Home

Verordening (EU) nr. 1318/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap

Verordening (EU) nr. 1318/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap(3) zijn de Commissie bevoegdheden toegekend om een aantal bepalingen van die verordening uit te voeren. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten die uitvoeringsbevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („het Verdrag”).

  2. Ter aanvulling of ter wijziging van bepaalde niet-essentiële elementen van Verordening (EG) nr. 1217/2009 moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging in bijlage I met betrekking tot streken van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) per lidstaat, de vaststelling van de regels voor het bepalen van de drempelwaarde voor de economische omvang van bedrijven met boekhouding en van de regels voor het opstellen van het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding, de bepaling van de referentieperiode voor de standaardopbrengst, de omschrijving van algemene en hoofdproductierichtingen, de nadere bepaling van de belangrijkste groepen boekhoudkundige gegevens die moeten worden verzameld, en de vaststelling van algemene regels inzake de in het bedrijfsformulier op te nemen boekhoudkundige gegevens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

  3. Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1217/2009 en om discriminatie tussen landbouwers te voorkomen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de vaststelling van de drempelwaarde voor de economische omvang van bedrijven met boekhouding, de bepaling van het aantal bedrijven met boekhouding per lidstaat en per ILB-streek, de vaststelling en actualisering van de methoden en modellen voor het meedelen van het keuzeschema aan de Commissie, de vaststelling van de procedures en berekeningsmethoden die van toepassing zijn op de typologie van de Unie alsook van gedetailleerde regels inzake de activiteiten van de nationale comités voor het informatienet en de verbindingsorganen van de lidstaten, en de vaststelling van de vorm en de opmaak van het bedrijfsformulier, alsmede van gedetailleerde regels inzake de forfaitaire vergoeding in verband met het ILB. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(4).

  4. Ter vereenvoudiging en in het licht van de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 1217/2009 moeten sommige bepalingen van die verordening worden gewijzigd of geschrapt.

  5. Uit hoofde van artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 moeten op ILB-gegevens gebaseerde verslagen jaarlijks worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad, met name met het oog op de jaarlijkse vaststelling van de prijzen van landbouwproducten. In de praktijk worden dergelijke verslagen daartoe echter niet meer bij die instellingen ingediend. Om ervoor te zorgen dat andere instellingen en het publiek eenvoudige en vlotte toegang tot de jaarlijkse analytische verslagen op basis van het ILB hebben, moet worden bepaald dat verslagen die betrekking hebben op geselecteerde sectoren op een daartoe bestemde website worden bekendgemaakt.

  6. In artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 is een maximumaantal bedrijven met boekhouding vastgesteld. De bedoeling van die bepaling is een begrotingslimiet te stellen aan de verzameling van ILB-gegevens. Aangezien die begrotingslimiet thans wordt vastgesteld door de procedure voor de opstelling en goedkeuring van de jaarlijkse begroting van de Unie is de in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 vastgestelde limiet niet meer nodig.

  7. Hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bevat regels inzake de wijze van constatering van het inkomen van landbouwbedrijven, terwijl de regels inzake de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven in hoofdstuk III van die verordening zijn vastgesteld. Beide soorten enquêtes zijn aan hoofdzakelijk dezelfde regels onderworpen en, ter vereenvoudiging van die regels, is het passend de op beide soorten enquêtes toepasselijke regels samen te voegen in één hoofdstuk.

  8. Verordening (EG) nr. 1217/2009 bevat nadere bepalingen die de praktijk in het kader van die verordening niet meer weerspiegelen. Met name verplicht de Commissie de lidstaten er niet toe de bedrijven met boekhouding een lijst van bureaus voor bedrijfsboekhouding te verstrekken waaruit een selectie kan worden gemaakt, aangezien de meeste bedrijven hun eigen boekhouder of bureau voor bedrijfsboekhouding hebben die de gegevens aan het ILB verstrekken of de gegevens worden rechtstreeks verzameld door het verbindingsorgaan of zijn contractanten. Voorts vereist de Commissie niet langer verslagen over de tenuitvoerlegging van het door de nationale comités goedgekeurde schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding.

  9. Verordening (EG) nr. 1217/2009 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt als volgt gewijzigd:

  1. De titel van de verordening wordt vervangen door:

    „Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie”.

  2. De titel van hoofdstuk I wordt vervangen door:

    „OPRICHTING VAN EEN INFORMATIENET VAN DE UNIE INZAKE LANDBOUWBEDRIJFSBOEKHOUDINGEN”.

