Home

Verordening (EU) 2015/552 van de Commissie van 7 april 2015 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor 1,3-dichloorpropeen, bifenox, dimethenamid-P, prohexadion, tolylfluanide en trifluralin in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) 2015/552 van de Commissie van 7 april 2015 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor 1,3-dichloorpropeen, bifenox, dimethenamid-P, prohexadion, tolylfluanide en trifluralin in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), artikel 18, lid 1, onder b), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Voor dimethenamid-P en prohexadion zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in bijlage II en deel B van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor 1,3-dichloorpropeen en bifenox zijn MRL's vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening. Voor tolylfluanide en trifluralin zijn MRL's vastgesteld in bijlage V bij die verordening.

  2. Krachtens Besluit 2011/36/EU van de Commissie(2) is 1,3-dichloorpropeen niet opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG(3). Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof 1,3-dichloorpropeen bevatten, zijn ingetrokken. Overeenkomstig artikel 17 juncto artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten de voor die werkzame stof in bijlage III bij die verordening vastgestelde MRL's dan ook worden geschrapt. Dit geldt niet voor MRL's die overeenkomen met CXL's die zijn gebaseerd op toepassingen in derde landen, mits zij aanvaardbaar zijn wat de veiligheid van de consumenten betreft. Dit geldt evenmin in gevallen waarin MRL's specifiek zijn vastgesteld als invoertoleranties.

  3. Voor bifenox heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht(4). Zij heeft aanbevolen de MRL's voor gerst, haver, rogge en tarwe te verlagen. Zij concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor zonnebloemzaad en koolzaad sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL's voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL's worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. De EFSA concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor varkens (vlees, vet, lever, nier), runderen (vlees, vet, lever, nier), schapen (vlees, vet, lever, nier), geiten (vlees, vet, lever, nier) en melk (runderen, schapen, geiten) geen gegevens beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. De MRL's voor deze producten moeten worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

  4. Voor dimethenamid-P heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht(5). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de MRL's voor pinda's, zonnebloemzaad, koolzaad, sojabonen, pompoenzaad en suikerbiet te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL's te handhaven. Zij concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor bosuien, sla en kruiden sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL's voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL's worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

  5. Voor prohexadion heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht(6). Zij heeft aanbevolen de MRL's voor tafel- en wijndruiven, aardbeien, rubussoorten, ander kleinfruit en besvruchten, gerst, tarwe, hop, varkens (vlees, vet, lever, nier), runderen (vlees, vet, lever, nier), schapen (vlees, vet, lever, nier) en geiten (vlees, vet, lever, nier) te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL's te verhogen of te handhaven.

  6. Krachtens Richtlijn 2010/20/EU van de Commissie(7) is tolylfluanide geschrapt uit bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof tolylfluanide bevatten, zijn ingetrokken.

  7. Voor tolylfluanide heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht(8). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij concludeerde dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

  8. Krachtens Besluit 2010/355/EU van de Commissie(9) is trifluralin niet opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof trifluralin bevatten, zijn ingetrokken.

  9. Voor trifluralin heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht(10). Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's voor die producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

  10. Met betrekking tot de producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor geen relevante vergunningen of invoertoleranties op het niveau van de Unie werden gemeld en geen CXL's beschikbaar waren, concludeerde de EFSA dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's voor die producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

  11. De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak enkele bepaalbaarheidsgrenzen aan te passen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde producten specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor een aantal stoffen moeten worden vastgesteld.

  12. Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL's aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

  13. Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  14. Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL's rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

  15. Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL's van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL's zullen voortvloeien.

  16. De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL's geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

  17. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 28 april 2015 rechtmatig zijn geproduceerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 28 oktober 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE