Home

Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit Voor de EER relevante tekst

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap(1), en met name artikel 6, lid 1, en artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad(2) dient het Europees Spoorwegbureau (hierna: het Bureau) erop toe te zien dat de technische specificaties inzake interoperabiliteit (hierna: TSI's) zijn aangepast aan de technische vooruitgang, marktontwikkelingen en maatschappelijke eisen en de Commissie voorstellen te doen voor aanpassingen van TSI's die het noodzakelijk acht.

  2. Bij Besluit C(2010) 2576(3) heeft de Commissie het Bureau het mandaat verleend om de technische specificaties inzake interoperabiliteit te ontwikkelen en te herzien teneinde het toepassingsgebied ervan uit te breiden tot het volledige spoorwegsysteem in de Unie. Op grond van dat mandaat heeft het Bureau de opdracht gekregen de werkingssfeer van de bij Beschikking 2008/164/EG van de Commissie(4) vastgestelde TSI „personen met beperkte mobiliteit” voor het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem en het trans-Europees hogesnelheidsspoorwegsysteem uit te breiden tot het volledige spoorwegsysteem van de Unie.

  3. Op 6 mei 2013 heeft het Bureau een advies ingediend met betrekking tot de vaststelling van de TSI betreffende personen met beperkte mobiliteit.

  4. Toegankelijkheid is een van de algemene beginselen die zijn opgenomen in het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarbij de meeste EU-lidstaten partij zijn. Op grond van artikel 9 dienen de staten die partij zijn bij dat verdrag personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen tot onder meer vervoer. Daartoe moeten maatregelen worden genomen om de bestaande toegankelijkheidsbelemmeringen te inventariseren en weg te werken.

  5. Toegankelijkheid is een van de bij Richtlijn 2008/57/EG vastgestelde essentiële eisen waaraan het spoorwegsysteem in de Unie dient te voldoen.

  6. Richtlijn 2008/57/EG voorziet in een infrastructuur- en een voertuigenregister en vermeldt de belangrijkste parameters die moeten worden bekendgemaakt en op regelmatige basis worden bijgewerkt. Bij Beschikking 2008/164/EG zijn de parameters gedefinieerd van de TSI „personen met beperkte mobiliteit” die in deze registers moeten worden opgenomen. Aangezien de doelstellingen van deze registers aan de goedkeuringsprocedure en de technische compatibiliteit zijn gekoppeld, moet voor deze parameters een afzonderlijk instrument worden gecreëerd. Deze inventaris van de voorzieningen moet een overzicht bieden van de toegankelijkheidsbelemmeringen en ervoor zorgen dat kan worden toegezien op het stapsgewijs wegwerken van die belemmeringen.

  7. Bij Richtlijn 2008/57/EG is het principe van de gefaseerde toepassing vastgesteld, met name dat de in de TSI beschreven doelsystemen gefaseerd binnen een redelijke termijn mag worden gerealiseerd en dat in elke TSI een uitvoeringsstrategie moet worden vastgesteld voor de geleidelijke overgang van de bestaande situatie naar de uiteindelijke situatie waarin conformiteit met de TSI als norm geldt.

  8. De lidstaten dienen uitvoeringsplannen op te stellen om alle geïnventariseerde toegankelijkheidsbelemmeringen binnen een redelijke termijn weg te werken door middel van operationele maatregelen en gecoördineerde inspanningen om subsystemen te vernieuwen. Omdat die nationale uitvoeringsplannen niet voldoende gedetailleerd kunnen zijn en onderhevig zijn aan onvoorspelbare wijzigingen, moeten de lidstaten informatie blijven verstrekken over gevallen waarin voor de indienststelling van bestaande subsystemen na de vernieuwing of verbetering een nieuwe vergunning voor indienststelling moet worden verleend of waarin de TSI niet volledig overeenkomstig Richtlijn 2008/57/EG is toegepast.

  9. De Unie dient gemeenschappelijke prioriteiten en criteria vast te stellen die de lidstaten in hun nationale uitvoeringsplannen dienen op te nemen. Dit zal bijdragen tot de geleidelijke tenuitvoerlegging van de TSI binnen een redelijke termijn.

  10. Om de technologische ontwikkeling te volgen en modernisering aan te moedigen moeten innovatieve oplossingen worden gepromoot en moet de invoering van innovaties, onder bepaalde voorwaarden, worden toegestaan. Wanneer een innovatieve oplossing wordt voorgesteld, dient de fabrikant of zijn gemachtigde uit te leggen op welke punten deze afwijkt van de TSI en moet de oplossing door de Commissie worden beoordeeld. Indien de oplossing positief wordt beoordeeld, stelt het Bureau de passende functionele en interfacespecificaties voor de innovatie vast en ontwikkelt zij passende evaluatiemethodes.

  11. Om overbodige extra kosten en administratieve last te vermijden en de uitvoering van bestaande contracten niet te belemmeren, moet Beschikking 2008/164/EG, na de intrekking daarvan, van toepassing blijven op subsystemen en projecten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a), van Richtlijn 2008/57/EG.

  12. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp

Bij deze verordening wordt de technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI) vastgesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, als uiteengezet in de bijlage.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1.

