Home

Besluit nr. 189/2014/EU van de Raad van 20 februari 2014 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd tarief van bepaalde indirecte belastingen toe te passen op in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion vervaardigde „traditionele” rum en tot wijziging van Beschikking 2007/659/EG

Besluit nr. 189/2014/EU van de Raad van 20 februari 2014 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd tarief van bepaalde indirecte belastingen toe te passen op in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion vervaardigde „traditionele” rum en tot wijziging van Beschikking 2007/659/EG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,

Gezien het voorstel van Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Beschikking 2007/659/EG van de Raad(2) machtigde Frankrijk om op in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion („de vier betrokken ultraperifere gebieden”) vervaardigde en in continentaal Frankrijk verkochte rum een verlaagd accijnstarief toe te passen dat lager kan zijn dan het bij Richtlijn 92/84/EEG van de Raad(3) vastgestelde minimumaccijnstarief, maar niet meer dan 50% lager dan de normale nationale accijns op alcohol. Met ingang van 1 januari 2011 is het verlaagde accijnstarief beperkt tot een jaarlijks contingent van 120 000 hectoliter zuivere alcohol (hza). De geldigheidsduur van deze afwijking is op 31 december 2013 verstreken.

  2. Op 12 maart 2013 verzochten de Franse autoriteiten de Commissie een voorstel in te dienen voor een besluit van de Raad tot verlenging van de in Beschikking 2007/659/EG vastgestelde afwijking onder dezelfde voorwaarden met nog eens zeven jaar, dus tot en met 31 december 2020. Dat verzoek werd respectievelijk op 3 juli en 2 augustus 2013 vervolledigd met aanvullende informatie, en gewijzigd wat betreft de verschillende Franse belastingen waarop het voorgestelde besluit van toepassing moet zijn.

  3. De Franse autoriteiten hebben de Commissie er tevens van in kennis gesteld dat Frankrijk met ingang van 1 januari 2012 de nationale wetgeving betreffende de „cotisation sur les boissons alcooliques”, ook „vignette sécurité sociale” (VSS) genoemd, heeft gewijzigd, een bijdrage die ten behoeve van het nationale ziekenfonds wordt geheven op in Frankrijk verkochte alcoholische dranken om de gezondheidsrisico’s tegen te gaan die een onmatig gebruik van deze producten meebrengt, en die naast de nationale accijns wordt geheven. In het bijzonder werd de belastinggrondslag veranderd van 160 EUR per hectoliter in 533 EUR per hza, en werd er een beperking ingevoerd van het bedrag aan VSS, die was gekoppeld aan de toepasselijke accijns.

  4. In het kader van het verzoek van de Franse autoriteiten om een verlenging tot en met 31 december 2020 van de bij Beschikking 2007/659/EG vastgestelde afwijking hebben de Franse autoriteiten de Commissie gevraagd de VSS met ingang van 1 januari 2012 op te nemen in de lijst van belastingen waarvoor een lager tarief kan worden toegepast voor „traditionele” rum die is vervaardigd in de vier betrokken ultraperifere gebieden.

  5. Het is passender om een nieuw besluit vast te stellen voor een afwijking die op beide belastingen van toepassing is, te weten de differentiatie van de bij Richtlijn 92/84/EEG vastgestelde accijns en de VSS, in plaats van een verlenging van de bij Beschikking 2007/659/EG vastgestelde afwijking.

  6. Gezien de beperkte omvang van de lokale markt kunnen de distilleerderijen in de vier betrokken ultraperifere gebieden hun activiteiten alleen ontwikkelen indien zij voldoende toegang hebben tot de markt in continentaal Frankrijk, het voornaamste afzetgebied voor hun rum (71 %). De concurrentieproblemen die „traditionele” rum ondervindt op de Uniemarkt, zijn aan twee factoren toe te schrijven, naast de specifieke structurele en economische situatie van deze ultraperifere gebieden, die door de in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bedoelde bijzondere beperkingen wordt bemoeilijkt: hogere productiekosten en hogere belastingen per fles, aangezien de „traditionele” rum gewoonlijk in grotere flessen wordt verkocht en een hoger alcoholgehalte kent.

