Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 november 2014 betreffende de wijziging van het bij Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie vastgestelde werkprogramma voor 2014 en de vaststelling van het werkprogramma en de financiering voor 2015 op het gebied van levensmiddelen en diervoeders teneinde de toepassing van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders te garanderen
Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 november 2014 betreffende de wijziging van het bij Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie vastgestelde werkprogramma voor 2014 en de vaststelling van het werkprogramma en de financiering voor 2015 op het gebied van levensmiddelen en diervoeders teneinde de toepassing van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders te garanderen
18.11.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 410/3 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 17 november 2014
betreffende de wijziging van het bij Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie vastgestelde werkprogramma voor 2014 en de vaststelling van het werkprogramma en de financiering voor 2015 op het gebied van levensmiddelen en diervoeders teneinde de toepassing van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders te garanderen
2014/C 410/04
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(1), en met name artikel 84,
Gezien Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad(2), en met name artikel 6, leden 3 en 5, de artikelen 32, 33 en 35, artikel 36, leden 1 en 4, en artikel 43,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Bij Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie(3) is een werkprogramma voor 2014 en de financiering daarvan vastgesteld. Dat besluit moet worden bijgewerkt teneinde aanvullende acties op te nemen die na de vaststelling van het besluit zijn vastgesteld. |
(2) | Om de uitvoering van activiteiten op het gebied van levensmiddelen en diervoeders die begin 2015 van start gaan te waarborgen en de toepassing van de fytosanitaire wetgeving en van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders te garanderen, moet een werkprogramma met een financieringsbesluit worden vastgesteld. |
(3) | In artikel 94 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie(4) zijn nadere bepalingen inzake financieringsbesluiten vastgesteld. |
(4) | Om de in het werkprogramma beschreven redenen moet worden toegestaan dat aan in het werkprogramma opgenomen organisaties zonder oproep tot het indienen van voorstellen subsidies worden toegekend. |
(5) | Dit besluit moet voorzien in de betaling van achterstandsrente op basis van artikel 92 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en artikel 111, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012. |
(6) | Voor de uitvoering van dit besluit wordt de term „belangrijke wijziging” omschreven in de zin van artikel 94, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012. |
(7) | De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie
De wijziging van het in Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 van de Commissie vermelde werkprogramma, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld.
Artikel 2
Goedkeuring van een werkprogramma voor 2015
Het werkprogramma voor de toepassing van de artikelen 6, 32, 33, 35 en 43 van Verordening (EU) nr. 652/2014, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld.
Artikel 3
Financieringsbesluit
De in de artikelen 1 en 2 vermelde jaarlijkse werkprogramma’s zijn een financieringsbesluit in de zin van artikel 84 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.
Artikel 4
Bijdrage van de Unie
De maximumbijdrage voor de uitvoering van het programma voor 2014 wordt vastgesteld op 4 820 000 EUR en wordt gefinancierd uit de volgende onderdelen van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2014:
begrotingsonderdeel — 17 04 01 — 4 600 000 EUR |
begrotingsonderdeel — 17 04 03 — 220 000 EUR |
De maximumbijdrage voor de uitvoering van het programma voor 2015 wordt vastgesteld op 4 050 000 EUR, te financieren uit de volgende onderdelen van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2015:
begrotingsonderdeel — 17 04 03 — 3 930 000 EUR |
De tenuitvoerlegging van dit besluit is afhankelijk van de beschikbaarheid van de kredieten na vaststelling van de begroting voor 2015 door de begrotingsautoriteit of voorzien in het systeem van voorlopige twaalfden.
Bovengenoemde kredieten kunnen ook de betaling van achterstandsrente dekken.
Artikel 5
Flexibiliteitsclausule
Gecumuleerde wijzigingen in de toewijzingen voor de specifieke acties van elk werkprogramma die niet meer bedragen dan 20 % van de maximumbijdrage, als vastgesteld in artikel 4 van dit besluit, worden niet als belangrijk beschouwd in de zin van artikel 94, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012, wanneer deze wijzigingen de aard van de acties en de doelstelling van het werkprogramma niet significant beïnvloeden.
De verantwoordelijke ordonnateur kan de in de eerste alinea bedoelde wijzigingen goedkeuren overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer en evenredigheid.
