Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 829/2014 van de Commissie van 30 juli 2014 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft Voor de EER relevante tekst

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 829/2014 van de Commissie van 30 juli 2014 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft Voor de EER relevante tekst

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91(1), en met name artikel 33, leden 2 en 3, en artikel 38, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie(2) bevat een lijst van derde landen waarvan de productiesystemen en de controlemaatregelen voor de biologische productie van landbouwproducten als gelijkwaardig met die van Verordening (EG) nr. 834/2007 zijn erkend.

  2. De erkenning van Zwitserland overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 geldt momenteel voor verwerkte landbouwproducten voor gebruik als levensmiddel, met uitzondering van gist. Zwitserland heeft bij de Commissie een verzoek ingediend om ook voor biologische gist de gelijkwaardigheid te erkennen. Bij het onderzoek van de tezamen met dat verzoek ingediende informatie en van de verdere toelichtingen van Zwitserland is gebleken dat de in dat land geldende voorschriften voor de productie en de controles van biologische gist gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 834/2007 en Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie(3). Bijgevolg moet de erkenning van de gelijkwaardigheid van de Zwitserse productiesystemen en controlemaatregelen, wat verwerkte landbouwproducten voor gebruik als levensmiddel betreft, ook voor biologische gist gelden.

  3. De erkenning van Nieuw-Zeeland overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 geldt momenteel voor verwerkte landbouwproducten voor gebruik als levensmiddel, met uitzondering van wijn en gist. De autoriteiten van Nieuw-Zeeland hebben bij de Commissie een verzoek ingediend om ook voor biologische wijn de gelijkwaardigheid te erkennen. Bij het onderzoek van de tezamen met dat verzoek ingediende informatie en van de verdere toelichtingen van Nieuw-Zeeland is gebleken dat de in dat land geldende voorschriften voor de productie en de controles van biologische wijn gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 834/2007 en Verordening (EG) nr. 889/2008. Bijgevolg moet de erkenning van de gelijkwaardigheid van de Nieuw-Zeelandse productiesystemen en controlemaatregelen, wat verwerkte landbouwproducten voor gebruik als levensmiddel betreft, ook voor biologische wijn gelden.

  4. Volgens de door Nieuw-Zeeland verschafte informatie zijn de bevoegde autoriteit, een van de controleorganen en het orgaan dat het certificaat afgeeft, gewijzigd. Deze verandering moet worden weerspiegeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008.

  5. Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 bevat de lijst van de controleorganen en controlerende autoriteiten die bevoegd zijn om in derde landen voor gelijkwaardigheidsdoeleinden controles uit te voeren en certificaten af te geven.

  6. De Commissie heeft de uiterlijk op 31 oktober 2013 ontvangen verzoeken om opneming in de lijst in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 onderzocht. Na onderzoek van alle ontvangen informatie moeten de controleorganen en controlerende autoriteiten die voldoen aan de desbetreffende voorschriften, in die lijst worden opgenomen.

  7. „LibanCert” is opgenomen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008. Het heeft de Commissie echter niet in kennis gesteld van relevante gegevens met betrekking tot het accreditatieorgaan als bedoeld in artikel 33, lid 3, derde en vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 834/2007, noch van enige verandering in het technische dossier overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1235/2008. Bovendien blijkt uit het in 2013 ingediende jaarlijkse verslag dat „LibanCert” niet beantwoordt aan de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 vermelde specificaties. „LibanCert” werd door de Commissie verzocht deze punten te verduidelijken, maar heeft niet binnen de vastgestelde termijn geantwoord. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, heeft „LibanCert” zijn activiteiten stopgezet. Het moet derhalve worden geschrapt van de lijst in bijlage IV.

  8. Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 355/2014(4), bevat een fout met betrekking tot het codenummer voor een derde land voor het controleorgaan „Abcert AG” en verwijst ten onrechte naar „IMO Swiss AG” in plaats van naar „IMOswiss AG”.

  9. De bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd.

  10. Omwille van de rechtszekerheid dienen de gerectificeerde bepalingen betreffende Abcert AG en IMOswiss AG van toepassing te zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 355/2014.

  11. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor biologische productie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt gewijzigd en gerectificeerd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punt 1 en punt 5, onder a), van bijlage II zijn van toepassing met ingang van 12 april 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel Barroso

BIJLAGE I

BIJLAGE II