Home

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”)

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 214, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Solidariteit is een kernwaarde van de Unie en de mogelijkheden om uitdrukking te geven aan de solidariteit van de burgers van de Unie met mensen in derde landen die worden bedreigd of getroffen door een door de mens of de natuur veroorzaakte ramp, kunnen nog verder worden ontwikkeld. Overigens is de Unie als geheel de grootste donor van humanitaire hulp, met een aandeel van bijna 50 % van alle humanitaire hulp wereldwijd.

  2. Vrijwilligerswerk is een concrete en zichtbare manier om uitdrukking te geven aan de solidariteit tussen individuele personen, die hun kennis, vaardigheden en tijd ten dienste stellen van medemensen, zonder geldelijke motivatie.

  3. Verdere ontwikkeling van de solidariteit met slachtoffers van crises en rampen in derde landen is noodzakelijk en humanitaire hulp en vrijwilligerswerk in het algemeen moeten beter onder de aandacht worden gebracht en zichtbaarder worden gemaakt voor de burgers van de Unie.

  4. De visie van de Unie op humanitaire hulp, waaronder gemeenschappelijke doelstellingen, beginselen en goede praktijken en een gemeenschappelijk kader voor de tenuitvoerlegging, wordt uiteengezet in de Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Europese Commissie getiteld „Europese consensus betreffende humanitaire hulp”(2). Daarin wordt benadrukt dat de Unie sterk hecht aan een op behoeften gebaseerde aanpak en aan de bescherming en bevordering van de fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid. De Europese consensus betreffende humanitaire hulp moet ten grondslag liggen aan de acties van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening (het „EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”).

  5. De humanitaire hulp van de Unie wordt verleend in situaties waarin ook instrumenten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, crisisbeheer en civiele bescherming kunnen worden ingezet. Het werk van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet samenhang en complementariteit vertonen en overlap met deze Uniebeleidslijnen en -instrumenten moet worden voorkomen, in het bijzonder met het humanitaire beleid en het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie, het bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad(3) opgerichte Uniemechanisme voor civiele bescherming, het bij dat besluit opgerichte coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties en met de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) en de delegaties van de EU, zodat de respons van de Unie op humanitaire rampen in derde landen gecoördineerd verloopt.

  6. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp draagt bij aan inspanningen ter vergroting van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde humanitaire hulp te leveren en de capaciteit en weerstand van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen in derde landen te vergroten. Tevens is het initiatief van belang voor bevordering van de samenwerking met relevante internationale organisaties en andere partners op humanitair gebied, en lokale en regionale actoren. Deze samenwerking moet plaatsvinden overeenkomstig de door de Verenigde Naties genomen maatregelen en dient ter ondersteuning van de centrale en algehele coördinatie door het Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs — VN-OCHA).

  7. In de loop der tijd zijn de humanitaire crises bij zowel door de mens veroorzaakte als natuurlijke rampen toegenomen in aantal, omvang en complexiteit, en deze tendens zal zich waarschijnlijk voortzetten, waardoor een steeds groter beroep wordt gedaan op humanitaire actoren om onmiddellijk, doeltreffend, doelmatig en coherent op te treden en de kwetsbaarheid van lokale gemeenschappen te verminderen en hen te helpen beter bestand te worden tegen rampen.

  8. Vrijwilligers kunnen bijdragen aan vergroting van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde en principiële humanitaire hulp te leveren en bijdragen aan de totstandbrenging van een effectievere humanitaire sector op voorwaarde dat zij op de juiste wijze worden geselecteerd, opgeleid en voorbereid om te worden ingezet, zodat zij over de nodige vaardigheden en competenties beschikken om mensen zo goed mogelijk te helpen, en zij op de plaats waar zij hun vrijwilligerswerk verrichten de juiste ondersteuning of begeleiding ontvangen.

  9. In Europa en elders in de wereld bestaan al programma's die vrijwilligers inzetten in derde landen, maar dit zijn vaak nationale regelingen die zich vooral of uitsluitend richten op ontwikkelingsprojecten. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet toegevoegde waarde bieden door vrijwilligers de kans te geven gezamenlijk bij te dragen aan humanitaire hulpacties, waardoor actief Europees burgerschap wordt bevorderd. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp kan tevens toegevoegde waarde bieden door internationale samenwerking tussen de organisaties die deelnemen aan de uitvoering van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp te bevorderen, en daarbij de internationale betrekkingen te verbeteren, een positief beeld van de Unie uit te dragen in de wereld en interesse te wekken voor pan-Europese humanitaire projecten.

