Verordening (EG) nr. 1528/2007 wordt als volgt gewijzigd:
-
De volgende artikelen worden ingevoegd:
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 2 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage I bij deze verordening te wijzigen door regio's of staten van de ACS-groep van staten die bij Verordening (EU) nr. 527/2013 van het Europees Parlement en de Raad(*) uit die bijlage zijn geschrapt en die sinds een dergelijke schrapping het nodige hebben gedaan om hun respectieve overeenkomsten te ratificeren, opnieuw in die bijlage op te nemen.
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.De in artikel 2 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar, te rekenen met ingang van 21 juni 2013. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.Een overeenkomstig artikel 2 bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
-
Bijlage I wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.