Home

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 april 2014 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van schadelijke organismen te voorkomen, wat bepaalde groenten en fruit van oorsprong uit India betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 2601) (2014/237/EU)

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 april 2014 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van schadelijke organismen te voorkomen, wat bepaalde groenten en fruit van oorsprong uit India betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 2601) (2014/237/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), en met name artikel 16, lid 3, derde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Door de lidstaten uitgevoerde fytosanitaire controles op zendingen van bepaalde planten en plantaardige producten van oorsprong uit India hebben ertoe geleid dat een groot aantal zendingen werd onderschept vanwege de aanwezigheid van schadelijke organismen, vooral Tephritidae (niet-Europees), Thrips palmi Karny of Bemisia tabaci Genn. Het aantal in de Unie onderschepte zendingen uit India met schadelijke organismen vertoont sinds 2010 een opwaartse tendens. De meeste onderschepte zendingen betreffen planten, met uitzondering van zaden en wortels, van Colocasia Schott en planten, met uitzondering van zaden, van Mangifera L., Momordica L., Solanum melongena L. en Trichosanthes L. (hierna „de genoemde goederen”).

  2. De audits die met name in 2010 en 2013 door de Commissie in India zijn verricht, hebben tekortkomingen in het fytosanitaire uitvoercertificeringssysteem aan het licht gebracht. Ondanks de verzekeringen en maatregelen van de kant van India is het aantal onderschepte zendingen in 2013 verder gestegen.

  3. Gezien de resultaten van die audits en het aantal onderschepte zendingen werd geconcludeerd dat de huidige fytosanitaire waarborgen van India ontoereikend zijn om ervoor te zorgen dat de zendingen vrij zijn van schadelijke organismen of om het risico van het binnenbrengen in de Unie van schadelijke organismen door de invoer van de genoemde goederen tegen te gaan.

  4. Er moeten maatregelen worden genomen tegen de risico's als gevolg van de invoer in de Unie van de genoemde goederen van oorsprong uit India. Het binnenbrengen in de Unie van de genoemde goederen van oorsprong uit India moet derhalve worden verboden.

  5. De maatregelen moeten van kracht blijven tot en met 31 december 2015 om het voortdurende risico van het binnenbrengen van schadelijke organismen tegen te gaan, maar India tegelijk ook de mogelijkheid te geven zijn certificeringssysteem te actualiseren.

  6. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van planten, met uitzondering van zaden en wortels, van Colocasia Schott en van planten, met uitzondering van zaden, van Mangifera L., Momordica L., Solanum melongena L. en Trichosanthes L., van oorsprong uit India, is verboden.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 31 december 2015.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 april 2014.

Voor de Commissie

Tonio Borg

Lid van de Commissie