel 3 Verbod op de verzending van zendingen sperma van varkens en eicellen en embryo’s van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten
De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van de volgende producten naar andere lidstaten worden verzonden:
sperma van varkens, tenzij het afkomstig is van beren die worden gehouden in een erkend spermacentrum als bedoeld in artikel 3, onder a), van Richtlijn 90/429/EEG van de Raad(8) dat gelegen is buiten de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden;
eicellen en embryo’s van varkens, tenzij die eicellen en embryo’s afkomstig zijn van zeugen die worden gehouden op bedrijven die gelegen zijn buiten de in de bijlage vermelde gebieden.
Artikel 4 Verzending van vers vlees van varkens en van bepaalde vleesbereidingen en vleesproducten uit in de bijlage vermelde gebieden
De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat zendingen vers vlees van varkens en van vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens van bedrijven in de in de bijlage vermelde gebieden, alleen naar andere lidstaten worden verzonden als:
hetzij
de desbetreffende varkens zijn gehouden op bedrijven:
waar gedurende de voorafgaande twaalf maanden geen tekenen van klassieke varkenspest zijn waargenomen en die gelegen zijn buiten een overeenkomstig Richtlijn 2001/89/EG ingesteld beschermings- of toezichtsgebied;
waar de varkens ten minste 90 dagen hebben verbleven en waar gedurende de laatste 30 dagen voor het vervoer naar het slachthuis geen levende varkens zijn binnengebracht;
die een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd bioveiligheidsplan toepassen;
die ten minste tweemaal per jaar door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie worden onderworpen waarbij:
de richtsnoeren van hoofdstuk III van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG van de Commissie(9) worden gevolgd;
er een klinisch onderzoek overeenkomstige de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG wordt uitgevoerd;
de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2001/89/EG wordt gecontroleerd, en
waar door de bevoegde autoriteit een programma voor toezicht op klassieke varkenspest wordt uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel F, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG en gedurende ten minste drie maanden voor het vervoer naar het slachthuis laboratoriumtests zijn uitgevoerd die een negatief resultaat hebben opgeleverd, of
waar door de bevoegde autoriteit een programma voor toezicht op klassieke varkenspest wordt uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel F, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG en gedurende ten minste één jaar voor het vervoer naar het slachthuis laboratoriumtests zijn uitgevoerd die een negatief resultaat hebben uitgevoerd, en er voordat toestemming voor verzending van de varkens naar het slachthuis werd gegeven, een klinisch onderzoek naar klassieke varkenspest is uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel D, punten 1 en 3, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG;
hetzij
het desbetreffende vlees van varkens en de desbetreffende vleesbereidingen en vleesproducten:
overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG geproduceerd en verwerkt zijn;
worden onderworpen aan de veterinaire certificering overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/99/EG;
vergezeld gaan van het desbetreffende gezondheidscertificaat voor het handelsverkeer binnen de Unie dat bij Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie(10) is vastgesteld en waarvan deel II wordt aangevuld met de volgende vermelding:
„Product overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2013/764/EU van de Commissie van 13 december 2013 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten.”