Artikel 6
Subsidies
Subsidies kunnen zonder oproep tot het indienen van voorstellen worden toegekend aan organisaties die zijn opgenomen in de bijlage, overeenkomstig de daarin beschreven voorwaarden.
Gedaan te Brussel, 17 november 2014.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Werkprogramma’s voor 2014 en 2015 op het gebied van levensmiddelen en diervoeders
1. INLEIDING
Het doel van deze werkprogramma’s is om de in Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 vastgestelde behoeften te actualiseren en tot een financieringsbesluit te komen voor de acties die begin 2015 van start gaan.
Deze werkprogramma’s bevatten uitvoeringsmaatregelen voor de jaren 2014 en 2015, en de begrotingsmiddelen zijn als volgt verdeeld:
Indicatieve acties (2014) | Indicatief bedrag |
Subsidies (2) | 170 000 EUR |
Aanbestedingen (2) | 4 650 000 EUR |
Overige acties (0) | 0 EUR |
TOTAAL (4 acties in 2014) | 4 820 000 EUR |
Indicatieve acties (2015) | Indicatief bedrag |
Subsidies (3) | 2 325 000 EUR |
Aanbestedingen (4) | 1 205 000 EUR |
Overige acties (1) | 400 000 EUR |
TOTAAL (8 acties in 2015) | 3 930 000 EUR |
2. SUBSIDIES
Voor subsidies is een totaal begrotingskrediet gereserveerd:
van 170 000 EUR in 2014, en |
van 2 325 000 EUR in 2015. |
2.1. Rechtsgrondslag
Artikel 6, lid 3, en de artikelen 33 en 35 van Verordening (EU) nr. 652/2014.
2.2. Begrotingsonderdelen
Begroting 2014 — 17 04 03 — 170 000 EUR |
Begroting 2015 — 17 04 03 — 2 325 000 EUR |
2.3. Indicatieve lijst van geplande acties
Acties (begroting 2014 — 17 04 03) | Geraamd aantal acties | Indicatieve begindatum | Indicatief bedrag (EUR) |
Beoordelingsinstrument voor cumulatieve risico’s van bestrijdingsmiddelenresiduen | 1 subsidieovereenkomst | Vierde kwartaal van 2014 | 70 000 |
Aanvullende subsidie voor de OIE voor regionale vergaderingen en activiteiten van het platform voor dierenwelzijn | 1 subsidie-overeenkomst | Vierde kwartaal van 2014 | 100 000 |
Acties (begroting 2015 — 17 04 03) | Geraamd aantal acties | Indicatieve begindatum | Indicatief bedrag (EUR) |
Coördinatie van de vergunningsaanvragen voor kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen | 1 subsidieovereenkomst | Eerste kwartaal van 2015 | 350 000 |
Gecoördineerd controleplan ter opsporing van frauduleuze praktijken bij de handel in bepaalde levensmiddelen | 28 subsidieovereenkomsten | Eerste kwartaal van 2015 | 600 000 |
Gecoördineerd controleplan voor antimicrobiële resistentie (AMR) | 28 subsidieovereenkomsten | Eerste kwartaal van 2015 | 1 375 000 |
2.4. Beschrijving, doelstellingen en geplande resultaten van de uitvoeringsmaatregelen
Het door de EU gefinancierde onderzoeksproject Acropolis heeft een IT-instrument opgeleverd voor alle belanghebbenden van de risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen. Het IT-instrument is gebaseerd op een waarschijnlijkheidsmodel van blootstelling. De Commissie is voornemens dit project op te waarderen.
Doelstelling: Opwaarderen van het Acropolis-instrument richting specifieke behoeften van de Commissie, en als ondersteuning van risicomanagers bij het ontwikkelen van de criteria voor risicobeheer door te beoordelen welk effect de verschillende te selecteren parameters in het model zouden kunnen hebben op beslissingen in risicobeheer.
Het oorspronkelijke project werd uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, dat aanvullende financiering zou moeten ontvangen om de kwaliteit van het werk naar een hoger niveau te kunnen tillen en de Commissie te kunnen voorzien van de nodige steun bij het nemen van de juiste beslissingen in risicobeheer.
Verwachte resultaten: Instrument opgewaardeerd voor de specifieke behoeften waar de Commissie om heeft verzocht en steun (testcases en instructies) verleend aan de Commissie voor het nemen van beslissingen in risicobeheer met betrekking tot de berekeningsparameters.
