Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB
Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
De Raad heeft op 10 juli 2014 Besluit 2014/449/GBVB(1) vastgesteld, gelet op zijn aanhoudende ernstige bezorgdheid over de situatie in Zuid Sudan.
Op 3 maart 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2206 (2015) (VNVR-Resolutie) aangenomen, in het licht van zijn ernstige ongerustheid en bezorgdheid over het conflict tussen de regering van de Republiek Zuid-Sudan en de oppositie sinds december 2013, zijn bezorgdheid over het daaruit voortvloeiende grote menselijk leed en zijn krachtige veroordeling van de vroegere en huidige schendingen van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht, alsmede vanwege de grootschalige ontheemding van mensen en de erger wordende humanitaire crisis. De Veiligheidsraad heeft gewezen op de verantwoordelijkheid van alle partijen bij het conflict voor het lijden van de bevolking van Zuid-Sudan. Ook heeft hij bepaald dat de situatie in Zuid-Sudan een bedreiging vormt voor de internationale vrede en de veiligheid in de regio.
In de punten 9 en 12 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) is voorzien in beperkende maatregelen in de vorm van reisverboden en de bevriezing van tegoeden die kunnen worden toegepast ten aanzien van personen en entiteiten die zijn aangewezen door het Comité van de Veiligheidsraad dat is opgericht uit hoofde van punt 16 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) („het Comité”). In de punten 6, 7 en 8 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) is eveneens voorzien in criteria voor de aanwijzing van personen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen van de punten 9 en 12 van de resolutie gelden.
Omwille van de duidelijkheid moeten de beperkende maatregelen van Besluit 2014/449/GBVB en de beperkende maatregelen van VNVR-Resolutie 2206 (2015) worden opgenomen in een enkel rechtsinstrument.
Besluit 2014/449/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden ingetrokken,
Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan Zuid-Sudan door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten — ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen — of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, is verboden.
Het is tevens verboden:
direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of bestemd voor gebruik in Zuid-Sudan;
direct of indirect financiering of financiële bijstand te verstrekken in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering alsmede verzekering en herverzekering voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of voor gebruik in Zuid-Sudan;
bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde maatregelen worden omzeild.
Artikel 2
Artikel 1 is niet van toepassing op:
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor toezicht op de mensenrechten, humanitair of beschermend gebruik, of voor institutioneleopbouwprogramma's van de VN, de Afrikaanse Unie (AU), de EU of de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD), of voor materieel dat bedoeld is voor crisisbeheersingsoperaties van de VN, de AU en de EU;
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen, die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming, in Zuid-Sudan, van personeel van de EU of haar lidstaten of van personeel van de VN, de AU of IGAD;
het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met de onder a) bedoelde uitrusting of programma's en operaties;
het verstrekken van financiering en financiële bijstand in verband met de onder a) bedoelde uitrusting of programma's en operaties;
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van mijnopruimingsuitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties;
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Zuid-Sudan, alsook de verstrekking van financiering, financiële bijstand of technische bijstand in verband met dergelijke uitrusting,
mits deze vooraf door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zijn goedgekeurd.
Artikel 1 is evenmin van toepassing op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de EU of van haar lidstaten, door personeel van de VN of IGAD, of door vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zuid-Sudan worden uitgevoerd.
De lidstaten nemen de in dit artikel bedoelde leveringen per geval in overweging, met volledige inachtneming van de criteria in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad(2). De lidstaten eisen afdoende waarborgen tegen misbruik van de krachtens dit artikel verleende vergunningen en treffen zo nodig maatregelen voor het terughalen van de uitrusting.
Artikel 3
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van personen die:
die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 9 van VNVR-Resolutie 2206 (2015), zoals genoemd in bijlage I bij dit besluit;
niet onder a) vallen, en die het politieke proces in Zuid-Sudan belemmeren, onder meer door daden van geweld of schendingen van staakt-het vuren-overeenkomsten, alsmede personen die verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan, en personen die met hen geassocieerd zijn, als vermeld in bijlage II.
Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te weigeren.
Artikel 4
Dit artikel is van toepassing op de in bijlage I vermelde personen.
Artikel 3, lid 1, is niet van toepassing wanneer:
de reis gerechtvaardigd is om humanitaire redenen, religieuze voorschriften daaronder begrepen, zoals per geval bepaald door het Comité;
binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces;
reizen de doelstellingen vrede en nationale verzoening in Zuid-Sudan en de stabiliteit in de regio zou bevorderen, zoals per geval bepaald door het Comité.