Home

Verordening (EU) nr. 378/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1166/2008 wat betreft het financiële kader voor de periode 2014-2018 Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) nr. 378/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1166/2008 wat betreft het financiële kader voor de periode 2014-2018 Voor de EER relevante tekst

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad(2) bepaalt dat lidstaten in 2010, 2013 en 2016 landbouwstructuurenquêtes moeten houden. De lidstaten moeten van de Unie een financiële bijdrage ontvangen van maximaal 75 % van de kosten van de uitvoering van die enquêtes, doch niet meer dan de vastgestelde maximumbedragen.

  2. Voor het uitvoeren van de landbouwstructuurenquêtes en om te voldoen aan de informatiebehoeften van de Unie, is een aanzienlijke hoeveelheid financiële middelen van de lidstaten en de Unie nodig.

  3. Verordening (EG) nr. 1166/2008 voorzag in de financiële middelen voor de uitvoering van het enquêteprogramma, met inbegrip van de kredieten die nodig waren voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanksystemen die bij de Commissie werden gebruikt voor de verwerking van de door de lidstaten verstrekte gegevens, en stelde het bedrag vast voor de periode 2008-2013.

  4. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1166/2008 moet het voor de periode 2014-2018 beschikbare bedrag door de begrotings- en wetgevingsautoriteit op voorstel van de Commissie worden vastgesteld op basis van het nieuwe financiële kader voor de periode vanaf 2014.

  5. De voorgestelde financiële middelen dienen alleen te worden gebruikt voor de uitvoering van de landbouwstructuurenquête van 2016 en het daaraan gerelateerde beheer, onderhoud en ontwikkeling van de databanksystemen die bij de Commissie worden gebruikt voor de verwerking van de door de lidstaten verstrekte gegevens.

  6. Gezien de toetreding van Kroatië en de noodzaak van het uitvoeren van enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven in deze lidstaat in 2016, dient voor Kroatië een maximumbijdrage van de Unie per enquête te worden vastgesteld, aangezien dit niet is voorzien in de Akte van toetreding.

  7. Het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek is geraadpleegd.

  8. Verordening (EG) nr. 1166/2008 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1166/2008 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4 bis.

    Voor de landbouwstructuurenquête in 2016 bedraagt de maximumbijdrage voor Kroatië 500 000 EUR.”.

  2. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 2 wordt vervangen door het volgende:

      „2.

      De financiële middelen voor de uitvoering van de landbouwstructuurenquêtes in 2016, met inbegrip van de kredieten die nodig zijn voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanksystemen die bij de Commissie worden gebruikt voor de verwerking van de ingevolge deze verordening door de lidstaten verstrekte gegevens, bedragen 20 650 000 EUR voor de periode 2014-2018.”;

    2. het volgende lid wordt toegevoegd:

      „4.

      De Commissie verleent de financiële steun van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(*).

  3. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    1.

    De Commissie neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening gefinancierde activiteiten, de financiële belangen van de Unie door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten worden beschermd door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, door middel van terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

    2.

    De Commissie of haar vertegenwoordigers en de Rekenkamer hebben de bevoegdheid om audits, op basis van documenten of ter plaatse, uit te voeren bij alle begunstigden, contractanten en subcontractanten die uit hoofde van het programma middelen van de Unie hebben ontvangen.

    Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad(*) controles en verificaties ter plaatse bij de direct of indirect bij de financiering betrokken marktdeelnemers uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met een subsidieovereenkomst of -besluit of een contract betreffende financiering door de Unie, waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad.

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande twee alinea's verlenen de uit deze verordening voortvloeiende samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, subsidieovereenkomsten en -besluiten en contracten, de Commissie, de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid om dergelijke audits en controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 april 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. Schulz

Voor de Raad

De voorzitter

D. Kourkoulas