  7. De productiekosten van de waardeketen suiker-riet-rum in de vier betrokken ultraperifere gebieden zijn hoger dan in andere gebieden in de wereld. Vooral de loonkosten zijn hoger, doordat de Franse sociale wetgeving in de vier betrokken ultraperifere gebieden van toepassing is. Die ultraperifere gebieden zijn ook onderworpen aan milieu- en veiligheidsnormen van de Unie, wat leidt tot aanzienlijke investeringen en kosten die niet rechtstreeks verband houden met productiviteit, ook al wordt een deel van deze investeringen gedekt door de structuurfondsen van de Unie. Verder zijn de distilleerderijen in de vier betrokken ultraperifere gebieden kleiner dan de distilleerderijen van internationale ondernemingen. Dit brengt hogere productiekosten per outputeenheid mee. Volgens de Franse autoriteiten komen al deze directe bijkomende productiekosten, vracht- en verzekeringskosten inbegrepen, over het geheel genomen overeen met ongeveer 12% van de Franse accijns die normaal gesproken in 2012 van toepassing was op sterkedrank.

  8. „Traditionele”, in continentaal Frankrijk verkochte rum wordt gewoonlijk in grotere flessen verkocht (60 % van de rum wordt verkocht in flessen van 1 liter) en kent een hoger alcoholvolumegehalte (tussen 40° en 59°) dan concurrerende rumsoorten, die gewoonlijk in flessen van 0,7 liter en met 37,5° alcohol worden verkocht. Het hogere alcoholvolumegehalte leidt weer tot hogere accijnzen, een hogere VSS en aldus een hogere btw per verkochte liter rum. De cumulatieve bijkomende kosten, namelijk de hogere productiekosten, hogere vrachtkosten en hogere belastingen (accijns en btw), komen overeen met 40 % tot 50 % van de Franse accijns die normaal gesproken van toepassing was op sterkedrank in 2012. Daarnaast zou de verandering met ingang van 1 januari 2012 van de basis voor de berekening van de VSS van 160 EUR per hectoliter naar 533 EUR per hza, btw inbegrepen, een bijkomende ongunstige invloed hebben gehad op de prijs van „traditionele” rum, die in een hoger alcoholgehalte wordt verkocht, overeenkomend met ongeveer 10 % van het normale accijnstarief. Teneinde dit bijkomende ongunstige effect tegen te gaan, dat nauw verband houdt met de specifieke structurele maatschappelijke en economische situatie in de vier betrokken ultraperifere gebieden, en versterkt wordt door de in artikel 349 VWEU bedoelde bijzondere beperkingen, dient bovendien een verlaging van het VSS-tarief te worden doorgevoerd ten gunste van de „traditionel” rum van de vier betrokken ultraperifere gebieden.

  9. Het op de geharmoniseerde accijns en de VSS betrekking hebbende fiscale voordeel waarvoor machtiging moet worden verleend, dient evenredig te blijven teneinde geen afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de rechtsorde van de Unie, waaronder het waarborgen van een onverstoorde mededinging in de interne markt en het staatssteunbeleid.

  10. Derhalve moet ook rekening worden gehouden met de extra kosten die voortvloeien uit de decenniumlange praktijk om „traditionele” rum te verkopen met een hoger alcoholvolumegehalte, met de bijbehorende hogere belastingen.

  11. In 2012 paste Frankrijk een accijns van 903 EUR per hza toe op „traditionele” rum, overeenkomend met 54,4 % van het normale accijnstarief. Ook werd een VSS van 361,20 EUR per hza toegepast, overeenkomend met 67,8 % van het normale VSS-tarief. Beide verlagingen komen tezamen neer op een belastingvoordeel van 928,80 EUR per hza, of een belastingvoordeel ten opzichte van de gecombineerde normale tarieven (accijns en VSS) van 42,8 %.

  12. Beschikking 2007/659/EG machtigde Frankrijk om het accijnstarief voor „traditionele” rum tot 50 % van de normale nationale accijns op alcohol te verlagen. Deze beschikking omvatte niet het verlaagde VSS-tarief voor „traditionele” rum, dat alleen werd ingevoerd als compenserende maatregel voor de extra belastingdruk waartoe de hervorming van het VSS-systeem met ingang van 1 januari 2012 voor deze rum geleid had.