  10. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet kosteneffectief zijn, bestaande nationale en internationale vrijwilligersprogramma's aanvullen zonder deze te dupliceren, en gericht zijn op concrete behoeften en lacunes op humanitair gebied.

  11. Zoals benadrukt in de mededeling van de Commissie van 23 november 2010 getiteld: „Hoe uitdrukking geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening”, vertoont de huidige vorm van humanitair vrijwilligerswerk lacunes die het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp kan invullen door vrijwilligers met het juiste profiel die op het juiste moment op de juiste plaats worden ingezet. Dit kan met name worden bereikt door Europese normen en procedures te ontwikkelen voor de identificatie en selectie van vrijwilligers, gezamenlijk overeengekomen criteria voor opleiding en voorbereiding voorafgaand aan de inzet van vrijwilligers, een database van potentiële vrijwilligers die kunnen worden geselecteerd op basis van de behoeften ter plaatse, en mogelijkheden voor vrijwilligers om niet alleen via inzet, maar ook via de backoffice of online bij te dragen aan humanitaire operaties.

  12. De juiste opleiding, alsmede de beveiliging en veiligheid van de vrijwilligers moeten te allen tijde centraal staan en informatie daarover dient regelmatig uitgewisseld te worden, ook met de lidstaten. De EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp mogen niet worden ingezet bij operaties die worden uitgevoerd op het strijdtoneel van internationale en niet-internationale gewapende conflicten.

  13. De Unie voert haar humanitaire hulpacties uit op basis van behoeften en in samenwerking met uitvoerende organisaties. Deze organisaties moeten een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp om betrokkenheid van de actoren in het veld te waarborgen en ervoor te zorgen dat de acties in het kader van dat initiatief optimaal effect sorteren. De Unie moet deze organisaties met name belasten met de identificatie, selectie, voorbereiding en uitzending van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, alsook met het toezicht op tijdens en na hun inzetting volgens door de Commissie vastgestelde normen en procedures. De Commissie moet, indien nodig, in staat worden gesteld een beroep te doen op goed opgeleide en voorbereide vrijwilligers om hen te kunnen inzetten in haar lokale kantoren voor het verrichten van ondersteunende taken.

  14. De mededeling van de Commissie van 25 oktober 2011 getiteld: „Een vernieuwde EU-strategie 2011-2014 ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen” bepaalt dat particuliere ondernemingen een belangrijke rol kunnen spelen en bijdragen aan de humanitaire hulpoperaties van de Unie in het bijzonder door werknemers als vrijwilliger in te zetten.

  15. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet Europeanen van alle leeftijden helpen actief Europees burgerschap te tonen. Het initiatief moet derhalve bijdragen aan bevordering van vrijwilligerswerk in de hele Unie en aan de persoonlijke ontwikkeling en het intercultureel bewustzijn van deelnemende vrijwilligers, en daarmee hun vaardigheden en kansen op de arbeidsmarkt in de wereldeconomie vergroten.

  16. Op grond van de beginselen van de Unie inzake gelijke kansen en non-discriminatie moeten burgers van de Unie en onderdanen van andere landen die langdurig in de EU verblijven, van alle leeftijden en achtergronden, actief als burger kunnen optreden. Gezien de humanitaire context moeten EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp minimaal 18 jaar zijn en een grote verscheidenheid aan profielen en generaties kunnen vertegenwoordigen, waaronder deskundigen en bekwame gepensioneerden.

  17. Een duidelijke juridische status is een cruciale voorwaarde voor de inzet van vrijwilligers in landen buiten de Unie. De voorwaarden voor de inzet moeten worden vastgelegd in een contract, waaronder normen inzake de bescherming en veiligheid van de vrijwilligers, de verantwoordelijkheden van de uitzendende en de ontvangende organisatie, verzekeringen en vergoedingen voor levensonderhoud, huisvesting en andere kosten. Of vrijwilligers kunnen worden ingezet in derde landen, moet afhangen van de regelingen met betrekking tot veiligheid en beveiliging.

