Besluit (EU) 2015/709 van de Raad van 21 april 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Turkije over de vervanging van Protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten, dat betrekking heeft op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
Besluit (EU) 2015/709 van de Raad van 21 april 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Turkije over de vervanging van Protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten, dat betrekking heeft op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten(1) heeft betrekking op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking („Protocol nr. 3”).
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels(2) („de conventie”) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld.
De Unie en Turkije hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 4 november 2011 ondertekend.
De Unie en Turkije hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 4 december 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en Turkije op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 februari 2014 in werking getreden.
In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient de Associatieraad EU-Turkije een besluit te nemen om Protocol nr. 3 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.
Het standpunt van de Unie in de Associatieraad EU-Turkije moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Turkije over de vervanging van Protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten, dat betrekking heeft op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Associatieraad EU-Turkije.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van de Associatieraad EU-Turkije kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de Associatieraad EU-Turkije.
Artikel 2
Het besluit van de Associatieraad EU-Turkije wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 21 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. Rinkēvičs