De TSI is van toepassing op de subsystemen infrastructuur, exploitatie en verkeersbeheer, telematicatoepassingen en rollend materieel als beschreven in bijlage II, punt 2, van Richtlijn 2008/57/EG en in punt 2.1 van de bijlage bij deze verordening. De TSI bestrijkt alle aspecten van deze subsystemen die relevant zijn voor de toegankelijkheid voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.

2.

De TSI is van toepassing op de volgende netwerken:

  1. het trans-Europese conventionele spoorwegsysteem als gedefinieerd in bijlage I, deel 1.1, van Richtlijn 2008/57/EG;

  2. het trans-Europees hogesnelheidsspoorwegsysteem als gedefinieerd in bijlage I, deel 2.1, van Richtlijn 2008/57/EG;

  3. alle andere delen van het netwerk.

Deze TSI is niet van toepassing op de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde gevallen.

3.

Deze TSI is van toepassing op alle nieuwe subsystemen infrastructuur of rollend materieel van het spoorwegsysteem in de Unie, als bedoeld in lid 1, die na de in artikel 12 genoemde toepassingsdatum in gebruik worden genomen, rekening houdend met de punten 7.1.1 en 7.1.2 van de bijlage.

4.

Deze TSI is niet van toepassing op bestaande subsystemen infrastructuur of rollend materieel van het spoorwegsysteem in de Unie, als bedoeld in lid 1, die op de in artikel 12 genoemde uitvoeringsdatum reeds in gebruik zijn genomen op (of deel uitmaken van) het netwerk van een lidstaat.

5.

De TSI is echter van toepassing op bestaande subsystemen infrastructuur en rollend materieel van het spoorwegsysteem in de Unie, als bedoeld in lid 1, die worden verbeterd of vernieuwd overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2008/57/EG, met inachtneming van artikel 8 van deze verordening en punt 7.2 van de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3 Conformiteitsbeoordeling

1.

De in deel 6 van de bijlage beschreven procedures voor de conformiteitsbeoordeling van interoperabiliteitsonderdelen en subsystemen zijn gebaseerd op de bij Besluit 2010/713/EU van de Commissie(5) vastgestelde modules.

2.

Het certificaat van typeonderzoek of ontwerponderzoek voor interoperabiliteitsonderdelen blijft vijf jaar geldig. Gedurende deze periode mogen nieuwe onderdelen van hetzelfde type zonder nieuwe conformiteitsbeoordeling in gebruik worden genomen.

3.

Overeenkomstig Beschikking 2008/164/EG afgegeven certificaten als bedoeld in lid 2 blijven, zonder dat een nieuwe conformiteitsbeoordeling moet worden uitgevoerd, geldig tot de oorspronkelijk vastgestelde datum. Met het oog op de verlenging van een certificaat wordt een ontwerp of type slechts opnieuw getoetst aan de nieuwe of gewijzigde eisen in de bijlage bij deze verordening.

4.

Universele toiletten die zijn beoordeeld op basis van de eisen van Beschikking 2008/164/EG worden niet opnieuw beoordeeld indien zij worden ingebouwd in rollend materieel van een bestaand ontwerp als gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1302/2014 van de Commissie(6).

Artikel 4 Specifieke gevallen

1.

Voor de in deel 7.3 van de bijlage omschreven specifieke gevallen wordt de interoperabiliteit overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/57/EG beoordeeld aan de hand van de geldende technische voorschriften in de lidstaat die toestemming verleent voor de indienststelling van het subsysteem waarop deze verordening betrekking heeft.

2.

Uiterlijk op 1 juli 2015 stelt elke lidstaat de andere lidstaten en de Commissie in kennis van:

  1. de in lid 1 bedoelde technische voorschriften;

  2. de procedure voor de beoordeling van de conformiteit en de keuringsprocedure die moeten worden gevolgd om de in lid 1 bedoelde nationale voorschriften toe te passen;

  3. de instanties die overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG zijn belast met de conformiteitsbeoordelings- en keuringsprocedures voor de in deel 7.3 van de bijlage genoemde specifieke gevallen.

Artikel 5 Project in vergevorderd stadium

Artikel 6 Innovatieve oplossingen

Artikel 7 Inventaris van voorzieningen

Artikel 8 Nationale uitvoeringsplannen

Artikel 9 Adviesorgaan

Artikel 10 Slotbepalingen

Artikel 11 Intrekking

Artikel 12 Inwerkingtreding

BIJLAGE

Aanhangsel ANormen waarnaar in deze TSI wordt verwezen

Aanhangsel BTijdelijke prioriteitsbepaling voor de aanpassing/vernieuwing van stations

Aanhangsel CIn de nationaal uitvoeringsplannen te verstrekken informatie

Aanhangsel DBeoordeling van interoperabiliteitsonderdelen

Aanhangsel EBeoordeling van de subsystemen

Aanhangsel FAanpassing of vernieuwing van rollend materieel

Aanhangsel GGeluidssignalen voor buitendeuren

Aanhangsel HSchema's van gereserveerde zitplaatsen

Aanhangsel ISchema's van rolstoelplaatsen

Aanhangsel JSchema's van vrije doorgangen

Aanhangsel KTabel van de gangbreedte voor rolstoeltoegankelijke ruimten in rollend materieel

Aanhangsel LBewegingsbereik van een rolstoelgebruiker

Aanhangsel MPer trein vervoerbare rolstoelen

Aanhangsel NSymbolen