  3. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 wordt vervangen door:

      „1.

      Voor de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt een informatienet van de Unie inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen („het ILB” of „informatienet”), in het leven geroepen.”;

    2. lid 3 wordt vervangen door:

      „3.

      De uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens dienen met name als grondslag voor het opstellen door de Commissie van verslagen over de situatie in de landbouw en op de landbouwmarkten alsmede over de landbouwinkomens in de Unie. Die verslagen worden voor het publiek toegankelijk gemaakt op een daartoe bestemde website.”.

  4. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in punt a) wordt het woord „bedrijfsleider” vervangen door „landbouwer”;

    2. punt b) wordt vervangen door:

      „-b)bedrijf:
      een landbouwbedrijf, in overeenstemming met het algemeen gebruik ervan in het kader van de landbouwenquêtes en -tellingen van de Unie;
      b)bedrijfsklasse:
      een aantal landbouwbedrijven die volgens de typologie van de Unie van de landbouwbedrijven naar productierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde klasse behoren;”;

    3. punt d) wordt vervangen door:

      „d)streek van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen („ILB-streek”):
      het grondgebied van een lidstaat of een deel van het grondgebied van een lidstaat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding; een lijst van die streken is opgenomen in bijlage I;”;

    4. het volgende punt wordt toegevoegd:

      „f)standaardopbrengst:
      de standaardwaarde van de brutoproductie.”.

  5. Artikel 3 wordt vervangen door:

    Om ervoor te zorgen dat de lijst van ILB-streken na een verzoek van een lidstaat kan worden geactualiseerd, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I met betrekking tot de lijst van ILB-streken per lidstaat.”.

  6. De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

    „GEGEVENS VOOR DE CONSTATERING VAN HET INKOMEN EN DE BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE VAN LANDBOUWBEDRIJVEN”.

  7. Artikel 4 wordt vervangen door:

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van boekhoudkundige gegevens met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens en een bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

    Deze gegevens worden verzameld door middel van regelmatige en speciale enquêtes.”.

  8. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 wordt vervangen door:

      „1.

      Het in artikel 1, lid 2, bedoelde waarnemingsgebied omvat de landbouwbedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde, uitgedrukt in euro overeenkomend met één van de ondergrenzen van de klassen van de economische bedrijfsomvang van de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven als omschreven in artikel 5 ter.

      De Commissie stelt overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast ter bepaling van de regels voor het vaststellen van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde drempelwaarde.

      De Commissie stelt op basis van de gegevens van de lidstaten uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de in de eerste alinea bedoelde drempelwaarde. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

    2. lid 2, onder c), wordt vervangen door:

      1. representatief zijn voor het waarnemingsgebied, tezamen met de andere bedrijven, op het niveau van elke ILB-streek,”;

    3. de leden 3 en 4 worden geschrapt.

  9. De volgende artikelen worden ingevoegd:

    1.

    Elke lidstaat stelt een schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op dat een representatieve boekhoudsteekproef voor het waarnemingsgebied waarborgt.

    De Commissie stelt overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast tot bepaling van de regels volgens welke de lidstaten deze schema’s moeten opstellen. Met deze regels wordt ervoor gezorgd dat schema’s voor de keuze van bedrijven met boekhouding:

    • worden gebaseerd op de meest recente statistische gegevens;

    • worden opgesteld overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven, en

    • een nadere bepaling inhouden van met name de verdeling van bedrijven met boekhouding per bedrijfscategorie, alsook van de regels voor de keuze ervan.

    2.

    Overeenkomstig de krachtens lid 1 aangenomen regels en op basis van de gegevens van de lidstaten stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van het aantal bedrijven met boekhouding per lidstaat en per ILB-streek. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    3.

    Het aantal bedrijven met boekhouding dat per ILB-streek moet worden geselecteerd, kan maximaal 20 % hoger of lager liggen dan het aantal dat is vastgesteld in de krachtens lid 2 vast te stellen uitvoeringshandelingen, mits het totale aantal bedrijven met boekhouding van de lidstaat in acht wordt genomen.

    4.

    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot opstelling en actualisering van modellen en methoden betreffende de vorm en inhoud van de gegevens die de lidstaten aan de Commissie dienen te verstrekken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    1.

    Landbouwbedrijven worden op uniforme wijze overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven („de typologie”) geclassificeerd, afhankelijk van hun productierichting, hun economische omvang en het belang van andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden.

