Home

Verordening (EU) 2015/647 van de Commissie van 24 april 2015 houdende wijziging en rectificatie van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van bepaalde levensmiddelenadditieven betreft (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) 2015/647 van de Commissie van 24 april 2015 houdende wijziging en rectificatie van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van bepaalde levensmiddelenadditieven betreft (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven(1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

  2. In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma's en voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven, en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

  3. Die lijsten kunnen volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad(2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

  4. De EU-lijst van levensmiddelenadditieven is opgesteld op basis van levensmiddelenadditieven waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan overeenkomstig de Richtlijnen 94/35/EG(3), 94/36/EG(4) en 95/2/EG(5) van het Europees Parlement en de Raad en na een beoordeling van de overeenstemming ervan met de artikelen 6, 7 en 8 van Verordening (EG) nr. 1333/2008. De EU-lijst rangschikt levensmiddelenadditieven aan de hand van de categorieën levensmiddelen waaraan die additieven mogen worden toegevoegd.

  5. Wegens moeilijkheden bij het onderbrengen van levensmiddelenadditieven in het nieuwe, in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 vastgestelde categorisatiesysteem, zijn bepaalde fouten achterhaald die moeten worden gerectificeerd; andere bepalingen moeten verder worden verduidelijkt.

  6. In bijlage II zijn de verschillende vormen waaronder een levensmiddelenadditief kan worden gebruikt, niet opgenomen; sorbitol (E 420) bestaat bijvoorbeeld in de vorm van sorbitol (E 420 (i)) of sorbitolsiroop (E 420 (ii)); natriumcitraten (E 331) bestaan in de vorm van mononatriumcitraat (E 331 (i)), dinatriumcitraat (E 331 (ii)) en trinatriumcitraat (E 331 (iii)). In Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie(6) staan die vormen precies omschreven. Er dient te worden verduidelijkt dat die verschillende vormen van de goedgekeurde levensmiddelenadditieven kunnen worden gebruikt.

  7. Canthaxanthine (E 161 g) mag niet rechtstreeks aan de consument worden verkocht. Daarom dient bijlage II, deel A, afdeling 2, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 te worden gewijzigd.

  8. Konjac (E 425) mag niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen waarvan het de bedoeling is dat ze gerehydrateerd zijn bij inname. Daarom dient in bijlage II, deel C, afdeling 1, groep I, bij de gegevens betreffende E 425 voetnoot 2 te worden opgenomen.

  9. In de levensmiddelencategorieën 01.7.2 „Gerijpte kaas” en 01.7.6 „Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen)” dient te worden verduidelijkt dat natamycine (E 235) alleen mag worden gebruikt voor de externe behandeling van ongesneden kaas en ongesneden kaasproducten.

  10. Een consistente aanpak moet worden gevolgd ten aanzien van de formulering van de voetnoten die verwijzen naar de maximale grenswaarden voor aluminium uit aluminiumlakken opgelegd door Verordening (EU) nr. 380/2012 van de Commissie(7). De zin „Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt” moet worden opgenomen in alle voetnoten die verwijzen naar bepaalde levensmiddelenadditieven in de categorieën: 01.7.3 „Eetbare kaaskorsten”, 01.7.5 „Smeltkaas”, 04.2.5.2 „Jam of confituur, gelei en marmelade alsmede kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG”, 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004”, 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.3 „Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees” en 09.3 „Viskuit”.

  11. In categorie 02.1 „Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet)” mogen bepaalde additieven niet in oliën van eerste persing en olijfolie worden gebruikt.

  12. In 04.2.3 „Groente- en fruitconserven in blik of in glas” dient het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) in verwerkte paddenstoelen te worden toegestaan.

  13. In levensmiddelencategorie 05.2 „Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem” en in levensmiddelencategorie 05.4 „Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van fruit” moet het maximumgehalte voor neotaam (E 961) gebruikt als smaakversterker in snoepgoed op basis van zetmeel worden vastgesteld op 3 mg/kg.

  14. In levensmiddelencategorie 05.4 „Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van fruit” dient het gebruik van cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat (E 952) in spuitbussen met gearomatiseerde room te worden toegestaan.

  15. In levensmiddelencategorie 06.4.4 „Gnocchi van aardappelen” moet het gebruik van additieven in verse, gekoelde gnocchi van aardappelen worden beperkt tot een beperkt aantal additieven behorende tot groep I.

