Uitvoeringsverordening (EU) nr. 802/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor nationale programma's en tot vaststelling van de voorwaarden voor het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen de Commissie en de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 802/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor nationale programma's en tot vaststelling van de voorwaarden voor het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen de Commissie en de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing(1), en met name artikel 14, lid 4, en artikel 24, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EU) nr. 514/2014 vormt samen met de in artikel 2, onder a), van die verordening bedoelde specifieke verordeningen, een kader voor de financiering door de Unie ter ondersteuning van de ontwikkeling van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Verordening (EU) nr. 514/2014 schrijft voor dat elke lidstaat een meerjarig nationaal programma voorstelt. Om ervoor te zorgen dat de aan de Commissie verstrekte informatie consistent en vergelijkbaar is, is het noodzakelijk te voorzien in een model dat het nationale programma moet volgen.
Krachtens artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) nr. 514/2014 moet voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling worden gebruikt. Daarom is het nodig de voorwaarden vast te stellen waaraan dat systeem voor elektronische gegevensuitwisseling moet voldoen. Om kosteneffectief te zijn en de algehele samenhang te waarborgen met alle EU-fondsen onder gedeeld beheer, zijn de voorwaarden van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling, voor zover mogelijk, dezelfde als die welke zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 184/2014 van de Commissie(2).
Om de kwaliteit van de uitgewisselde informatie te verbeteren en het systeem voor elektronische uitwisseling van informatie eenvoudiger en bruikbaarder te maken, moeten basisvoorwaarden worden gespecificeerd voor de vorm en het toepassingsgebied van de uit te wisselen informatie.
Er moeten beginselen en regels worden vastgesteld voor de identificatie van de partij die verantwoordelijk is voor het uploaden van documenten in het systeem voor elektronische uitwisseling van gegevens en voor de actualisering van deze documenten.
Er moeten technische kenmerken voor een efficiënt systeem voor elektronische gegevensuitwisseling worden vastgesteld om de administratieve last voor de lidstaten en de Commissie te verminderen.
Om ervoor te zorgen dat de lidstaten en de Commissie informatie kunnen blijven uitwisselen in gevallen van overmacht die het gebruik van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling belemmeren, moeten alternatieve manieren worden gespecificeerd om gegevens te coderen en te verzenden.
De lidstaten en de Commissie moeten ervoor zorgen dat de overdracht van de gegevens via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling plaatsvindt op een beveiligde wijze die zorgt voor de beschikbaarheid, integriteit, authenticiteit, vertrouwelijkheid en onweerlegbaarheid van informatie. Daarom moeten er veiligheidsvoorschriften worden vastgesteld.
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet daarom worden toegepast in overeenstemming met deze rechten en beginselen. Op door de lidstaten verwerkte persoonsgegevens is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(3) van toepassing. Op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Unie en het vrije verkeer van die gegevens is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad(4) van toepassing.
Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast en om de goedkeuring van de nationale programma's niet te vertragen, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.
Denemarken is niet gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014, noch door deze verordening.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Fondsen voor asiel, migratie en integratie, en interne veiligheid,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Modellen voor nationale programma's
Het model voor nationale programma's is opgenomen in de bijlage.
Artikel 2 Instelling van een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling
De Commissie stelt een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling in voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie (hierna het „SFC2014” genoemd).
Artikel 3 Inhoud van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling
Het SFC2014 bevat ten minste de informatie die is omschreven in de modellen, formats en templates die zijn vastgesteld in overeenstemming met artikel 1 van deze verordening, die in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 514/2014 en de specifieke verordeningen als bedoeld in artikel 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 514/2014.
De gegevens die worden verstrekt via de in het SFC2014 ingebedde elektronische formulieren (hierna „gestructureerde gegevens” genoemd) worden niet door niet-gestructureerde gegevens vervangen, met inbegrip van het gebruik van hyperlinks of andere niet-gestructureerde gegevens zoals bijvoeging van documenten of afbeeldingen. Wanneer een lidstaat dezelfde informatie in de vorm van gestructureerde gegevens en niet-gestructureerde gegevens verzendt, worden de gestructureerde gegevens gebruikt in het geval van inconsistenties.
Artikel 4 Werking van het SFC2014
De Commissie en de in artikel 25 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde bevoegde autoriteiten voeren in het SFC2014 de informatie in waarvoor zij de verantwoordelijkheid voor verzending hebben, alsmede eventuele aanvullingen of bijwerkingen daarop.
Elke informatieoverdracht aan de Commissie wordt geverifieerd en ingediend door een andere persoon dan degene die de gegevens voor die verzending heeft ingevoerd. Deze scheiding van taken wordt ondersteund door het SFC2014 of door de informatiesystemen voor beheer en controle van de lidstaat die automatisch verbinding maken met het SFC2014.
De lidstaten wijzen op nationaal of regionaal niveau of op zowel nationaal als regionaal niveau, één of meer personen aan die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de toegang tot het SFC2014. Deze personen vervullen de volgende taken:
de gebruikers identificeren die om toegang vragen, waarbij wordt gecontroleerd of zij inderdaad in dienst zijn van de organisatie;
de gebruikers inlichten over hun verplichtingen om de veiligheid van het systeem te waarborgen;
verifiëren of de gebruikers aanspraak kunnen maken op het vereiste privilegeniveau in verband met hun taken en hun hiërarchische positie;
verzoeken om intrekking van de toegangsrechten, indien die toegangsrechten niet langer benodigd of gerechtvaardigd zijn;
verdachte gebeurtenissen die de veiligheid van het systeem kunnen ondermijnen, snel melden;
zorgen voor de voortdurende juistheid van de identificatiegegevens van de gebruikers door het melden van alle wijzigingen;
de nodige voorzorgsmaatregelen nemen met betrekking tot bescherming van gegevens en bedrijfsvertrouwelijkheid in overeenstemming met de toepasselijke nationale en Unievoorschriften, en
de Commissie in kennis stellen van alle wijzigingen die invloed hebben op de capaciteit van de autoriteiten van de lidstaten of gebruikers van het SFC2014 om de in lid 1 bedoelde verplichtingen of op hun persoonlijke capaciteit om de in de punten a) tot en met g) bedoelde verantwoordelijkheden uit te voeren.
De uitwisselingen van gegevens en verrichtingen dragen een verplichte elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad(5). De lidstaten en de Commissie erkennen de rechtsgeldigheid en toelaatbaarheid van de in het SFC2014 gebruikte elektronische handtekening als bewijs in gerechtelijke procedures.
Voor de via het SFC2014 verwerkte informatie wordt de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van persoonsgegevens voor personen en van het handelsgeheim van rechtspersonen gewaarborgd in overeenstemming met Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en van de Raad(6), Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en van de Raad(7), Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.