  18. In voorkomend geval moet bij acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp rekening worden gehouden met de aanbevelingen in de Beleidsagenda voor vrijwilligerswerk in Europa, het werk van Europese en internationale vrijwilligersorganisaties, en het programma van de Verenigde Naties voor vrijwilligers.

  19. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet steun verlenen aan op behoeften gebaseerde acties waarmee vergroting van de capaciteit van ontvangende organisaties voor humanitaire hulp in derde landen wordt beoogd, teneinde de lokale paraatheid bij en de respons op humanitaire crises te verbeteren en toe te zien op een effectief en duurzaam resultaat van het werk van de EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter plaatse door middel van ramprisicobeheer, paraatheid en respons, begeleiding, training op het gebied van het beheer van vrijwilligerswerk, en andere relevante terreinen.

  20. Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet in voorkomende gevallen gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan een sterker genderperspectief in het humanitaire beleid van de Unie en daarbij een adequate humanitaire respons op de specifieke behoeften van vrouwen en mannen van alle leeftijden bevorderen. Speciale aandacht moet worden besteed aan samenwerking met vrouwengroepen en -netwerken teneinde de participatie in en het leiderschap van vrouwen bij humanitaire hulp te bevorderen en hun capaciteiten en ervaring in te zetten om een bijdrage te leveren aan herstel, vredesopbouw, vermindering van het risico op rampen en opbouw van weerstand van getroffen gemeenschappen.

  21. Deze verordening moet, voor de gehele duur van de financiële periode, de financiële middelen vastleggen, die het voornaamste referentiebedrag in de zin van punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(4) vormen voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure.

  22. De toewijzing van financiële bijstand moet geschieden volgens Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(5). Gezien het specifieke karakter van de acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moet worden bepaald dat de financiële bijstand kan worden verleend aan natuurlijke personen en rechtspersonen die onder het publiekrecht of het privaatrecht vallen. Het is tevens van belang dat de voorschriften van die verordening worden nageleefd, met name de daarin neergelegde beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

  23. Voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp moeten een betere uitvoering en een betere kwaliteit van de bestedingen als leidende beginselen worden gehanteerd, waarbij moet worden toegezien op een optimale benutting van de financiële middelen.

  24. De financiële belangen van de Unie moeten gedurende de gehele uitgavencyclus worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder de preventie, de opsporing en het onderzoek van onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of slecht bestede middelen en, indien nodig, sancties. Er moeten passende maatregelen worden genomen om onregelmatigheden en fraude tegen te gaan en om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen terug te vorderen in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad(6), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad(7) en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad(8).

  25. Deelname van derde landen, met name toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, mogelijke kandidaten, partnerlanden in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en Europese Vrijhandelsassociatie-landen, moet mogelijk zijn op basis van samenwerkingsovereenkomsten.

  26. Tevens dienen deelnemende vrijwilligers en organisaties, die acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp uitvoeren en die afkomstig zijn uit samenwerkende landen, zich te houden aan en te pleiten voor naleving van de in de Europese consensus betreffende humanitaire hulp geformuleerde beginselen, met nadruk op bescherming van de „humanitaire ruimte”.

  27. Met het oog op permanente feedback en verbetering en om de flexibiliteit en doeltreffendheid van de vaststelling te vergroten, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag worden overgedragen aan de Commissie voor wat betreft de normen voor de selectie, het beheer en de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, de wijziging van de prestatie-indicatoren en de thematische prioriteiten, en de aanpassing van de percentages voor toewijzing van de financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. Bij het voorbereiden en vaststellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en bij de Raad worden ingediend.

  28. Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. De uitvoeringsbevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad(9). De onderzoeksprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling van de selectieprocedures, het beheer en de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, het certificeringsmechanisme, het opleidingsprogramma en het jaarlijkse werkprogramma van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

  29. Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend.

  30. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening gaat niet verder dan nodig en evenredig is voor het goede functioneren van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp. Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verwerkt, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad(10). Op de verwerking van persoonsgegevens door organisaties die de acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp uitvoeren, en die legaal in de Unie zijn gevestigd, is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van toepassing(11).

  31. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en bracht een advies uit op 23 november 2012(12).

