;;
Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 360/2014 van de Commissie van 9 april 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Rusland naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 360/2014 van de Commissie van 9 april 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Rusland naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, leden 2, 5 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.

    Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op FeSi, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7202 21 00, 7202 29 10 en 7202 29 90, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Rusland.

    2.

    De definitieve antidumpingrechten die van toepassing zijn op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van de in lid 1 omschreven producten, vervaardigd door onderstaande ondernemingen, zijn als volgt:

    Land

    Onderneming

    Antidumping-recht (%)

    Aanvullende Taric-code

    Volks-republiek China

    Erdos Xijin Kuangye Co., Ltd, Qipanjing Industry Park

    15,6

    A829

    Lanzhou Good Land Ferroalloy Factory Co., Ltd, Xicha Villa

    29,0

    A830

    Alle andere ondernemingen

    31,2

    A999

    Rusland

    Bratsk Ferroalloy Plant, Bratsk

    17,8

    A835

    Alle andere ondernemingen

    22,7

    A999

    3.

    De individuele rechten voor de in lid 2 genoemde ondernemingen zijn uitsluitend van toepassing indien aan de douaneautoriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur, opgesteld conform de voorwaarden in de bijlage, wordt overgelegd. Als een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, wordt het antidumpingrecht voor „alle andere ondernemingen” toegepast.

    4.

    Tenzij anders vermeld zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 april 2014.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel Barroso

    BIJLAGE

    De in artikel 1, lid 3, bedoelde geldige handelsfactuur moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:

    1. de naam en functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft;

    2. de volgende verklaring:

      „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) ferrosilicium die naar de Europese Unie is uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (het betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”.

      Datum en handtekening

    Voetnoten

    (1)

    PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

    (2)

    PB L 55 van 28.2.2008, blz. 6.

    (3)

    PB L 351 van 30.12.2009, blz. 1.

    (4)

    PB L 22 van 25.1.2012, blz. 1.

    (5)

    PB C 186 van 26.6.2012, blz. 8.

    (6)

    PB C 58 van 28.2.2013, blz. 15.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1) houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in elkaars ondernemingen; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon direct of indirect 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij tot dezelfde familie behoren. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

    (8)

    Zaak C-260/84, Minebea Company Limited/Raad van de Europese Gemeenschappen, punt 37.

    (9)

    Zaak T-249/06, Interpipe Nikopolsky Seamless Tubes Plant Niko Tube ZAT (Interpipe Niko Tube ZAT) en Interpipe Nizhnedneprovsky Tube Rolling Plant VAT (Interpipe NTRP VAT)/Raad [2009] Jurispr. blz. II-00383. Dat arrest is later door het Hof van Justitie in hogere voorziening bevestigd in de Gevoegde Zaken C-191/09 P en C-200/09 P.

    Engels
    ;;