Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1150/2013 van de Commissie van 14 november 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof raapzaadolie Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1150/2013 van de Commissie van 14 november 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof raapzaadolie Voor de EER relevante tekst
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 13, lid 2, onder c), en artikel 78, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
De werkzame stof raapzaadolie is in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie(3) volgens de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie(4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie(5).
Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 18 december 2012 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor raapzaadolie(6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over raapzaadolie aan de kennisgever meegedeeld. De Commissie heeft de EFSA verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor raapzaadolie te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 3 oktober 2013 goedgekeurd in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor raapzaadolie.
Er wordt bevestigd dat de werkzame stof raapzaadolie geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden voor raapzaadolie worden gewijzigd wat de maximale hoeveelheid van de toxicologisch relevante onzuiverheid erucazuur betreft.
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten te wijzigen of in te trekken.
Er moet een redelijke termijn vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden toegestaan om de lidstaten, de kennisgevers en de houders van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften als gevolg van de wijziging van de goedkeuringsvoorwaarden.
Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten, moet deze periode uiterlijk 18 maanden na inwerkingtreding van de verordening verstrijken.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
Artikel 2 Overgangsmaatregelen
De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 september 2014 wijzigen of intrekken.
Artikel 3 Respijtperiode
Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 30 september 2015 aflopen.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 april 2014.