Home

2014/796/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 7 november 2014 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

2014/796/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 7 november 2014 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde(1) („de btw-richtlijn”), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 1 juli 2014, heeft Letland verzocht om machtiging tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 10, van de btw-richtlijn, teneinde bepaalde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 50 000 EUR van de btw te mogen vrijstellen („de maatregel”). De maatregel zou deze belastingplichtigen ontslaan van sommige of alle in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van de btw-richtlijn vastgestelde btw-verplichtingen. Deze machtiging is eerder al verleend aan Letland bij Uitvoeringsbesluit 2010/584/EU van de Raad(2), dat op 31 december 2013 is verstreken.

  2. Bij brief van 7 augustus 2014 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 11 augustus 2014 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

  3. Krachtens titel XII van de btw-richtlijn mogen de lidstaten al een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen. De maatregel wijkt slechts af van titel XII van de btw-richtlijn in die zin dat het drempelbedrag voor de jaaromzet van belastingplichtigen in het kader van de bijzondere regeling hoger is dan het drempelbedrag dat Letland krachtens artikel 287, punt 10, van de btw-richtlijn mag hanteren, namelijk 17 200 EUR.

  4. Een hoger drempelbedrag voor de bijzondere regeling komt neer op een vereenvoudiging, omdat dit de btw-verplichtingen voor de kleinste ondernemingen aanzienlijk kan verminderen; aangezien de bijzondere regeling voor belastingplichtigen facultatief is, kunnen ondernemingen evenwel nog altijd voor het normale btw-stelsel kiezen.

  5. Uit door Letland verstrekte gegevens blijkt dat de derogatie geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik.

  6. De derogatie heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 287, punt 10, van Richtlijn 2006/112/EG wordt de Republiek Letland gemachtigd om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 50 000 EUR van de btw vrij te stellen.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van de kennisgeving ervan.

Het is van toepassing tot en met 31 december 2017.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 7 november 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

P. C. Padoan