  13. Deze situatie moet worden verholpen door de beginselen die op een afwijking van artikel 110 VWEU voor geharmoniseerde accijnzen zijn toegepast, ook voor de VSS te laten gelden. Tegelijkertijd moet vanaf 1 januari 2014 een bovengrens worden gesteld aan het belastingvoordeel dat kan worden toegekend, op een maximumpercentage van de normale tarieven per hza van de geharmoniseerde accijns op sterkedrank en van de VSS.

  14. Een nieuwe afwijking moet worden toegekend voor een periode van zeven jaar, van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020.

  15. Frankrijk moet een tussentijds verslag overleggen op basis waarvan de Commissie kan beoordelen of de omstandigheden die de afwijking rechtvaardigden, nog steeds aanwezig zijn, of het door Frankrijk verleende fiscale voordeel nog steeds evenredig is en of alternatieve maatregelen voor een belastingafwijking waarmee een concurrerende waardeketen riet-suiker-rum ook kan worden ondersteund, te overwegen vallen, waarbij rekening wordt gehouden met hun internationale dimensie.

  16. In Beschikking 2007/659/EG kon oorspronkelijk geen rekening worden gehouden met de nieuwe situatie na de hervorming van het VSS-systeem. Het is daarom gerechtvaardigd dat bij wijze van uitzondering, gezien de genoemde specifieke structurele sociale en economische situatie van de vier betrokken ultraperifere gebieden, met ingang van 1 januari 2012 het verlaagde VSS-tarief wordt toegepast.

  17. Dit besluit doet geen afbreuk aan de mogelijke toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU.

  18. Beschikking 2007/659/EG dient derhalve te worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 110 VWEU wordt Frankrijk gemachtigd in continentaal Frankrijk een accijnstarief dat lager is dan het normale tarief voor alcohol, zoals vastgesteld in artikel 3 van Richtlijn 92/84/EEG, te blijven toepassen op in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion vervaardigde „traditionele” rum, alsook een tarief van de heffing genaamd „cotisation sur les boissons alcooliques” (VSS) toe te passen, dat lager is dan het volgens de Franse nationale wetgeving toepasselijke normale tarief.

Artikel 2

De in artikel 1 vastgestelde afwijking beperkt zich tot rum als omschreven in punt 1, onder f), van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad(4), vervaardigd in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion uit suikerriet dat geoogst is op de productieplek, met een gehalte aan andere vluchtige stoffen dan ethyl en methylalcohol van ten minste 225 gram per hectoliter zuivere alcohol en een alcoholvolumegehalte van ten minste 40° of meer.

Artikel 3

1.

De in artikel 1 bedoelde verlaagde accijns- en VSS-tarieven die van toepassing zijn op de in artikel 2 bedoelde rum, blijven beperkt tot een jaarlijks contingent van 120 000 hectoliter zuivere alcohol.

2.

De in artikel 1 van dit besluit bedoelde verlaagde accijns- en VSS-tarieven mogen elk lager zijn dan het in Richtlijn 92/84/EEG vastgestelde minimumaccijnstarief voor alcohol, maar mogen niet meer dan 50 % lager zijn dan het normale tarief voor alcohol overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 92/84/EEG of het normale tarief voor alcohol voor de VSS.

3.

Het cumulatieve fiscale voordeel waarvoor overeenkomstig lid 2 van dit artikel machtiging wordt verleend, mag niet meer zijn dan 50 % van het normale tarief voor alcohol overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 92/84/EEG.

Artikel 4

Uiterlijk op 31 juli 2017 dient Frankrijk een verslag in bij de Commissie, op basis waarvan de zij kan beoordelen of de omstandigheden die de afwijking rechtvaardigden, nog steeds aanwezig zijn, en of het door Frankrijk verleende fiscale voordeel nog steeds evenredig en toereikend is en dat naar verwachting ook zal blijven om een concurrerende waardeketen riet-suiker-rum in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion te ondersteunen.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7