    De typologie wordt in het bijzonder gebruikt voor de presentatie, per productierichting en per klasse van economische bedrijfsomvang, van de gegevens die zijn verzameld via de landbouwstructuurenquêtes en het ILB.

    2.

    De „productierichting” van een bedrijf wordt bepaald door de relatieve bijdrage van de standaardopbrengst van elk van de verschillende kenmerkende onderdelen van het bedrijf aan de totale standaardopbrengst van het bedrijf.

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot bepaling van de referentieperiode voor de standaardopbrengst.

    3.

    Bedrijven worden geclassificeerd naar een beperkt aantal productierichtingen. Er worden algemene productierichtingen bepaald. Afhankelijk van het vereiste detailleringsniveau worden de algemene productierichtingen onderscheiden in hoofdproductierichtingen.

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de vaststelling van de algemene en de hoofdproductierichtingen.

    De overeenstemming tussen algemene en hoofdproductierichtingen en gespecialiseerde bijzondere productierichtingen die overeenkomen met hoofdproductierichtingen, wordt nader bepaald.

    4.

    De economische bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf.

    5.

    Het belang van de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden, andere dan de landbouwwerkzaamheden van het bedrijf, wordt bepaald op basis van de bijdrage van die winstgevende werkzaamheden aan de opbrengst van het bedrijf.

    6.

    De standaardopbrengsten en de gegevens voor de bepaling daarvan worden aan de Commissie (Eurostat) meegedeeld door het verbindingsorgaan dat elke lidstaat overeenkomstig artikel 7 heeft aangewezen, of door de instantie waaraan deze taak is gedelegeerd.

    7.

    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van:

    • methoden voor de berekening van gespecialiseerde bijzondere productierichtingen als bedoeld in lid 3 en voor het aanmerken van het bedrijf als een hoofdproductierichting;

    • de methode voor de berekening van de economische bedrijfsomvang;

    • klassen van de economische bedrijfsomvang als bedoeld in lid 1;

    • methoden voor de berekening van de opbrengst van het bedrijf, en voor de raming van de bijdrage van andere winstgevende werkzaamheden aan die opbrengst, voor de toepassing van lid 5;

    • de methode voor de berekening ter bepaling van de standaardopbrengsten van elk kenmerkend onderdeel als bedoeld in lid 2, de procedures voor het verzamelen van de overeenkomstige gegevens en de middelen en uiterste termijnen voor het meedelen van de standaardopbrengsten aan de Commissie overeenkomstig lid 6.

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

  10. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 2 wordt vervangen door:

      „2.

      Het Nationaal Comité is verantwoordelijk voor de keuze van de bedrijven met boekhouding. Tot zijn taken behoort daartoe met name het goedkeuren van het schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding.”;

    2. in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

      „4.

      Lidstaten die verschillende ILB-streken hebben, mogen voor elke ILB-streek onder hun jurisdictie een streekcomité voor het informatienet instellen („het Streekcomite”).”;

    3. lid 5 wordt vervangen door:

      „5.

      De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met nadere bepalingen voor de toepassing van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

  11. Artikel 7 wordt vervangen door:

    1.

    Iedere lidstaat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

    1. het in kennis stellen van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding van het toepasselijke regelgevingskader en het zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging daarvan;

    2. het opstellen, het ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voorleggen en het vervolgens bij de Commissie indienen van het schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding;

    3. het opstellen van:

      1. de lijst van bedrijven met boekhouding;

      2. indien van toepassing, de lijst van de bureaus voor bedrijfsboekhouding die bereid en in staat zijn de bedrijfsformulieren in te vullen;

    4. het inzamelen van de hem door de bureaus voor bedrijfsboekhouding toegezonden bedrijfsformulieren;

    5. het verifiëren of de bedrijfsformulieren naar behoren zijn ingevuld;

    6. het doorzenden aan de Commissie van de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren in het vereiste formaat en binnen de gestelde termijn;

    7. het doen toekomen van de in artikel 17 genoemde verzoeken om inlichtingen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding en het toezenden aan de Commissie van de desbetreffende antwoorden.

    2.

    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met nadere bepalingen voor de toepassing van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

  12. In artikel 8 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

    „2.

    Het naar behoren ingevulde bedrijfsformulier omvat de boekhoudkundige gegevens waardoor het mogelijk is:

    • het bedrijf met boekhouding te kenmerken aan de hand van de voornaamste bestanddelen van zijn productiefactoren;

    • de verschillende aspecten van het inkomen van het bedrijf met boekhouding te beoordelen;

    • de inhoud van het formulier steekproefsgewijs te verifiëren.

    3.

    De gegevens op het bedrijfsformulier hebben betrekking op één landbouwbedrijf en één boekjaar van twaalf opeenvolgende maanden, en betreffen enkel dat landbouwbedrijf. Die gegevens hebben betrekking op landbouwactiviteiten van het bedrijf zelf en op andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden. Bij het opstellen van het bedrijfsformulier wordt geen rekening gehouden met gegevens inzake activiteiten van de landbouwer of zijn gezin buiten het landbouwbedrijf of inzake pensioenen, erfenissen, privérekeningen bij een bank, andere bezittingen dan het landbouwbedrijf, persoonlijke belastingen of privéverzekeringen.

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de bepaling van de belangrijkste groepen boekhoudkundige gegevens die moeten worden verzameld en de algemene regels voor het verzamelen van gegevens.

    Om ervoor te zorgen dat de boekhoudkundige gegevens die aan de hand van het bedrijfsformulier worden verzameld vergelijkbaar zijn ongeacht op welke bedrijven met boekhouding de waarnemingen betrekking hebben, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin de vorm en de opmaak van het bedrijfsformulier en de methoden en uiterste termijnen voor het toezenden van de gegevens aan de Commissie worden bepaald.

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

  13. De artikelen 9 tot en met 15 en 18 worden geschrapt;

  14. Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1, onder a), wordt vervangen door:

      1. een aan de lidstaten te betalen forfaitaire vergoeding voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2. Wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een ILB-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijfsformulieren dat voor die ILB-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, geldt een vergoeding van 80 % van de forfaitaire vergoeding voor elk bedrijfsformulier uit die ILB-streek of uit de betrokken lidstaat;”;

    2. lid 2 wordt vervangen door:

      „2.

      De kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de algemene begroting van de Unie opgenomen.”;

    3. het volgende lid wordt toegevoegd:

      „3.

      De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin gedetailleerde procedures in verband met de in lid 1, onder a), bedoelde forfaitaire vergoeding worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

  15. De volgende artikelen worden ingevoegd:

    1.

    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

    2.

    De in artikel 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 december 2013. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

    3.

    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.

    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    5.

    Een overeenkomstig artikel 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

    1.

    De Commissie wordt bijgestaan door het „Comité voor het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen”. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(*).

    2.

    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

  16. De titel van bijlage I wordt vervangen door:

„Artikel 3

Om ervoor te zorgen dat de lijst van ILB-streken na een verzoek van een lidstaat kan worden geactualiseerd, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I met betrekking tot de lijst van ILB-streken per lidstaat.”.

„Artikel 4

Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van boekhoudkundige gegevens met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens en een bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

Deze gegevens worden verzameld door middel van regelmatige en speciale enquêtes.”.

„Artikel 5 bis

1.

Elke lidstaat stelt een schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op dat een representatieve boekhoudsteekproef voor het waarnemingsgebied waarborgt.

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast tot bepaling van de regels volgens welke de lidstaten deze schema’s moeten opstellen. Met deze regels wordt ervoor gezorgd dat schema’s voor de keuze van bedrijven met boekhouding:

  • worden gebaseerd op de meest recente statistische gegevens;

  • worden opgesteld overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven, en

  • een nadere bepaling inhouden van met name de verdeling van bedrijven met boekhouding per bedrijfscategorie, alsook van de regels voor de keuze ervan.

2.

Overeenkomstig de krachtens lid 1 aangenomen regels en op basis van de gegevens van de lidstaten stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot bepaling van het aantal bedrijven met boekhouding per lidstaat en per ILB-streek. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3.

Het aantal bedrijven met boekhouding dat per ILB-streek moet worden geselecteerd, kan maximaal 20 % hoger of lager liggen dan het aantal dat is vastgesteld in de krachtens lid 2 vast te stellen uitvoeringshandelingen, mits het totale aantal bedrijven met boekhouding van de lidstaat in acht wordt genomen.

4.

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot opstelling en actualisering van modellen en methoden betreffende de vorm en inhoud van de gegevens die de lidstaten aan de Commissie dienen te verstrekken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 5 ter

„Artikel 7

„Artikel 19 bis

Artikel 19 ter

Artikel 2