  16. In levensmiddelencategorie 07.2 „Banketbakkerswaren” dient het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) te worden verduidelijkt.

  17. In levensmiddelencategorie 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004” moet de vermelding kaliumacetaat (E 261) worden veranderd in kaliumacetaten.

  18. In levensmiddelencategorie 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten” moet de dubbele vermelding van erythorbinezuur (E 315) en natriumerythorbaat (E 316) worden verwijderd.

  19. In de levensmiddelencategorieën 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004”, 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten” en 08.3.4 „Traditioneel vervaardigde gezouten vleesproducten waarvoor specifieke bepalingen inzake nitrieten en nitraten gelden” moet de formulering van de maximumgehalten voor nitrieten (E 249 — 250) en/of nitraten (E 251 — 252) worden verduidelijkt.

  20. In levensmiddelencategorie 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten” moet het gebruik van gallaten, TBHQ en BHA (E 310 — 320) worden toegestaan in gedehydrateerd vlees.

  21. In levensmiddelencategorie 08.3.3 „Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees” moet het nummer van voetnoot (80) worden veranderd in (89).

  22. In levensmiddelencategorie 08.3.4.2 „Traditioneel vervaardigde drooggezouten producten” moet het maximumgehalte voor nitrieten (E 249 — 250) ook worden ingevoerd voor jamón curado, paleta curada, lomo embuchado en cecina en soortgelijke producten.

  23. In de levensmiddelencategorieën 09.1.2 „Onverwerkte schaal- en weekdieren” en 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” moet worden verduidelijkt dat de eenheden die de maximale grenswaarden voor zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) bepalen, per kilogram zijn uitgedrukt en moet de voetnoot met betrekking tot 4-hexylresorcinol (E 586) worden verduidelijkt en gerectificeerd.

  24. In levensmiddelencategorie 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” dient het gebruik van titaandioxide (E 171) en ijzeroxiden en ijzerhydroxiden (E 172) tot gerookte vis te worden beperkt.

  25. In levensmiddelencategorie 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” moet worden verduidelijkt dat het maximumgehalte voor sorbinezuur — sorbaten en benzoëzuur — benzoaten (E 200 — 213) van toepassing is op de individuele additieven of de som van de combinatie ervan en dat de gehalten worden uitgedrukt als vrij zuur.

  26. In categorie 10.2 „Verwerkte eieren en eiproducten” moet het maximumgehalte voor triëthylcitraat (E 1505) enkel van toepassing zijn op gedroogd eiwit.

  27. In de levensmiddelencategorieën 14.2.7.1 „Gearomatiseerde wijnen” en 14.2.7.2 „Gearomatiseerde dranken op basis van wijn” moet het gebruik van kleurstoffen die bij groep II en groep III horen, worden gerectificeerd overeenkomstig het gebruik van kleurstoffen toegestaan volgens Richtlijn 94/36/EG.

  28. In levensmiddelencategorie 17.1 „Voedingssupplementen in vaste vorm, waaronder capsules, tabletten en soortgelijke vormen, met uitzondering van kauwtabletten” moet het nummer van voetnoot (79) worden gewijzigd en opgenomen in de gegevens betreffende het levensmiddelenadditief dimethylpolysiloxaan (E 900).

  29. In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moeten in deel 4 „Levensmiddelenadditieven, met inbegrip van draagstoffen, in levensmiddelenaroma's” de maximale grenswaarden voor octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom (E 423) van toepassing zijn op het eindproduct. In deel 6 „Definiëring van groepen levensmiddelenadditieven voor de toepassing van de delen 1 tot en met 5”, moet in tabel 7 „Alginezuur — Alginaten” calciumalginaat (E 404) worden vermeld.

  30. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking waarschijnlijk geen gevolgen zal hebben voor de gezondheid van de mens. Aangezien de EU-lijst wordt gewijzigd teneinde gebruiken van additieven op te nemen die al zijn toegestaan overeenkomstig Richtlijn 94/35/EG, Richtlijn 94/36/EG en Richtlijn 95/2/EG, gaat het om een bijwerking van de lijst die geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens. Daarom hoeft het advies van de EFSA niet te worden ingewonnen.

  31. De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd.

  32. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE I

BIJLAGE II