De bijlagen I, III, IV en IX bij Richtlijn 2007/46/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
Verordening (EU) nr. 133/2014 van de Commissie van 31 januari 2014 tot wijziging, met het oog op aanpassing van de emissiegrenswaarden aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 133/2014 van de Commissie van 31 januari 2014 tot wijziging, met het oog op aanpassing van de emissiegrenswaarden aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie Voor de EER relevante tekst
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn)(1), en met name artikel 39, leden 2, 6 en 7,
Gezien Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG(2) en met name artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 6, lid 2, en artikel 12,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 595/2009 zijn emissiegrenswaarden en gemeenschappelijke technische voorschriften vastgesteld voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen wat emissies betreft, alsook regels inzake conformiteit tijdens het gebruik, boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) en meting van het brandstofverbruik.
Om de milieuprestaties van de voertuigen te verbeteren, moet een grenswaarde voor het deeltjesaantal worden ingevoerd voor motoren met elektrische ontsteking.
De wetgeving betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) moet aan de technische vooruitgang worden aangepast. Daartoe moeten voorschriften worden vastgesteld voor de typegoedkeuring en de conformiteit tijdens het gebruik van motoren en voertuigen die gebruikmaken van dualfueltechnologie. Tevens moet aandacht worden besteed aan aanvullende aspecten betreffende de typegoedkeuring van motoren op gasvormige brandstoffen.
Uit hoofde van Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie(3) moeten grenswaarden voor boorddiagnosesystemen (OBD-grenswaarden) voor de uitstoot van koolmonoxide worden vastgesteld.
Het is passend toe te staan dat in zware voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 7,5 ton OBD-systemen geïnstalleerd zijn die gedeeltelijk zijn ontwikkeld overeenkomstig de OBD-voorschriften die gelden voor lichte voertuigen, zonder dat de milieuprestaties worden aangetast.
Voor de technische voorschriften die de lidstaten, fabrikanten en technische diensten in verband met typegoedkeuring en conformiteit tijdens het gebruik moeten volgen, wordt in de Verordening (EU) nr. 582/2011 herhaaldelijk verwezen naar de wetgeving van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE), in het bijzonder VN/ECE-Reglement nr. 49(4). Aangezien het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen (WP.29) wijzigingenreeks 06 op VN/ECE-Reglement nr. 49 heeft goedgekeurd, moeten de verwijzingen in de Euro VI-wetgeving naar VN/ECE-Reglement nr. 49 worden aangepast.
Er moeten enkele aanvullende voorschriften worden vastgesteld om de gelijkwaardigheid van EG-typegoedkeuring en typegoedkeuring volgens VN/ECE-Reglement nr. 49 te waarborgen.
De olietemperatuur van de motor moet in Kelvin worden uitgedrukt. Daarom moet bijlage VIII bij Richtlijn 2007/46/EG worden gewijzigd.
Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EG) nr. 595/2009 en Verordening (EU) nr. 582/2011 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Om de lidstaten en fabrikanten voldoende tijd te geven om hun informatiesystemen aan te passen, moeten de wijzigingen die verband houden met het conformiteitscertificaat later van toepassing worden.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Technisch Comité motorvoertuigen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 595/2009 wordt vervangen in bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Verordening (EU) nr. 582/2011 wordt als volgt gewijzigd:
-
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
punt 9 wordt vervangen door:
-
„gekwalificeerd beschadigd onderdeel of systeem (Qualified deteriorated component or system — QDC)”: een onderdeel of systeem dat met opzet is beschadigd, bijvoorbeeld door versnelde veroudering of gecontroleerde manipulatie, en dat overeenkomstig bijlage 9B bij VN/ECE-Reglement nr. 49 door de goedkeuringsinstantie is geaccepteerd om de OBD-prestaties van het motorsysteem aan te tonen;”;
-
-
de punten 19 en 20 worden vervangen door:
-
„Wobbe-index (onderste Wl of bovenste Wu)”: de verhouding tussen de overeenkomstige calorische waarde van een gas per volume-eenheid en de vierkantswortel van de relatieve dichtheid van het gas onder dezelfde referentieomstandigheden:
W = Hgas √
die ook kan worden uitgedrukt als:
W = Hgas × √
-
„λ-verschuivingsfactor (Sλ)”: een in punt A.5.5.1 van aanhangsel 5 van bijlage 4 bij VN/ECE-Reglement nr. 49 gespecificeerde uitdrukking die de vereiste flexibiliteit van het motormanagementsysteem beschrijft bij een verandering van de verhouding λ (overmaat lucht) indien de motor loopt op een gas met een andere samenstelling dan puur methaan;”;
-
-
de volgende punten 45 tot en met 56 worden toegevoegd:
-
„dieselmodus”: de normale bedrijfsmodus van een dualfuelmotor waarin de motor voor geen enkele motorbedrijfsomstandigheid gasvormige brandstof gebruikt;
-
„dualfuelmotor”: een motorsysteem dat is ontworpen om tegelijkertijd met diesel en een gasvormige brandstof te werken, waarbij beide brandstoffen apart worden gedoseerd en de verbruikte hoeveelheid van een van de brandstoffen ten opzichte van de andere kan variëren naargelang de bedrijfsomstandigheden;
-
„dualfuelmodus”: de normale bedrijfsmodus van een dualfuelmotor waarin de motor in bepaalde bedrijfsomstandigheden tegelijkertijd diesel en een gasvormige brandstof gebruikt;
-
„dualfuelvoertuig”: een voertuig dat door een dualfuelmotor wordt aangedreven en waarbij de motorbrandstoffen uit afzonderlijke opslagsystemen aan boord van het voertuig worden geput;
-
„servicemodus”: een speciale modus van een dualfuelmotor die wordt geactiveerd om reparaties uit te voeren of om het voertuig uit het verkeer te verwijderen wanneer de werking in dualfuelmodus niet mogelijk is;
-
„gasenergieverhouding (GER)” bij een dualfuelmotor: de als percentage uitgedrukte verhouding tussen de energie-inhoud van de gasvormige brandstof en die van beide brandstoffen (diesel en gasvormige brandstof), waarbij de energie-inhoud van de brandstoffen is gedefinieerd als de laagste verwarmingswaarde;
-
„gemiddelde gasverhouding”: de voor een rijcyclus berekende gemiddelde gasenergieverhouding;
-
„dualfuelmotor van type 1A”: een dualfuelmotor die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding van niet minder dan 90 % (GERWHTC ≥ 90 %) werkt, die niet uitsluitend op diesel stationair draait en die geen dieselmodus heeft;
-
„dualfuelmotor van type 1B”: een dualfuelmotor die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding van niet minder dan 90 % (GERWHTC ≥ 90 %) werkt, die in de dualfuelmodus niet uitsluitend op diesel stationair draait en die een dieselmodus heeft;
-
„dualfuelmotor van type 2A”: een dualfuelmotor die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding tussen 10 en 90 % (10 % < GERWHTC < 90 %) werkt en geen dieselmodus heeft, of die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding van niet minder dan 90 % (GERWHTC ≥ 90 %) werkt, maar die uitsluitend op diesel stationair draait en geen dieselmodus heeft;
-
„dualfuelmotor van type 2B”: een dualfuelmotor die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding tussen 10 en 90 % (10 % < GERWHTC < 90 %) werkt en een dieselmodus heeft, of die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding van niet minder dan 90 % (GERWHTC ≥ 90 %) werkt, maar die in de dualfuelmodus uitsluitend op diesel stationair kan draaien en een dieselmodus heeft;
-
„dualfuelmotor van type 3B”: een dualfuelmotor die tijdens het warme gedeelte van de WHTC-testcyclus met een gemiddelde gasverhouding van niet meer dan 10 % (GERWHTC ≤ 10 %) werkt en een dieselmodus heeft.”.
-
-
-
Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:
„1.Om EG-typegoedkeuring te verkrijgen voor een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid, voor een voertuig met een goedgekeurd motorsysteem wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft of voor een voertuig wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft, toont de fabrikant overeenkomstig bijlage I aan dat de voertuigen of motorsystemen aan de tests zijn onderworpen en voldoen aan de voorschriften in de artikelen 4 en 14 en de bijlagen III tot en met VIII, X, XIII, XIV en XVII. De fabrikant waarborgt tevens de conformiteit met de in bijlage IX vermelde specificaties van referentiebrandstoffen. In het geval van dualfuelmotoren en -voertuigen voldoet de fabrikant bovendien aan de voorschriften in bijlage XVIII.”.
-
In artikel 3 worden de leden 2 tot en met 6 vervangen door:
„2.Om EG-typegoedkeuring te verkrijgen voor een voertuig met een goedgekeurd motorsysteem wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft of voor een voertuig wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft, waarborgt de fabrikant de conformiteit met de installatievoorschriften in punt 4 van bijlage I, en bij dualfuelvoertuigen met de aanvullende installatievoorschriften in punt 6 van bijlage XVIII.
3.Om een uitbreiding van de EG-typegoedkeuring te verkrijgen wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft van een voertuig met een referentiemassa van meer dan 2 380 kg maar niet meer dan 2 610 kg waarvoor krachtens deze verordening typegoedkeuring is verleend, voldoet de fabrikant aan de voorschriften van punt 5 van bijlage VIII.
4.De bepalingen inzake alternatieve typegoedkeuring in punt 2.4.1 van bijlage X en punt 2.1 van bijlage XIII zijn niet van toepassing voor de EG-typegoedkeuring van een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid. Die bepalingen zijn evenmin van toepassing op dualfuelmotoren en -voertuigen.
5.Een motorsysteem en een constructieonderdeel dat de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes kan beïnvloeden, wordt zodanig ontworpen, gebouwd, geassembleerd en geïnstalleerd dat de motor bij normaal gebruik aan Verordening (EG) nr. 595/2009 en aan deze verordening kan voldoen. De fabrikant waarborgt tevens de conformiteit met de voorschriften inzake emissies buiten de cyclus van artikel 14 en bijlage VI bij deze verordening. In het geval van dualfuelmotoren en -voertuigen is ook bijlage XVIII van toepassing.
6.Om EG-typegoedkeuring te verkrijgen voor een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid of voor een voertuig wat emissies en reparatie- en onderhoudsinformatie betreft met het oog op het verkrijgen van een multibrandstoftypegoedkeuring, een typegoedkeuring voor een beperkt aantal brandstoffen of een brandstofspecifieke typegoedkeuring, waarborgt de fabrikant de conformiteit met de voorschriften in punt 1 van bijlage I.”.
-
Aan artikel 5, lid 4, wordt het volgende punt j) toegevoegd:
-
in voorkomend geval de documentatiepakketten die nodig zijn voor de correcte installatie van de motor waarvoor typegoedkeuring als technische eenheid is verleend.”.
-
-
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
-
het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
„1 bis.Als alternatief voor de procedure van lid 1 verleent de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring voor een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
op het moment waarop de aanvraag voor EG-typegoedkeuring wordt ingediend, is er al een typegoedkeuring voor een motorsysteem of motorenfamilie als technische eenheid overeenkomstig VN/ECE-Reglement nr. 49 verleend;
-
er wordt voldaan aan de voorschriften in de artikelen 2 bis tot en met 2 septies van deze verordening betreffende de toegang tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig die op het motorsysteem of de motorenfamilie van toepassing zijn;
-
tijdens de in artikel 4, lid 7, vastgestelde overgangsperiode wordt voldaan aan de voorschriften in punt 6.2 van bijlage X;
-
alle andere uitzonderingen in de punten 3.1 en 5.1 van bijlage VII, de punten 2.1 en 6.1 van bijlage X, de punten 2, 4.1, 5.1, 7.1, 8.1 en 10 van bijlage XIII en punt 1 van aanhangsel 6 van bijlage XIII, zijn van toepassing.”;
-
-
lid 2 wordt vervangen door:
„2.Wanneer de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring verleent krachtens de leden 1 en 1 bis, geeft zij een EG-typegoedkeuringscertificaat af overeenkomstig het in aanhangsel 5 van bijlage I opgenomen model.”.
-
-
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
-
het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
„1 bis.Als alternatief voor de procedure van lid 1 verleent de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring voor een voertuig met een goedgekeurd motorsysteem wat de emissies en de toegang tot de reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig betreft wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
op het moment waarop de aanvraag voor EG-typegoedkeuring wordt ingediend, is er al een typegoedkeuring voor een voertuig met een goedgekeurd motorsysteem overeenkomstig VN/ECE-Reglement nr. 49 verleend;
-
er wordt voldaan aan de voorschriften in de artikelen 2 bis tot en met 2 septies van deze verordening betreffende de toegang tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig;
-
tijdens de in artikel 4, lid 7, vastgestelde overgangsperiode wordt voldaan aan de voorschriften in punt 6.2 van bijlage X;
-
alle andere uitzonderingen in de punten 3.1 en 5.1 van bijlage VII, de punten 2.1 en 6.1 van bijlage X, de punten 2, 4.1, 5.1, 7.1, 8.1 en 10 van bijlage XIII en punt 1 van aanhangsel 6 van bijlage XIII, zijn van toepassing.”;
-
-
lid 2 wordt vervangen door:
„2.Wanneer de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring verleent krachtens de leden 1 en 1 bis, geeft zij een EG-typegoedkeuringscertificaat af overeenkomstig het in aanhangsel 6 van bijlage I opgenomen model.”.
-
-
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
-
het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
„1 bis.Als alternatief voor de procedure van lid 1 verleent de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring voor een voertuig wat de emissies en de toegang tot de reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig betreft wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
op het moment waarop de aanvraag voor EG-typegoedkeuring wordt ingediend, is er al een typegoedkeuring voor een voertuig overeenkomstig VN/ECE-Reglement nr. 49 verleend;
-
er wordt voldaan aan de voorschriften in de artikelen 2 bis tot en met 2 septies van deze verordening betreffende de toegang tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig;
-
tijdens de in artikel 4, lid 7, vastgestelde overgangsperiode wordt voldaan aan de voorschriften in punt 6.2 van bijlage X;
-
alle andere uitzonderingen in de punten 3.1 en 5.1 van bijlage VII, de punten 2.1 en 6.1 van bijlage X, de punten 2, 4.1, 5.1, 7.1, 8.1 en 10 van bijlage XIII en punt 1 van aanhangsel 6 van bijlage XIII, zijn van toepassing.”;
-
-
lid 2 wordt vervangen door:
„2.Wanneer de goedkeuringsinstantie EG-typegoedkeuring verleent krachtens de leden 1 en 1 bis, geeft zij een EG-typegoedkeuringscertificaat af overeenkomstig het in aanhangsel 7 van bijlage I opgenomen model.”.
-
-
In artikel 16, lid 5, wordt de tweede alinea vervangen door:
„De testomstandigheden moeten voldoen aan punt 6 van bijlage 4 bij VN/ECE-Reglement nr. 49.”.
-
De bijlagen I, II en IV tot en met XIV worden gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.
-
Bijlage III wordt vervangen door bijlage IV bij deze verordening.
-
Bijlage XVIII wordt toegevoegd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014, met uitzondering van punt 4 van bijlage I, dat van toepassing is met ingang van 1 juli 2014.