Home

Besluit (EU) 2016/3 van de Europese Centrale Bank van 18 november 2015 houdende vaststelling van feedbackverstrekkingbeginselen betreffende prestaties van subcoördinators van nationale bevoegde autoriteiten in de gezamenlijk toezichthoudende teams van het Gemeenschappelijk Toezichtmechanisme (ECB/2015/36)

Besluit (EU) 2016/3 van de Europese Centrale Bank van 18 november 2015 houdende vaststelling van feedbackverstrekkingbeginselen betreffende prestaties van subcoördinators van nationale bevoegde autoriteiten in de gezamenlijk toezichthoudende teams van het Gemeenschappelijk Toezichtmechanisme (ECB/2015/36)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen(1), met name artikel 6, leden 1 en 7,

Overwegende:

  1. Artikel 6, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 (hierna de „GTM-verordening”) bepaalt dat de ECB verantwoordelijk is voor het doeltreffend en samenhangend functioneren van het Gemeenschappelijk Toezichtmechanisme (GTM). Overweging 79 van de GTM-verordening bepaalt dat voor een doeltreffend toezicht sterk gemotiveerd, goed opgeleid en onpartijdig personeel onmisbaar is.

  2. Overeenkomstig artikelen 3 tot en met 6 van Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank(2) (hierna de „GTM-kaderverordening”) is de ECB verantwoordelijk voor de oprichting en samenstelling van gezamenlijk toezichthoudende teams (GTT's) die zijn samengesteld uit ECB-personeelsleden en personeelsleden van de nationaal bevoegde autoriteiten (NBA's). Bijgestaan door NBA-subcoördinator(s) zorgt de GTT-coördinator voor de GTT-interne coördinatie van werkzaamheden.

  3. Gezien de belangrijke rol van de NBA-subcoördinators bij de coördinatie van de GTT-leden van hun NBA, is het noodzakelijk en evenredig een uniform proces in te voeren voor prestatiefeedbackverstrekking aangaande de NBA-subcoördinators in GTT's. De GTM-prestatiefeedback draagt mede bij tot de goede werking van GTT's door de gestage prestatieverbetering van de NBA-subcoördinators te ondersteunen. De GTM-prestatiefeedback is initieel een tijdelijke praktijktest. Op basis van de praktijktestervaring wordt een uitgebreidere toepassing van het GTM-prestatiefeedbackmechanisme overwogen. Slechts NBA's en de ECB zijn verantwoordelijk voor de prestatiebeoordeling van hun personeelsleden. NBA's mogen de overeenkomstig dit besluit verstrekte feedback gebruiken bij het dagelijkse management van hun personeelsleden en die feedback gebruiken als input voor de NBA-internebeoordelingssystemen indien relevante nationale wetgeving dat toestaat.

  4. In de wetenschap dat prestatiefeedback noodzakelijk is voor het beheer van GTT's heeft de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming het GTM-prestatiefeedbackmechanisme goedgekeurd, mits de precieze werking van het prestatiefeedbackmechanisme wordt vastgelegd in een op het gepaste niveau vastgesteld rechtsinstrument,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Definities

Binnen het kader van dit besluit zijn de in artikel 2 van de GTM-verordening en artikel 2 van de GTM-kaderverordening vastgelegde definities van toepassing.

Artikel 2 GTM-prestatiefeedback

1.

Onder toepassing van en overeenkomstig de in bijlage I vastgelegde beginselen krijgen NBA-subcoördinators in GTT's feedback over hun eigen en de teamprestatie bij de uitvoering van hun taken in het GTT.

2.

Na vaststelling van de belangrijkste taken en doelstellingen van de NBA-subcoördinators wordt feedback gegeven aangaande de feedbackcyclus die begint op de dag van inwerkingtreding van dit besluit, zoals bedoeld in artikel 3, en eindigt op 29 februari 2016.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 20 november 2015 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 18 november 2015.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario Draghi

BIJLAGE I

BIJLAGE II