  32. Het is aangewezen de periode waarin deze verordening van toepassing is, in overeenstemming wordt gebracht met Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad(13). Bijgevolg moet deze verordening met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp

Bij deze verordening wordt een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) opgericht als kader voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese vrijwilligers ter ondersteuning van en aanvulling op humanitaire hulp van de Unie in derde landen.

In deze verordening worden de regels en procedures vastgesteld voor de werking van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp, evenals de regels voor de verstrekking van financiële bijstand.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op:

  1. de selectie, opleiding en inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning van en aanvulling op humanitaire hulp in derde landen;

  2. acties ter ondersteuning, bevordering en voorbereiding van de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning van en aanvulling op humanitaire hulp in derde landen;

  3. acties binnen en buiten de Unie om ontvangende organisaties in derde landen meer capaciteit op te bouwen voor humanitaire hulp.

Artikel 3 Definities

Voor de uitvoering van deze verordening zijn de volgende definities van toepassing:

a) „vrijwilliger” :
een persoon die uit eigen beweging en zonder geldelijke motivatie, besluit zich in te zetten voor activiteiten die de gemeenschap en de samenleving in het algemeen ten goede komen;
b) „kandidaat-vrijwilliger” :
een persoon die in de zin van artikel 11, lid 3, in aanmerking komt voor deelname aan de acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp;
c) „EU-vrijwilliger voor humanitaire hulp” :
: een kandidaat-vrijwilliger die is geselecteerd, adequaat opgeleid volgens de specifieke normen, procedures en referentiecriteria, beoordeeld als in aanmerking komend en geregistreerd als beschikbaar voor inzet ter ondersteuning van en aanvulling op humanitaire hulp in derde landen;
d) „humanitaire hulp” :
activiteiten en operaties in derde landen waarmee op behoeften gebaseerde noodhulp wordt verleend, om levens te redden, menselijk lijden te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid te bewaren tijdens door de mens of de natuur veroorzaakte crises. Dit omvat bijstand, hulp en bescherming tijdens een humanitaire crisis of de nasleep daarvan, ondersteunende maatregelen om de toegankelijkheid en de vrije aanvoer van hulp te waarborgen, maatregelen ter verbetering van de rampenparaatheid en de vermindering van het risico op rampen, bijdragen tot betere bestandheid tegen crises en vergroting van de capaciteit om een crisis aan te pakken en ervan te herstellen;
e) „derde land” :
een land buiten de Unie waar de onder d) bedoelde humanitaire hulpactiviteiten en -operaties plaatsvinden.

Artikel 4 Doelstelling

Artikel 5 Algemene beginselen

Artikel 6 Samenhang en complementariteit met het optreden van de Unie

Artikel 7 Operationele doelstellingen

HOOFDSTUK II ACTIES IN HET KADER VAN HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

Artikel 8 Acties in het kader van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Artikel 9 Normen en procedures inzake kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp

Artikel 10 Certificeringsmechanisme voor uitzendende en ontvangende organisatie

Artikel 11 Identificatie en selectie van kandidaat-vrijwilligers

Artikel 12 Opleidingsprogramma en steun voor opleiding en stages

Artikel 13 Database van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp

Artikel 14 Inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp in derde landen

Artikel 15 Capaciteitsopbouw voor humanitaire hulp bij de ontvangende organisaties

Artikel 16 Netwerk voor het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Artikel 17 Communicatie en voorlichting

HOOFDSTUK III PROGRAMMERING EN TOEWIJZING VAN MIDDELEN

Artikel 18 Subsidiabele acties

Artikel 19 Financiële begunstigden

Artikel 20 Financiële middelen

Artikel 21 Financieringsvormen en uitvoeringsprocedures

Artikel 22 Bescherming van de financiële belangen van de Unie

HOOFDSTUK IV SAMENWERKING MET ANDERE LANDEN

Artikel 23 Samenwerking met andere landen

HOOFDSTUK V DELEGATIE VAN BEVOEGDHEDEN EN UITVOERINGSBEPALINGEN

Artikel 24 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 25 Spoedprocedure

Artikel 26 Comitéprocedure

HOOFDSTUK VI TOEZICHT EN EVALUATIE

Artikel 27 Toezicht en evaluatie

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Inwerkingtreding

BIJLAGEOPERATIONELE DOELSTELLINGEN, THEMATISCHE PRIORITEITEN EN PERCENTAGES VOOR TOEWIJZING VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DEZE VERORDENING