Home

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 maart 2014 betreffende financiële steun van de Unie voor een gecoördineerd controleplan ter opsporing van frauduleuze praktijken bij de handel in bepaalde levensmiddelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1912) (2014/176/EU)

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 maart 2014 betreffende financiële steun van de Unie voor een gecoördineerd controleplan ter opsporing van frauduleuze praktijken bij de handel in bepaalde levensmiddelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1912) (2014/176/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn(1), en met name artikel 66,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Aanbeveling 2014/180/EU van de Commissie(2) voorziet in een tweede ronde van gecoördineerde controles door de lidstaten ter opsporing van aanhoudende frauduleuze praktijken bij de handel in bepaalde levensmiddelen.

  2. Om de soepele en snelle uitvoering van dit plan te bevorderen, moet de Unie financiële steun verlenen aan de lidstaten die de in de aanbeveling van de Commissie voorziene officiële controles uitvoeren.

  3. Op basis van berekeningen na afloop van de eerste testronde worden de kosten voor de uitvoering van DNA-tests tot vaststelling van de aanwezigheid van paardenvlees in levensmiddelen die in de handel gebracht en/of geëtiketteerd zijn als bevattende rundvlees, op 120 EUR per test geraamd. Het gebruikelijke EU-medefinancieringspercentage voor gecoördineerde controleplannen bedraagt 50 %.

  4. Momenteel is het Centre Wallon de Recherches agronomiques (CRA-W) in Gembloux, België, het EU-referentielaboratorium voor de tests die voor dit gecoördineerde controleplan het meest relevant zijn. De Commissie heeft de hulp van het centrum ingeroepen om ervoor te zorgen dat tijdens dit gecoördineerde controleplan een uniforme testmethode wordt gebruikt. Het gaat om een extra taak die niet is opgenomen in het bestaande werkprogramma van het centrum als Europees referentielaboratorium. De kosten voor deze extra taak worden geraamd op maximaal 20 000 EUR en komen volledig voor rekening van de Commissie.

  5. Overeenkomstig artikel 84 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(3) (het Financieel Reglement) en artikel 94 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie(4) moet de vastlegging van een uitgave uit de EU-begroting worden voorafgegaan door een financieringsbesluit van de instelling of de door haar gedelegeerde autoriteiten waarin de essentiële elementen worden uiteengezet van de actie die een uitgave ten laste van de begroting meebrengt. Er moeten eveneens subsidiabiliteitscriteria worden vastgesteld.

  6. De financiële bijdrage van de Unie wordt toegekend op voorwaarde dat de tests en analysen binnen de in dit besluit vermelde termijnen worden uitgevoerd en de bevoegde autoriteiten binnen deze termijnen alle noodzakelijke informatie verstrekken. Omwille van de administratieve efficiëntie moeten alle uitgaven waarvoor om financiële steun van de Unie wordt verzocht, in euro worden uitgedrukt. De wisselkoers voor de omrekening van de uitgaven in een andere valuta dan de euro moet nog worden vastgelegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp

1.

De Unie draagt bij in de kosten die de lidstaten maken voor de uitvoering van het gecoördineerde controleplan als bedoeld in Aanbeveling 2014/180/EU van de Commissie (hierna „de aanbeveling van de Commissie” genoemd), voor een totaalbedrag van maximaal 145 440 EUR.

2.

De Unie draagt bij in de kosten die het Centre Wallon de Recherches agronomiques (CRA-W) in Gembloux, België, maakt voor de ijking en coördinatie van de testmethode voor de opsporing van niet-aangegeven diersoorten in vlees en vleesproducten, voor een totaalbedrag van maximaal 20 000 EUR.

3.

De kosten waarvan sprake is in de leden 1 en 2, worden gefinancierd uit begrotingsonderdeel 17 04 03.

Artikel 2 Door de lidstaten gemaakte subsidiabele kosten

1.

De in artikel 1, lid 1, bedoelde bijdrage van de Unie heeft de vorm van een vergoeding van 50 % van de kosten van de tests die de bevoegde autoriteiten hebben uitgevoerd om het in punt 1 van de aanbeveling van de Commissie bedoelde controleplan uit te voeren.

2.

De bijdrage van de Unie bedraagt niet meer dan:

  1. 60 EUR per test;

  2. de in bijlage I vermelde bedragen.

3.

Alleen de in bijlage II vermelde kosten komen voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 3 Door het Centre Wallon de Recherches agronomiques (CRA-W) te Gembloux, België, gemaakte subsidiabele kosten

1.

De in artikel 1, lid 2, bedoelde bijdrage van de Unie heeft de vorm van een vergoeding van 100 % van de kosten van de taken in verband met de ijking en coördinatie van de testmethode die wordt gebruikt in het in de aanbeveling van de Commissie bedoelde gecoördineerde controleplan.

2.

De volgende kosten komen voor vergoeding in aanmerking:

  1. de kosten voor het personeel dat specifiek vol- of deeltijds is belast met de uitvoering van de taken in het laboratorium; deze kosten worden beperkt tot de feitelijke salarissen plus sociale premies en andere wettelijke loonkosten;

  2. de kosten voor verbruiksartikelen die verband houden met de voorbereiding van de standaardmonsters;

  3. verzendkosten;

  4. algemene kosten, gelijk aan 7 % van de som van de onder a), b) en c) bedoelde kosten.

3.

De kosten moeten uiterlijk op 31 augustus 2014 worden gerapporteerd in het in bijlage IV bij dit besluit vastgelegde formaat.

Artikel 4 Subsidiabiliteitsvoorschriften

1.

De in artikel 1, lid 1, bedoelde bijdrage van de Unie is aan de volgende voorwaarden gebonden:

  1. de tests zijn uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van de aanbeveling van de Commissie;

  2. de lidstaten hebben het verslag als bedoeld in de aanbeveling van de Commissie binnen de in die aanbeveling vastgelegde termijn bij de Commissie ingediend;

  3. uiterlijk op 31 augustus 2014 hebben de lidstaten langs elektronische weg een financieel verslag in het in bijlage III bij dit besluit vastgelegde formaat bij de Commissie ingediend.

2.

De Commissie kan het bedrag van de in artikel 1 bedoelde bijdrage verlagen indien niet aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, waarbij rekening wordt gehouden met de aard en de ernst van de non-conformiteit en met het potentiële financiële verlies voor de Unie.

3.

Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten bewijsdocumenten voor de gemaakte kosten waarvoor overeenkomstig artikel 2 om vergoeding wordt verzocht.

Artikel 5 Valuta en wisselkoers

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV