Home

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2239 van de Commissie van 2 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van de subtypes H5N1 en H5N2 in Frankrijk (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8755) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2239 van de Commissie van 2 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van de subtypes H5N1 en H5N2 in Frankrijk (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 8755) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Aviaire influenza is een virale infectieziekte bij vogels, waaronder pluimvee. Infecties met aviaire-influenzavirussen bij gedomesticeerd pluimvee veroorzaken twee hoofdvormen van de ziekte met een verschillende virulentie. De laagpathogene vorm leidt in de regel slechts tot milde symptomen, terwijl de hoogpathogene vorm bij de meeste pluimveesoorten een zeer hoge sterfte veroorzaakt. Die ziekte kan ernstige gevolgen hebben voor de rentabiliteit van de pluimveehouderij.

  2. Aviaire influenza wordt vooral bij vogels aangetroffen, maar onder bepaalde omstandigheden kan de infectie ook bij mensen voorkomen, al is dat risico in de regel erg klein.

  3. Bij een uitbraak van aviaire influenza bestaat het risico dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere bedrijven waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Dan kan de ziekte zich ook van de ene lidstaat naar de andere of naar derde landen verspreiden door de handel in levende vogels en producten daarvan.

  4. Richtlijn 2005/94/EG van de Raad(3) bevat bepaalde preventieve maatregelen inzake het toezicht op en de vroegtijdige detectie van aviaire influenza alsook de minimale bestrijdingsmaatregelen die bij een uitbraak van aviaire influenza onder pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels moeten worden genomen. Die richtlijn voorziet in de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden bij een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza.

  5. Frankrijk heeft de Commissie in kennis gesteld van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) van het subtype H5, te weten H5N1 en H5N2, in bedrijven op zijn grondgebied waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden.

  6. Uit laboratoriumonderzoek, waaronder ook sequentiebepaling, dat wordt uitgevoerd met het oog op nadere karakterisering van het virus dat tot de eerste uitbraak heeft geleid, blijkt dat het genetisch materiaal van de virusstam HPAI H5N1 verschilt van dat van het HPAI-virus van het subtype H5N1 dat voor het eerst in 2005 in Europa is opgedoken. Het lijkt erop dat de in Frankrijk aangetroffen HPAI-virusstam van het subtype H5N1 onlangs van een eerder in de Unie gedetecteerde laagpathogene vorm is gemuteerd tot een virus met een hoge pathogeniteit. Derhalve blijkt het niet nodig dezelfde aanvullende beschermende maatregelen als die bedoeld in Beschikking 2006/415/EG van de Commissie(4) te treffen, die specifiek zijn vastgesteld voor de hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 die voor het eerst in 2005 in Europa is opgedoken.

  7. Frankrijk heeft derhalve onmiddellijk de vereiste bestrijdingsmaatregelen krachtens Richtlijn 2005/94/EG genomen, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden.

  8. De Commissie heeft die maatregelen samen met Frankrijk bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteit van die lidstaat ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar de uitbraken zijn bevestigd.

  9. Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de in Frankrijk ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden in samenwerking met die lidstaat snel op EU-niveau worden vastgesteld.

  10. Dienovereenkomstig moeten de beschermings- en toezichtsgebieden in Frankrijk, waarin de maatregelen op het gebied van de diergezondheid als bepaald in Richtlijn 2005/94/EG worden toegepast, in de bijlage bij dit besluit worden vastgesteld, tezamen met de duur van die regionalisering.

  11. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Frankrijk ziet erop toe dat de overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG ingestelde beschermings- en toezichtsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in de delen A en B van de bijlage bij dit besluit als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 maart 2016.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 2 december 2015.

Voor de Commissie

Vytenis Andriukaitis

Lid van de Commissie

BIJLAGE