Bij Uitvoeringsbesluit 2014/C 166/05 is rechtstreekse subsidie vastgesteld voor de OIE voor acties als wereldconferenties, regionale seminars en regionale vergaderingen en activiteiten op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn.
De Commissie is voornemens aanvullende rechtstreekse subsidie toe te kennen aan de OIE voor het organiseren van aanvullende seminars op het gebied van dierenwelzijn.
Doelstelling: Verhoging van het bewustzijn van problemen met dierenwelzijn en van de mate van uitvoering van OIE-normen voor dierenwelzijn (vervoer, slacht, beheersing van zwerfhonden).
Verwacht resultaat: Verhoogd bewustzijn van de normen voor problemen met dierenwelzijn.
Met betrekking tot kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen moet worden gezorgd voor doeltreffende coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten en belanghebbenden. Dit vereist een project voor het opzetten van een speciaal platform van EU-deskundigen inzake kleine toepassingen op het gebied van plantgezondheid. De Commissie heeft een verslag ingediend bij het Europees Parlement en de Raad inzake de oprichting van een Europees Fonds voor kleine toepassingen op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen(1). In het verslag werd geconcludeerd dat de Commissie bereid is bijstand te verlenen en op korte en middellange termijn een financiële bijdrage te leveren aan de oprichting van een dergelijk project.
Doelstelling: Medefinanciering met een actiesubsidie van een EU-coördinatiefaciliteit die door enkele lidstaten of een internationale organisatie wordt beheerd, teneinde een gecoördineerde benadering te vormen voor het vinden van oplossingen voor de gebreken op het gebied van kleine toepassingen in de Europese Unie.
Verwacht resultaat: Gecoördineerde activiteiten voor een vermindering van de gebreken op het gebied van kleine toepassingen in gewasbeschermingsmiddelen, om ervoor te zorgen dat de Europese landbouwers gewassen van hoge kwaliteit kunnen blijven produceren, door ze te voorzien van toereikende middelen en methoden.
Gecoördineerde controleplannen dienen ter opsporing van frauduleuze praktijken bij de handel in bepaalde levensmiddelen, middels gerichte controles, waaronder laboratoriumanalyses door de lidstaten. In 2013 en 2014 zijn soortgelijke plannen uitgevoerd voor paardenvlees.
Doelstelling: Opsporen en kwantificeren van bepaalde frauduleuze praktijken.
Verwacht resultaat: Geharmoniseerde controleplannen voor toezicht op voedselfraude teneinde het vertrouwen van de consument te vergroten. In dit verband zal de Europese Commissie alle lidstaten verzoeken dergelijke plannen uit te voeren.
Krachtens Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad(2) moeten de lidstaten erop toezien dat de monitoring vergelijkbare gegevens oplevert over het vóórkomen van antimicrobiële resistentie (AMR) bij zoönoseverwekkers en, wanneer deze gevaar opleveren voor de volksgezondheid, bij andere verwekkers. In 2014 is een vergelijkbaar plan uitgevoerd, dat nog loopt.
In 2011 introduceerde de Commissie een vijfjarig actieplan tegen AMR(3). Een van de acties is het versterken van de surveillancesystemen voor AMR en antimicrobiële consumptie in de diergeneeskunde.
Doelstelling: Medefinanciering van het gecoördineerd controleplan voor monitoring van antimicrobiële resistentie waarbij alle lidstaten betrokken zullen zijn.
Verwacht resultaat: Geharmoniseerd controleplan voor monitoring van resistentie in de voedselketen teneinde het vertrouwen van de consument te vergroten en de evolutie van resistentie in de voedselketen te beoordelen. In dit verband zal de Europese Commissie alle lidstaten verzoeken dergelijke plannen uit te voeren.
2.5. Uitvoering
Uitvoering: rechtstreeks door DG SANCO
Maximumpercentage voor EU-medefinanciering: 50 % van de subsidiabele kosten.
Gunningscriteria:
kwaliteit en relevantie van de voorgestelde middelen;
algemene kwaliteit, coherentie en helderheid van de voorgestelde doelstellingen.
Uitvoering: rechtstreeks door DG SANCO
Maximumpercentage voor EU-medefinanciering: 50 % van de subsidiabele kosten.
