Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
Verordening (EU) nr. 816/2013 van de Commissie van 28 augustus 2013 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van neutraal methacrylaatcopolymeer en anionisch methacrylaatcopolymeer in vaste voedingssupplementen, en tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat betreft de specificaties van basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205), neutraal methacrylaatcopolymeer en anionisch methacrylaatcopolymeer Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 816/2013 van de Commissie van 28 augustus 2013 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van neutraal methacrylaatcopolymeer en anionisch methacrylaatcopolymeer in vaste voedingssupplementen, en tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat betreft de specificaties van basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205), neutraal methacrylaatcopolymeer en anionisch methacrylaatcopolymeer Voor de EER relevante tekst
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven(1), en met name artikel 10, lid 3, artikel 14 en artikel 30, lid 5,
Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s(2), en met name artikel 7, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 bevat een EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.
Bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie(3) zijn de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 opgenomen levensmiddelenadditieven, met inbegrip van kleurstoffen en zoetstoffen, vastgesteld.
Die lijsten kunnen volgens de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 bedoelde uniforme procedure op initiatief van de Commissie of ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.
Op 25 en 27 april 2009 zijn aanvragen tot goedkeuring van het gebruik van anionisch methacrylaatcopolymeer en neutraal methacrylaatcopolymeer als glansmiddel in vaste voedingssupplementen ingediend, die ter kennis van de lidstaten zijn gebracht.
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft de veiligheid van neutraal methacrylaatcopolymeer(4) en anionisch methacrylaatcopolymeer(5) bij gebruik als levensmiddelenadditief beoordeeld en geconcludeerd dat het gebruik daarvan in vaste voedingssupplementen bij de voorgestelde gebruiksniveaus geen veiligheidsprobleem oplevert.
Er is een technologische noodzaak voor het gebruik van neutraal methacrylaatcopolymeer en anionisch methacrylaatcopolymeer in vaste voedingssupplementen. Neutraal methacrylaatcopolymeer is bedoeld voor gebruik als glansmiddel met depotwerking. Door het gebruik van producten met depotwerking kan een voedingsstof in een bepaalde tijd geleidelijk worden vrijgemaakt. Anionisch methacrylaatcopolymeer is bedoeld voor gebruik als glansmiddel om de maag tegen irriterende bestanddelen te beschermen en/of gevoelige voedingsstoffen tegen ontleding door maagzuur te beschermen. Het gebruik van beide levensmiddelenadditieven in vaste voedingssupplementen moet dan ook worden toegestaan en daarbij moet aan neutraal methacrylaatcopolymeer E-nummer E 1206 worden toegekend en aan anionisch methacrylaatcopolymeer E-nummer E 1207.
Het gebruik van basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205) in vaste voedingssupplementen is toegestaan bij Verordening (EU) nr. 1129/2011 van de Commissie(6) en de specificaties van dat levensmiddelenadditief, inclusief maximumgehalten aan arseen, lood, kwik en koper, zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 231/2012. Die specificaties moeten worden bijgewerkt in verband met de maximumgehalten aan lood, kwik en cadmium in voedingssupplementen in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen(7).
Er is op EU-niveau geen maximumgehalte voor arseen in voedingssupplementen vastgesteld. In de wetgeving van de lidstaten zijn echter specifieke gehalten opgenomen. Daarom moeten de specificaties van basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205) in Verordening (EU) nr. 231/2012 voor arseen worden bijgewerkt met inachtneming van de wetgeving van de lidstaten.
Er is op EU-niveau geen maximumgehalte voor koper in voedingssupplementen vastgesteld en er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van koper in basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205) in een gehalte dat toxicologisch van belang is. Daarom kan koper bij het onderdeel „Zuiverheid” voor basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205) in Verordening (EU) nr. 231/2012 worden geschrapt.
Er moeten specificaties worden vastgesteld voor neutraal methacrylaatcopolymeer (E 1206) en anionisch methacrylaatcopolymeer (E 1207). Bij de zuiverheidseisen voor arseen, lood, kwik en cadmium moet dezelfde aanpak worden gehanteerd als voor basisch methacrylaatcopolymeer (E 1205) en bij de maximumgehalten moet er rekening mee gehouden worden dat de handelsvorm van neutraal methacrylaatcopolymeer (E 1206) en anionisch methacrylaatcopolymeer (E 1207) een 30 %-ige dispersie van de droge stof in water is.
Verordening (EG) nr. 1333/2008 en Verordening (EU) nr. 231/2012 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich daartegen verzet,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 augustus 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel Barroso