Home

Besluit (EU) 2015/1388 van de Raad van 7 augustus 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt inzake het ontwerp van procedureregels op de conferentie van de staten die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag

Besluit (EU) 2015/1388 van de Raad van 7 augustus 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt inzake het ontwerp van procedureregels op de conferentie van de staten die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114 en artikel 207, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het Wapenhandelsverdrag (het „WHV”), is op 24 december 2014 in werking getreden en is door 26 lidstaten geratificeerd. De Unie is geen partij bij het WHV.

  2. Overeenkomstig artikel 17 van het WHV roept het voorlopige secretariaat, ingesteld ingevolge artikel 18, uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van het WHV een conferentie van de staten die partij zijn bijeen. De conferentie van de staten die partij zijn, neemt tijdens haar eerste zitting, die van 24 tot en met 27 augustus 2015 plaatsvindt, bij consensus haar procedureregels aan.

  3. Een aantal bepalingen van het WHV heeft betrekking op aangelegenheden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen omdat zij tot het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid behoren of van invloed zijn op de voorschriften van de interne markt inzake de doorvoer van conventionele wapens en explosieven.

  4. De conferentie van de staten die partij zijn moet onder meer de tenuitvoerlegging van het WHV evalueren, aanbevelingen betreffende de tenuitvoerlegging en de wijze van functioneren ervan overwegen en aannemen, kwesties in verband met de uitlegging onderzoeken, en eventuele wijzigingen overwegen. De procedureregels bepalen hoe de conferentie van de staten die partij zijn werkt en haar besluiten neemt, onder meer met betrekking tot aangelegenheden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen. Derhalve moeten de procedureregels van de conferentie worden beschouwd als een handeling met rechtsgevolgen in de zin van artikel 218, lid 9, van het Verdrag.

  5. Dienovereenkomstig moet het standpunt van de Unie ten aanzien van de aanneming van de procedureregels van de conferentie van de staten die partij zijn bij het WHV, worden vastgesteld door de Raad, en vervolgens worden verwoord door de lidstaten, die tezamen in het belang van de Unie optreden.

  6. In de marge van de eerste vergadering van de conferentie van de staten die partij zijn, moeten de lidstaten bij de toepassing van dit besluit nauw met elkaar en met de Commissie samenwerken en hun werkzaamheden coördineren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

Het standpunt dat namens de Unie moet worden vastgesteld ten aanzien van de procedureregels van de conferentie van de staten die partij zijn bij het WHV, tijdens de eerste zitting van de conferentie van 24 tot en met 27 augustus 2015, is in overeenstemming met dit besluit, inclusief de bijlage erbij, en wordt verwoord door de lidstaten die partij zijn bij het WHV, die tezamen in het belang van de Unie optreden.

2.

Met betrekking tot de aangelegenheden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, worden de lidstaten die partij zijn bij het WHV gemachtigd tot het vaststellen van de procedureregels, waarbij zij tezamen in het belang van de Unie optreden.

3.

De lidstaten werken nauw samen en coördineren, onderling en met de Commissie, bij de toepassing van dit besluit.

In het bijzonder, wanneer ter plaatse voorstellen worden gedaan met betrekking tot zaken waarover nog geen Uniestandpunt bestaat en die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, wordt het standpunt van de Unie inzake het desbetreffende voorstel bepaald door overleg als beschreven in de eerste alinea, ook ter plaatse, voordat door de conferentie van de staten die partij zijn een besluit over dat voorstel wordt genomen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Asselborn

BIJLAGE

Wat betreft de procedureregels van de conferentie van de staten die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag (WHV), die tijdens de eerste zitting van de conferentie van 24 tot en met 27 augustus 2015 in Mexico moeten worden aangenomen, stellen de lidstaten die partij zijn bij het WHV, tezamen in het belang van de Unie optredend, alles in het werk om ervoor te zorgen dat de belangen van de Unie adequaat worden beschermd en veiliggesteld bij de aanneming van de procedureregels tijdens de eerste conferentie van de staten die partij zijn bij het WHV. De lidstaten doen met name al het mogelijke om ervoor te zorgen dat de belangen van de Unie op grond van de procedureregels adequaat kunnen worden beschermd en veiliggesteld in besluiten van conferenties van de staten die partij zijn.