Gunningscriteria:
bijdrage aan de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen voor dierenwelzijn;
kwaliteit van de voorgestelde activiteiten.
Uitvoering: rechtstreeks door DG SANCO
Maximumpercentage voor EU-medefinanciering: 50 % van de subsidiabele kosten.
Gunningscriteria:
relevantie van het voorstel ten aanzien van de doelstellingen van de oproep;
consistentie en toereikendheid van toegewezen middelen.
Uitvoering: rechtstreeks door DG SANCO
Maximumpercentage voor EU-medefinanciering: 50 % van de subsidiabele kosten.
Gunningscriteria:
relevantie van het voorstel ten aanzien van de doelstellingen van de actie;
aantal tests in het voorstel vergeleken met het aantal aanbevolen tests.
Uitvoering: rechtstreeks door DG SANCO
Maximumpercentage voor EU-medefinanciering: 50 % van de subsidiabele kosten.
Gunningscriteria:
relevantie van het voorstel ten aanzien van de doelstellingen van de oproep;
aantal tests in het voorstel vergeleken met het aantal aanbevolen tests.
3. AANBESTEDINGEN
Voor aanbestedingscontracten is een totaal begrotingskrediet gereserveerd:
van 4 650 000 EUR in 2014, en |
van 1 205 000 EUR in 2015. |
3.1. Rechtsgrondslag
Artikel 6, lid 5, en de artikelen 34, 35 en 43 van Verordening (EU) nr. 652/2014.
3.2. Begrotingsonderdelen
begroting 2014 — 17 04 01 — 4 600 000 EUR |
begroting 2014 — 17 04 03 — 50 000 EUR |
begroting 2015 — 17 04 03 — 1 205 000 EUR |
3.3. Indicatieve lijst van geplande contracten
Acties (begroting 2014 — 17 04 01) | Soort contracten | Geraamd aantal contracten | Indicatieve datum | Bedrag (EUR) |
Vernieuwing van de voorraden van mond-en-klauwzeerantigenen in de antigeen- en vaccinbank van de EU | Openbare aanbesteding | 1 | Vierde kwartaal van 2014 | 4 600 000 |
Acties (begroting 2014 — 17 04 03) | Soort contracten | Geraamd aantal contracten | Indicatieve datum | Bedrag (EUR) |
Communicatieactiviteiten inzake uitroeiingsprogramma’s | Specifiek/diensten met bestaand raamcontract | 2 | Vierde kwartaal van 2014 | 50 000 |
Acties (begroting 2015 — 17 04 03) | Soort contracten | Geraamd aantal contracten | Indicatieve datum | Bedrag (EUR) |
Studie — Risicobeoordeling van kwaliteitsorganismen Procedure van gunning via onderhandelingen met de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (EPPO) | Diensten/ Procedure van gunning via onderhandelingen | 1 | Eerste kwartaal van 2015 | 300 000 |
Ontwikkeling van een prototype instrument voor het opsporen van berengeur voor gebruik in slachthuizen | Specifiek/ diensten met bestaand raamcontract | 1 | Eerste kwartaal van 2015 | 170 000 |
Evenementen als onderdeel van EXPO Milaan 2015 | Specifiek/ diensten met toekomstig raamcontract | 15 | Eerste kwartaal van 2015 | 500 000 |
Evalueren van de criteria-opties voor het identificeren van hormoonontregelende stoffen in de context van effectbeoordeling (screening) | Specifiek/ diensten met bestaand raamcontract | 1 | Eerste kwartaal van 2015 | 235 000 |
3.4. Uitvoering
Deze acties worden rechtstreeks uitgevoerd door DG SANCO.
4. ANDERE ACTIES
4.1. Vergoeding van reis- en verblijfskosten van nationale deskundigen die in samenwerking met het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) controles uitvoeren
4.2. Rechtsgrondslag
Artikel 32 van Verordening (EU) nr. 652/2014.
4.3. Begrotingsonderdeel
begroting 2015 — 17 04 03 — 400 000 EUR. |
4.4. Indicatieve lijst van geplande acties
Acties (begroting 2015 — 17 04 03) | Geraamd aantal acties | Indicatieve datum | Indicatief bedrag (EUR) |
Vergoeding van reis- en verblijfskosten van deskundigen die in samenwerking met het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) controles uitvoeren | 130 | Het hele jaar 2015 | 400 000 |